opinie> Essay: Kan kunst van kunstenaar gescheiden worden?

Het brandmerk van de kunstenaar

Zeggen dat kunstenaars en hun werk doorgaans hand in hand gaan, is een open deur intrappen. Wat doen we daarom met kunst wanneer de kunstenaar in de fout is gegaan?

Een van de gevolgen van de vroege Renaissance was het erkennen van de kunstenaar van een werk. In de eeuwen daarvoor plaatste men vaak het werk op een voetstuk terwijl de maker als ambachtsman aanzien werd die al blij mocht zijn dat hij betaald werd voor zijn werk. Tegenwoordig noemen we maker en product vaak in de dezelfde adem. Het is de Bolero van Ravel, de David van Michelangelo en De kus van Gustav Klimt. De kunstenaar van een werk is hoegenaamd altijd bekend. Anonieme kunstenaars zijn een rariteit geworden. En de naamsbekendheid van een kunstenaar kan ook de waarde van een werk bepalen.

Een net ontdekte Rubens zal voor een bedrag met ettelijke nullen over de toonbank van de veiling gaan - niet per se omwille van het schilderij zelf, maar voornamelijk vanwege de handtekening in de hoek van het doek. Een sjofel uitziende man die posters met graffiti-stencils verkoopt op een New Yorks voetpad vraagt 50 dollar per stuk. Wanneer even later onthuld wordt dat Banksy achter deze verkoop zit, zijn de nietsvermoedende klanten plotsklaps miljonair geworden. Maar dan hebben we het louter over de economische waarde van kunst.

Zowel de vloek als de zegen van de kunst is de eeuwige aanwezigheid van context

En als liefhebber van de kunst wil ik geloven dat de hoofdreden voor het maken van kunst niet winstbejag is, maar het creëren van een artistiek project - waarbij ik natuurlijk maar al te goed besef dat kunstenaar ook een beroep blijft waarmee men wil rondkomen. Maar die financiële waarde terzijde heeft een kunstwerk vooral een artistieke waarde. Die hangt ook samen met de identiteit van de maker van een kunstwerk. De samengestelde canon bestaat immers vooral op vernieuwende of belangrijk geachte kunstenaars - niet zozeer specifieke werken an sich. Zo is Basquiat vernieuwend als figuur, en Kubrick een geniale regisseur.

Dergelijke opvattingen kunnen er wel voor zorgen dat bepaalde kunstwerken niet meer op zichzelf bekeken worden. Een nieuw boek van een auteur heeft een relatie tot zijn voorgaande oeuvre en draagt het nalatenschap daarvan. Een acteur wordt wel eens getypecast, een auteur 'gewritecast'. Herman Brusselmans mag een enorm teder, eloquent verhaal neerpennen over het omgaan met het verlies van een geliefde; de adem van het achterwaarts in de poes naaien werpt daar een schaduw overheen. Zowel de vloek als de zegen van de kunst is de eeuwige aanwezigheid van context. Die schept betekenis, maar neemt ook betekenis weg.

Werk ohne Autor

Die context speelt ook een rol wanneer we kijken naar de betekenis van een werk. Als er al zoiets bestaat als 'de betekenis' van een werk uiteraard. We gaan hier niet beweren dat we het antwoord kennen op de vraag wat kunst precies is, of wat kunst zou moeten brengen. Als persoonlijke maatstaf hanteer ik dat goede kunst niet zozeer een antwoord probeert te bieden, maar eerder vragen oproept bij de persoon die de kunst beleeft. Al is het dan wel zo wenselijk dat de vragen opgeroepen worden door het kunstwerk zelf, en niet door zijn maker.

Het werk zou voor zich moeten spreken - los van de context van de maker. Het kan heel goed zijn dat zo’n werk tegen de borst stoot. Al zolang als kunst bestaat, is ze aanstootgevend geweest. Manets Olympia was te uitdagend voor toenmalige critici, Duchamps Fountain ergerde de Society of Independent Artists. Salo, or 120 days of Sodom of A Serbian Film zetten de hele filmwereld op zijn achterste poten en zelfs een nummer als Rape me van Nirvana werd - begrijpelijk - niet met open armen ontvangen. Deze werken konden elk rekenen op een bepaalde vorm van censuur bij hun onthulling. Hier gaat het echter om censuur omwille van het werk, niet omwille van haar maker.

