KUNSTIGE PROFFEN SYLVIA WENMACKERS

'Ik ben altijd aan het tekenen, zelfs wan­neer ik niet aan het tekenen ben'

'Tekenen is het tegengewicht van taal en wiskunde.'

In 'Kunstige Proffen' zoekt Veto professoren op die buiten hun vakgebied de tijd vinden om creatief bezig te zijn. In deze editie vertelt wetenschapsfilosofe Sylvia Wenmackers over haar passie voor waarnemend tekenen en sciencefiction­verhalen.

Gepubliceerd Laatst geüpdatet

Weinig professoren kenmerken zich door zo'n academische en creatieve veelzijdigheid als Sylvia Wenmackers. Wenmackers doctoreerde in de fysica, maar hield zich liever bezig met meer fundamentele vraagstukken. Daarom behaalde ze ook een doctoraat in de Filosofie. Daarnaast tekent ze al van kinds af aan, en ontwikkelde ze als fervent lezer een passie voor sciencefiction. 

Het was dan ook met de ambitie om science­fictionschrijver te worden dat Sylvia Wenmackers fysica ging studeren. Zo realistisch en accuraat mogelijk over robots en verre planeten schrijven, dat was voor haar het doel. Al schoot de fysica aan dat doel voorbij, vertelt ze ons wanneer we haar opzoeken in het Hoger Instituut der Wijsbegeerte. 

Blokkerende details

'Ik ontdekte dat de focus op feiten vooral blokkerend werkte. Ik had steeds minder inspiratie voor verhalen, omdat ik door mijn studie steeds meer obstakels zag voor allerlei coole ideeën, zoals tijdrijzen of de warp drive. Nu weet ik dat sciencefiction meer draait om het menselijke aspect dan het natuurwetenschappelijke.'

'Ik schrijf verhalen zodat ik bezig kan zijn met onderwerpen waar geen wetenschappelijke antwoorden op bestaan'

'Sciencefiction is eerst en vooral een verhaal. We kunnen niet tijdreizen, maar wat als het wel kon? Dergelijke gedachte-experimenten worden traditioneel in de filosofie gebruikt en kunnen een middel zijn om fundamenten van de natuurkunde te onderzoeken, maar het is zeker niet de meest gebruikelijke toepassing', lacht ze. Maar haar creativiteit duikt ook op in haar wetenschappelijk onderzoek.

Wanneer professor Wenmackers een onderwerp fascinerend vindt dat net te ver buiten haar onderzoeksdomein ligt, verkent ze het verder in fictie. 'Ik schrijf verhalen zodat ik bezig kan zijn met vragen, waar geen wetenschappelijke onderzoeks­methodes voor bestaan.'

Tegengewicht

Wenmackers voelt echter de drang om naast haar onderzoek ook nog op andere manieren creatief actief te zijn. Daarom maakt ze bewust tijd vrij om te tekenen. Dat werkt meditatief en zo hoeft ze niet altijd te blijven doormalen over haar onderzoek. 'Tekenen is het tegengewicht van taal en wiskunde. Academisch werk is vaak ook erg resultaat­gericht, maar ik teken juist omdat ik geniet van het proces, om wat het doet met mijn aandacht.' 

'Ik begon de wereld op een andere manier te zien. Ik let op de negatieve ruimte tussen  voorwerpen, de manier waarop lijnen elkaar kruisen en waar de hoogste lichten zitten. Na een tijdje werd dat bijna reflexmatig, waar­door ik eigenlijk ook aan het tekenen ben, zelfs wanneer ik niet aan het tekenen ben', zegt ze al lachend. 

'Bij waarnemend tekenen kan alles interessant zijn, als je maar lang genoeg kijkt.'

Volgens Wenmackers is tekenen vooral leren kijken, bewuster dan in het dagelijks leven en ook weer anders dan gebruikelijk bij onderzoeksmatige bezigheden. 'Bij waar­nemend tekenen kan alles interessant zijn, als je maar lang genoeg kijkt', legt ze uit, terwijl ze om zich heen kijkt. 'Zo zou ik in dit voornamelijk leeg lokaal de stoelen of tafel schetsen.'

Balancerend schrijven

Hoewel de filosofie soms als een ingewikkelde, of verheven discipline kan overkomen, maakt Wenmackers er juist een speerpunt van om in haar werk de materie op een heldere en eenvoudige manier uit te leggen. Zo deed ze in Wetenschap (2021) de verschillende takken van de wetenschap uit de doeken, terwijl ze kundig balanceerde tussen een schrijfstijl die de zaken op een begrijpelijke manier uitlegt, en een die de complexiteit in acht houdt.

'Ik probeer altijd een lezer in gedachten te houden die verstandig is, maar gewoon niet veel van het onderwerp afweet.' Daarom kijkt de wetenschapsfilosofe ook erg op naar wetenschappers als Sean M. Carroll die de grondslagen van de fysica kunnen uitleggen zonder er een dumbed down karikatuur van te maken of neerbuigend over te komen. 

'Ik vind het idee van kruisbestuiving wel fijn'

Wenmackers herinnert zich hoe populariserende boeken een belangrijke rol hebben gespeeld in haar jongere jaren. 'Toen ik nog in het middelbaar zat, waren ze voor mij een belangrijke bron van informatie. Ze gaven me een inzicht in hoe het zou zijn om een onderzoeker te worden.'

Haar huidige boekenkast bevat zowel wiskunde en fysica als parapsychologie. Dat laatste ontdekte ze vooral in oude boeken van haar ouders. 'Natuurlijk zijn ze pseudo­wetenschappelijk, iets waar je als wetenschapsfilosoof hard tegenin moet gaan, maar als jonger persoon las ik ze met veel verwondering. Astronomie is ook ontstaan uit astrologie, uit ideeën en praktijken die nog geen wetenschap waren. Ik vind het idee van kruisbestuiving wel fijn. En je hebt altijd schaduwen nodig om het licht te tonen.'

Powered by Labrador CMS