recensie> Recensie: De Kiezer Beslist
Het nieuwstedelijk haalt de politieke retoriek door de mangel
In volle aanloop naar de stembusgang van 14 oktober bracht Het nieuwstedelijk met 'De Kiezer Beslist' een aanstekelijke parodie op de politieke taal. Het had weliswaar nog net iets meer kunnen zijn.
De kleine zaal van OPEK doet dienst als huiskamer, waar we opgewacht worden door Mathias Van de Brul, in de rol van jonge kiezer. Ondeugend kijkt hij het publiek aan dat al een beetje ongemakkelijk grinnikt bij het neerzitten.
Met één uitgestoken vinger start hij de podcast op, als ware het zijn ontdekking, die hij wil delen met het publiek. De stemmen van politici, samengeplaatst door Adriaan Van Aken op muziek van Joris Caluwaerts, spreken de bekende woorden en zinnen uit die we elke verkiezing weer in veelvoud horen: ‘Ten eerste, één, allereerst: Het is aan de kiezer.. de kiezer beslist.. ja, dat laat ik over aan de kiezer.’ Het is zeer moeilijk om niet te lachen, niet alleen vanwege de vele herhaling, maar ook doordat Van Aken de verschillende partijen een heus debat laat voeren, dat zonder de inhoud een soort welles-nietes ruzie wordt.
Een positief verhaal
Met elk geluidsfragment wordt de wisselwerking tussen muziek en stemmen beter. Vanaf het derde fragment zet Van de Brul ook gekleurde lampen aan, elk symbool voor een partij. Het nu gekleurde stoplappengevecht leidt tot veel jolijt bij het publiek, dat dikwijls in een schaterlach uitbarst. Wanneer de politieke stemmen en lampen tegelijk ‘signaal, signaal, signaal’ scanderen en tonen, ligt het publiek voorovergebogen op de stoelen, en ook de Brul kan zijn glimlach niet onderdrukken.
De Kiezer Beslist is politieke satire die puur leuk is, ontdaan van alle pijnlijke kantjes. Het is een avond onbezorgd lachen, zonder je tenen te krommen over de rotte appels in het politieke spectrum en zonder je zorgen te maken over netelige kwesties of kwalijke ideologieën. Van Aken uit kritiek op alle partijen tegelijk, die juist aankomt doordat de gemeenplaats niet verlaten wordt.
Een nét niet-verhaal
Na 25 minuten opgewekt giechelen, staat Van de Brul terug klaar, voor zijn monoloog ditmaal. Zijn personage spreekt over de keuzes die je hebt als twintiger, over je terugtrekken en je verstoppen onder de tafel, of juist rebelleren of vechten. Over kiezen of laten, je lief kussen, of zelfs haar even voor lief nemen. Gekleed als een studentikoos ventje, brengt Van de Brul zijn rol van ‘groene knul’ overtuigend, soms net iets té overtuigend.
Want achter die leegte die blijkt uit de politieke zinnetjes, zitten wel degelijk problemen, en deze zwevende kiezer lijkt het niet te voelen. Het is een verwardheid die overeenstemt met de rol, maar die soms ook de vraag doet rijzen of Van de Brul niet nét te onrijp is voor zijn rol. Want ook zonder politieke interesse kloppen de geuite existentiële vragen aan de deur, juist dan wanneer je net bent afgestudeerd rijst deze twijfel. In de monoloog overheerst echter de nonchalance, zowel in de puberale uitdossing, als in de woorden die nét niet oprecht klinken.
Het simpele decor, met onder andere de zeer zichtbare lampen, helpt niet. Het geeft het gevoel dat we op de avant-première zijn of op de jaarlijkse voorstelling van de theaterschool. Een groot talent, maar zonder de middelen die hij nodig heeft om het geheel echt geloofwaardig te maken.
Het is een én, én, én-verhaal
Gelukkig start de podcast opnieuw, waardoor we in een oogwenk onze mijmeringen vergeten en terug gericht zijn op het stuk. Op hippe toontjes treden de platitudes weer op de voorgrond. De achterliggende spanning komt eindelijk op de voorgrond, en ook Van de Brul doet mee met deze sterke uitsmijter, waarin hij op de opzwepende muziek en woorden een paar vechtende bewegingen maakt. De jongen laat zijn twijfel dan toch achter, tenminste voor even.