recensie> Recensie: Jacco Gardners Somnium
Het universum volgens Jacco Gardner: mysterieus hypnotiserend
Met Somnium ruilt Jacco Gardner zijn kabinet van curiositeiten in voor futuristische synthgolven. In STUK stelde de Nederlander zijn nieuwe werk voor met flashy lichten in een kolkende astronomie.
Jacco Gardner staat al jaren garant voor catchy gitaarriedels en dromerige lyrics die Tame Impala in het niets doen verdwijnen. Op zijn nieuwste plaat Somnium liet Gardner zich inspireren door het gelijknamige boek van Johannes Kepler uit 1608, door velen gezien als het eerste sciencefictionwerk uit de geschiedenis. Het resultaat levert een absurde maar coherente nieuwe stijl op, ongetwijfeld een gevolg van Gardners samenwerking met zijn partner María Pondiello, een tarotkaartlezeres met een doctoraat in middeleeuwse manuscripten. Ja, zij was er ook bij.
Somnium brengt een hypnotiserend geluid, maar kan de luisteraar slechts sporadisch uit zijn droom doen ontwaken. De kenmerkende barokriedels maakten plaats voor trage en bombastische Stranger Things-klanken. Dat ook Gardners stem verdween zorgde voor een veel tragere plaat die de nodige verbeelding van de luisteraar vereist. Alsof je een auto krijgt zonder wielen; enkel in je dromen geraak je er dan.
Maar Gardner wist zijn nieuwe sound wel goed aan te kleden: het hele gebeuren werd als een ‘atmosferische 360°-luisterervaring’ verkocht. Het nieuwsgierige STUK-publiek mocht in een gezellige kring van rode kussens rond het artiestenpaar gaan zitten. Daaromheen stonden vier giganten van boksen: een experiment dat een impressionante wervelwind van klanken opleverde. Afgewerkt met meerkleurige spots die perfect op de sound waren afgesteld, werd de omvang van dit ambitieuze technologische project steeds duidelijker.
En die ambitie werd zeker gewaardeerd. Het valentijnspaar had de overige bandleden voor de gelegenheid thuisgelaten, maar de multi-instrumentalisten konden in het STUK werkelijk alles uit hun keyboards halen. Het waren vooral de zachtere nummers, zoals het eclectische Rising en het mysterieuze Lagrangian Point die in deze setting werkelijk tot hun recht kwamen.
Deze keuze had echter ook een prijs, aangezien we bij de sterkere en instrumenteel complexere nummers toch een bassist en drummer misten. Dat die passages werden opgevuld door (wat wij vermoeden) vooraf opgenomen samples leverde een gemiste kans op om het ietwat monotone geluid te doorbreken. Gardners Somnium wordt normaal vertoond met een bijpassende kunstinstallatie en zijn muziek is daadwerkelijk bedoeld om in de omgeving mee te draaien. Het ontbreken daarvan gaf de indruk van een onafgewerkte vertoning en nam voor ons de meerwaarde van een live-sessie wat weg.
Toch kan de individuele sterkte van Somnium niet echt in vraag worden gesteld. De wijze waarop Gardner zichzelf opnieuw weet te herdefiniëren is bewonderenswaardig en de Nederlander bewijst met dit album nogmaals een van de meest creatieve en dynamische artiesten van het moment te zijn. De nieuwe plaat is zeker het beluisteren waard, en verdient volgens ons dan ook meer dan een plaats in de achtergrond.