recensie> Totaalspektakel op Latijnse verzen

IFTf recensie: VRG en Ekonomika

Met het stuk 'Dido & Aeneas' engageerden VRG en Ekonomika zich om op elk vlak uit te blinken. Een puik spektakel was het gevolg, want als je met zoveel pijlen schiet, maken enkele missers niet uit.

Cast:

Dido: Soetkin Goossens

Aeneas: Theo De Lepeleere

Jupiter: Hendrik Van Eldere

Juno: Suzanne Decat

Venus: Sydney Caenen

Anna: Lisa De Smet

Iarbas: Wauthier Jacquet

Achates: Amber Vanacker

Ilioneus: Carl-Erik Heyvaert

Sergestus: Dries Lamberts Van Assche

Cupido: Lauren Drijvers

Ascanius: Seppe Pironnet

Maharbal: Morgane De Bock

Tekst: Vergilius, naar Christopher Marlowe

Regie: Bram Maeschaelck & Simon Van Doorn

De volle zaal verried dat de verwachtingen hooggespannen zouden zijn voor deze samenwerking tussen VRG en Ekonomika, een opvoering van de Latijnse oerklassieker Dido en Aeneas. Het verhaal van Vergilius is bij het grote publiek dan misschien niet zo bekend als de gemiddelde Shakespeare, het is wel basiskennis voor iedereen die Latijn gedaan heeft.

Met deze keuze moesten de kringen twee doelgroepen aanspreken: zij die nog nooit gehoord hadden van de tragische Carthaagse koningin en zij die zich in hun schooltijd urenlang over de Vergiliaanse verzen hebben moeten buigen. Het stuk, dat zich zowel baseerde op de originele tekst als op de bewerking van Marlowe, bewandelde de moeilijke middenweg tussen ontoegankelijk en belerend. De classicus kon zijn hart ophalen en de leek werd wegwijs gemaakt in de wirwar aan godenstambomen en lotsbestemmingen.

Pluim voor kostuums

Al van in het begin werd duidelijk dat er veel moeite was gekropen in een kwalitatieve productie. Na de proloog, ingeleid door een stem die de Latijnse verzen reciteerde, werd de scène van de schipbreuk bombastisch gesuggereerd met een lichtspel en live muziek. Een eerste pluim moet vooral ook worden uitgereikt aan de kostuums en de styling. De blitse make-up die de goden van de mensen moest onderscheiden, deden het geheel professioneel ogen. De kostuums van de ‘lagere’ personages hadden hetzelfde effect in hun sobere uniformiteit.

Als we de mythen mogen geloven, werd het leven op en aan de Olympos bepaald door twee factoren: de wil van de goden, en de menselijke stompzinnigheid. Wanneer hun aardse pupillen niet wilden voortmaken met het vervullen van hun lotsbestemmingen, kwamen Venus, Juno en Jupiter zich persoonlijk moeien om de situatie weer naar hun zin te laten verlopen.

Het was vooral godenkoningin Juno die hier de boel naar haar hand zette. Suzanne Decat zette met behulp van een scala aan vreemde geluidjes en maniertjes een psychotische helleveeg neer. Af en toe vroeg je je af of zoveel vertoon wel nodig was, maar het werkte wel: het publiek keek telkens uit naar haar verschijning, en beloonde haar monoloog zelfs met applaus.

Humor in tragedie

In het algemeen werd er door niemand slecht geacteerd – een prestatie op zich. Hoofdrolspelers Soetkin Goossens en Theo De Lepeleere zetten allebei een sterke vertolking neer, maar ook de nevenpersonages wisten voor flair te zorgen. Zo was Wauthier Jacquet overtuigend in zijn groeiende woede als de afgewezen dandy Iarbas. Of zorgden Carl-Erik Heyvaert en Dries Lamberts Van Assche als Ilioneus en Sergestus, paljassen van dienst, met hun anachronistische kwinkslagen in een gezapig Kempisch dialect telkens voor een goedgetimede komische noot.

Humor ontbrak dus niet in deze tragedie. In de dramatische scènes liet de regie het echter wat afweten. Er werd al te vaak hysterisch gejammerd en in haren gegrepen, wat voor een soort plateau van drama zorgde, zodat er nog weinig ruimte was voor spanningsbogen. De sleutelscène in de grot, waar Aeneas en Dido hun liefde voor elkaar verklaren, werd herleid tot een veel te brave dialoog. Koningin Dido kwam er soms eerder uit als een bakvis, en Aeneas deed af en toe meer denken aan het sympathieke Kulderzipken dan aan de vastberaden Trojaanse prins.

Het is pas tegen het einde dat de tragiek goed tot uiting komt. In de groots opgezette vechtscène tussen Aeneas en Iarbas komen met het gekletter van hun zwaarden ook de verschillende belangen van de grootste personages finaal in botsing.

Maar het is vooral de allerlaatste scène die beklijft, met een prachtige opvoering door Goossens van Purcells Dido’s Lament. Wanneer de kaarsen rond haar één voor één uitgaan, wordt het muisstil in de zaal. Het duurde na deze apotheose dus enkele seconden tot het publiek losbarstte in een staande ovatie. Ach, een recensent kan enkel muggenziften na zo’n puik etaleren van acteertalent, visie en spektakel.

Powered by Labrador CMS