recensie> Nachtelijk Europa uit de schaduwen

IFTf-recensie Wina: Dorestad

Dorestad, 1493. Hilde en Laurentia raken verwikkeld in het grootste bovennatuurlijke conflict van hun tijd: de voortslepende oorlog tussen vampiers en de inquisitie van Europa.

Gepubliceerd

Het Interfacultair Theaterfestival is een overkoepelen initiatief voor en door studenten die aan kringtoneel doen.

‘Dorestad’, geschreven door Olga Ponjee en voor Wina geregisseerd door Karim Réga, speelt zich af in een imaginair vijftiende-eeuws stadje in de provincie Utrecht. Roerige tijden breken aan, klassenverschillen waren nog nooit zo groot en godsdienstige geschillen nog nooit zo heftig.

De Conventie van Dorestad 1493

Beschuldigende vingers wijzen daarom richting heksen, demonen en vampieren. Nachtelijk Europa voelt zich genoodzaakt om uit de schaduwen te treden en kopstuk-vampier Horatio (Jari Peeperkorn) organiseert een conventie ter behoud van de wereldvrede tussen mens en bovennatuurlijk wezen. Het loopt echter niet op rolletjes. De verleidelijke rebellenkoningin en vampier Ariadne (Isabelle Sprenger) vormt alvast een eerste obstakel voor Horatio.

Intriges zwellen nogal overhaast aan

Rond dezelfde tijd wordt Hilde ‘Hoer van Dorestad’ (Nicky Rondelez) tegen haar wil naar het Onze Lieve Vrouwe Klooster verbannen. Haar enige troost vindt ze in de schuchtere Laurentia (Marike Goyvaerts), een non die tevens de erfgename van Horatio blijkt te zijn. De twee meisjes vinden elkaar na enkele emotionele momenten bij de miswijn en worden de beste vriendinnen. Maar wanneer ze tijdens een van hun wandelingen ontvoerd worden naar de conventie, barst de hel los.

Die hel is er in de vorm van enfants terribles Bruno en Lukas (Benjamin De Roeck & Michaël Liefsoens), die zich liever niet zomaar zouden neerleggen bij het edict om onder te duiken voor de Inquisitie. Intriges zwellen nogal overhaast aan, hier en daar wordt iemand gebeten, en Hilde - als vampier - manipuleert uiteindelijk haar weg naar de top.

Halsoverkop maar charmant

Het gedeelte na de pauze - waarin gekonkel, waanzin en manipulatie dus centraal staan - verloopt aan een hoger tempo dan het eerste deel. De plotse krankzinnigheid van Horatio na Laurentia’s dood, het halsoverkop verliefd worden van Bruno en de herwonnen brutaliteit van Hilde lijken nogal onaangekondigd in het verhaal te zijn gepropt.

Dat had verholpen kunnen worden door de voorvallen breder uit te smeren, misschien uitgebreider in te leiden en zo accenten te creëren in de verhaalontwikkeling. Dat, eerder dan alles rechtlijnig te willen weergeven.

De luchthartige scènes van Dorestad waren keer op keer raak

Los daarvan zijn we verrassend gecharmeerd geraakt door dit toneelstuk. Het zat ‘m echt in de details: de maquillage en kostuums, de ‘I love VampCon’ vlaggetjes, de vampiertandsnoepjes, de schijnbare zuigzoen in de nek van een van de acteurs. De luchthartige scènes van Dorestad waren ook keer op keer raak: Horatio die zich voorbij de zoen van Ariadne manoeuvreert en een kus op haar voorhoofd neerplant, bijvoorbeeld. Lekker smooth. En een fijn staaltje acteerwerk van Peeperkorn en Sprenger. Peeperkorn schittert verder het meest in zijn rol van Horatio wanneer hij stoffig en verstrooid doch vol zelfvertrouwen de conventie mag openen.

Anachronistische humor

En hoe kunnen we Adelbrecht, de gebochelde handlanger-clerus van Horatio, vergeten? Adelbrecht, geweldig vertolkt door Alexander van Werde, sloft zich handenwringende en met neus opgetrokken een weg tot aan zijn meester, begeleid door een pompeus viooldeuntje.

Smalend verkondigt hij zijn ambtelijke regeltjes (‘Artikel 1: gelieve eerst uw meester te redden alvorens u uzelf in redding brengt’) en deinst hij er niet voor terug om Wina’s crewleden naar hun plaats te dirigeren wanneer die het decor moeten veranderen. Met de figuur van Adelbrecht vond Wina een originele en humoristische manier om scènes vlotjes in elkaar te doen overvloeien.

Hoewel de verhaaldynamiek dus nog wat pittiger mag, zet Wina toch een innemend stuk neer dat ons aangenaam heeft verrast.

Ook op andere scènografische vlakken kan Wina overtuigen: de lichten die afwisselend de kloostertuin en de conventie beschijnen, de rode flits wanneer iemand wordt gebeten, de gotische rekwisieten, de feilloze kostumering.

Hoewel de verhaaldynamiek dus nog wat pittiger mag, zet Wina toch een innemend stuk neer dat ons aangenaam heeft verrast. De rake anachronistische humor, de archetypische dramatis personae en scenografie zorgen ervoor dat we geïnteresseerd blijven. Het plaatje klopt gewoon.

Powered by Labrador CMS