recensie> Niet groots, wel onderhoudend

IFTf recensie: Wina

Ook Wina ging shoppen bij IFTf-favoriet Hugo Claus. De titel van diens "Kijk, mama, zonder handen" is bij hen een vraag geworden. "Ben ik groots?" Wie geen stuur vasthoudt, kan al eens vallen.

Cast:

Hippoliet Baers: Andreas Nuyts

Stefan Baers: Karim Réga

Mariette Tristan: Lisa Ronsyn

Rafaël ten Harent: Anton Vandeghinste

Mol: Simon Maenaut

Jackie: Nicky Rondelez

Tante Liesje: Marike Goyvaerts

Prosper van Wijdendaele: Steven Van Waeg

Regie: Simon Dirckx

Decor en rekwisieten: Kristien Moeremans

Techniek: Sander Cobbaert

Ondersteuning: Lynn Houthuys

Poster: Andreas Nuyts

Stuntcoördinator: Freek Holvoet

Auteur: Hugo Claus

Als je over beperkte middelen beschikt, ga je in het IFTf het best de pretentieloze toer op. Dat is veilig en sympathiek, vaak ook grappig, en van een publiek vraagt het weinig inspanning. AKM begreep dat en injecteerde zelfs een scheut zelfrelativering. Wina houdt het nu eveneens licht en luchtig. Claus’ theatertekst Kijk, mama, zonder handen uit 1959 lijkt te willen bewijzen dat je rond bordkartonnen karakters best wel een betekenisvolle voorstelling kunt bouwen. Over iemand zijn en iemand willen zijn, over verering en verbeelding.

Dubbelleven

Kijk naar Stefan. In de ogen van zijn gezinsleden is zijn onbeholpenheid purepoëzie. De nieuwe godenzoon van het gevleugelde woord heeft drie weken lang zittenbroeden op het vers ‘Kijk, mama, zonder handen’. Hij is groots, zeggen ze.

De opschepperige stiefvader Hippoliet Baerslicht dan weer Jan en alleman op met zijn verzinsels en charismatische grootspraak.En volgens huishoudster mevrouw Tristan kan de heiligverklaring van ene Prosper van Wijdendaele niet lang meer op zich laten wachten. Wie dat is, weten wenauwelijks. Maar groots is hij. Tussendoor wil de huishoudster die Baers maar watgraag naar die andere hemel verhelpen.

Een karikaturaal personage hoeft niet in elke zin dezelfde karikatuur te zijn

Al gauw wordt het kleurrijke pop-upgezin opgeleukt met de komst van Rafaël, een dichter met Kanye Westiaans zelfvertrouwen. In de schaduw van hem en zijn ego strompelen ook de stelende Mol en zijn zwangere zus Jackie binnen. Zij blijken de andere helft van Baers’ dubbelleven te kennen. Zijn nakende verjaardagsfeest zou wel eens verstoord kunnen worden.

Façade

Ben ik groots? loopt volmet personages die de realiteit ontvluchten. Ze scheppen zich een façade metwat hun dagdromen en snobismen hen als materiaal verschaffen. Helaas blijf je alskijker vooral aan die façade hangen. Het is moeilijk om verder te kijken dan de vlakke personages, de schoolse enscenering en de overacting die bij vlagenoverheerst.

Somt valt het stuk te vaak in herhaling. Eenkarikaturaal personage hoeft niet in elke zin diezelfde karikatuur te zijn.Wie Rafaëlnog steeds als een uiterst timide jongeman beschouwt, wordt om de twee minutenaan het tegendeel herinnerd. Voor de elfendertigste keer declameert mevrouwTristan uit de hagiografie van Prosper van Wijdendaele. Verrassen doet Ben ik groots? zelden.

De acteurs zijn het best als ze overdrijven buiten de grenzen van hun karikatuur

Gelukkig vindt het tweede deel een toch enigszins verloren gewaande dynamiek terug. De inbreng van de motorverslaafde tante Liesje zorgtbij vlagen voor schwung. Het slot is dan weer best grappig. Baers die een dolleverjaardagsdans uit zijn oude botten schudt. Of Baers die stuiptrekkend voorzijn leven vecht, terwijl de rest al zijn overlijden aan het bespreken is. De momentenwaarop de tekst de acteurs toelaat om meer te zijn dan de karikatuur, zijn Wina het meest op het lijf geschreven.

Ergens zou je in Ben ik groots? de contouren van een goed opgezette maskerade of eenzoektocht naar identiteit kunnen zien. Dan moet je wel door de overactingen de wat karikaturale aanpak kunnen kijken, die het verhaal soms overschaduwen. Om boven demiddelmaat uit te stijgen, had Wina wat meer handen aan het stuur kunnengebruiken.

Powered by Labrador CMS