recensie> IFTf-recensie: Spionnen
IFTf Medica: Slapstick zonder meer
Met Medica’s Spionnen kregen we voor de tweede keer deze maand inkijk in een ambassade. Maar was Assange op skateboard niet amusanter om naar te kijken?
Langetermijnlogé en zelfuitgeroepen goochelaar-in-residence Drobney (Marte Konings) opende Woody Allens herwerkte comedy met een korte monoloog. Ze deed dat op overtuigende wijze, het komende anderhalf uur was het uitkijken naar haar performances. Na de intro maken we kennis met de ambassadeur (Emma Torrekens), die bijna onmiddellijk op reis vertrekt, en haar zoon Alex (Kobe Haenen) die het boeltje ondertussen zal runnen. Even na haar vertrek vallen drie West-Vlaamse toeristen, genaamd de Hollanders, in schreeuwerige outfits de ambassade binnen. Ze zouden zich schuldig gemaakt hebben aan spionage, door zogezegd foto’s te nemen van een militaire basis. Naar huis terugkeren zit er niet in omdat de ambassade omsingeld wordt door politie die hun uitlevering eist. De Hollanders zitten vast en Alex moet ervoor zorgen dat de gebruikelijke gang van zaken van de ambassade gevrijwaard blijft.
Regie en acteurs kozen verder voor een nogal karikaturale speelwijze, daar moesten we even aan wennen
Gedurende hun verblijf fleuren de Hollanders het decor van de aanvankelijk zwart-witte ambassade op met steeds meer zelfgemaakte schilderijen, die tegelijk gezien kunnen worden als een metafoor voor de ontluikende liefde tussen Susan Hollander (Marte Vanbesien) en Alex. De artsen in spe laten onze harten echter niet sneller kloppen door deze romance.
De gesprekken tussen de spelers zijn realistisch, alledaags en weinig poëtisch. Regie en cast kozen verder voor een nogal karikaturale speelwijze, daar moesten we even aan wennen. Al speelde zeker Thea Hollander (Leen Capiau) na een poos erg naturel. Bij nichtje Susan met haar huppelpasjes en kinderlijk kleurrijke outfit was het een scène of twee gissen naar haar leeftijd.
De non-verbale communicatie van de acteurs was puik, ze bleven in hun rol en ze stonden met bakken spelplezier op het podium
Terwijl gezocht wordt naar een manier om de Hollanders weer richting heimat te krijgen, maken we ook kennis met Spaanstalige kok Esmeralda (Rhani Vannijlen) die een mix van Judeska van FC Kip en Manuel uit Fawlty Towers ten beste gaf, en met de intimiderende agent Krojack (Jade Konings), die met haar dreigende blik wel eens naast onze bureau zou mogen staan als we moeten studeren. Haar lichaamshouding was prima, eigenlijk net als die van de rest van de cast.
De keuze van de regisseur voor de invulling van sommige personages blijft een raadsel. Thea’s tekst was af en toe best komisch, maar anderzijds gedroeg ze zich regelmatig als een vervelend Studio 100-product dat goed in Thuis zou passen. Als Assange zich zo had opgesteld, zou hij al na één dag buitengebonjourd zijn. De rol van Alex kwam af en toe overdreven knullig over. Marians personage (Luna Vandenbulcke) was erg cliché geschreven als huisvrouw die van voor de Tweede Wereldoorlog stamde, immer druk in de weer met het huishouden was ze wel vergeten haar rol af te stoffen. Er was weinig tot geen evolutie te merken in de rol van de personages.
Wat blijft plakken
Soms struikelden de acteurs niet alleen over hun zinnen, maar ook letterlijk over het decor. Af en toe ging er iets mis, maar dat werd meestal spitsvondig opgevangen: ‘Die telefoon zal nu wel kapot zijn!’ Ook het tempo van het stuk zat goed, verstandig was dat er niet voor een pauze geopteerd werd. De non-verbale communicatie van de acteurs was puik, ze bleven in hun rol en ze stonden met bakken spelplezier op het podium. Muzikant Lieven Vandenbemden steken we graag een veer op zijn hoed. De gitaar bepaalde de sfeer, gaf veranderingen aan en bakende scènes af. Vindingrijk was ook de scène waarin de gitaar de muziek speelde die weerklonk door Marian’s koptelefoon.
Het stuk had alleen iets minder F.C. De Kampioenen en iets meer Monty Python mogen zijn
Wat we amper gehoord hebben - maar zeker ook niet gemist - was geschreeuw. Intensiteit werd gecreëerd op trommelvliessparende wijze. Zoals gezegd gebeurde dat door de gitaar, maar ook door de lichaamshouding en - typisch voor het genre - doordat het decor geregeld over het podium vloog. Verder zetten props zoals een rookmachine de sfeer: tijdens de inval van de politie leken we zelfs even richting Saoedi-Arabisch consulaat te gaan.
Na observatie blijven we met gemengde gevoelens achter. Slapstick is geen gemakkelijk genre. Sommige elementen uit Spionnen zaten echt goed, het stuk had alleen iets minder F.C. De Kampioenen en iets meer Monty Python mogen zijn.