Het lijkt alsof de verwerpelijke boodschap van een werk pas werkelijkheid wordt, wanneer de kunstenaar die boodschap belichaamt

De laatste tijd lijkt het echter meer en meer voor te komen dat censuur toegepast wordt omwille van de kunstenaar achter het kunstwerk, en niet zozeer omwille van de boodschap die het kunstwerk uitdraagt. Deze omwenteling toeschrijven aan de #MeToo-beweging lijkt iets te kort door de bocht, al heeft ze deze evolutie wel in een stroomversnelling geplaatst. Als gevolg is het publiek genoodzaakt de vraag te stellen of ze nog wel mogen genieten van het werk van bepaalde makers. Of die überhaupt nog goed gevonden mogen worden, of mogen worden aangeprezen. Vooral in de film- en muziekwereld werd deze mentaliteitswijziging danig gevoeld, met als grote 'slachtoffers': Harvey Weinstein, Kevin Spacey, Casey Affleck, Ryan Adams, R. Kelly. De boycot trof ook mindere goden: denk aan Louis C. K. of dichter bij huis Bart de Pauw en Jan Fabre.

Bij al deze namen zorgt het wangedrag van kunstenaars voor de censurering van een werk waarin dat wangedrag zich niet voortzet. Bij een regisseur als Lars Von Trier trekt de controverse rond zijn persoon - hij vergeleek zich jaren geleden in Cannes met een nazi en 'begreep Hitler' wel - zich door in het thema van films als Antichrist of The House That Jack Built (waarin zonder terug te deinzen op zeer plastische wijze de avonturen van een seriemoordenaar gevolgd worden).

In de muziekindustrie vinden we een ander lichtend voorbeeld. Zowel de tekst als de videoclip van Blurred Lines zijn op zijn zachtst gezegd vrouwonterend te noemen. De verontwaardiging van een kleine groep geschoffeerden ten spijt, werd het nummer op elk radiostation en in menig fuifzaal grijsgedraaid. Pas toen het nieuws naar buiten kwam dat Robin Thicke de echtelijke trouw niet zo nauw nam en ook zijn handjes niet altijd thuis kon houden, zette de censuurmachine zich in gang en werd geopperd voor een boycot van de muzikant. Bijna alsof de verwerpelijke boodschap van een werk pas werkelijkheid wordt, wanneer de kunstenaar die boodschap belijdt en belichaamt.

Cancel Culture

Een gevolg van deze censuurbeweging is de zogenaamde cancel culture, waarbij gepoogd wordt bepaalde makers volledig van het artistieke toneel te weren. Het valt op dat de manier waarop het publiek dit cancellen van artiesten toepast, doordrenkt is van willekeur. Zowel op vlak van wie geviseerd wordt als de manier waarop. Consistentie alom in de meest gekende voorbeelden. Weinstein werd na de uitgelekte verhalen volledig uit de filmwereld verbannen - en werd het symbool van de beweging. Kevin Spacey's rol als oliemagnaat J. Paul Getty werd op het laatste nippertje nog helemaal opnieuw gefilmd met Christopher Plummer in zijn plaats en zijn personage in House of Cards kreeg een weinig eervolle en overhaaste off-screen death. Dichter bij huis werd Bart de Pauw het uithangbord voor al het misbruik in de mediawereld met als resultaat een uitsluiting van het Vlaamse televisielandschap (en het eigenhandig opstappen uit productiebedrijf Koekentroef dat hij nota bene zelf opgericht heeft).

De inconsistentie van het publiek bij het uiten van deze wrok wordt echter al snel zichtbaar. Woody Allens A Rainy Day in New York mag niet gedraaid worden in Amerika, maar trekt in België grote zalen vol. Na de documentaire Finding Neverland was er plots terug consensus dat Michael Jackson écht niet deugde als persoon, maar werd zijn muziek wel nog steeds gedraaid op nationale radio - met een quasi-lacherige waarschuwing dat het aankomende nummer gemaakt is door een pedofiel. Een paar nummers later passeert een hit van Chris Brown of R. Kelly - notoire vrouwenmishandelaars - zonder problemen. Dit noopt ons de vraag te stellen in hoeverre de genialiteit van een kunstenaar diens misdaden goedpraat.

Het bekijken van werk met Affleck of Spacey wordt gelijkgesteld met het goedkeuren van seksuele intimidatie en verkrachting

Het gevaar - vanuit het perspectief van de kunstliefhebber - is dat de voor de cancel culture de inherente betekenis of waarde van een werk niet meer van betekenis is. Het publiek beoordeelt de kunstwerken aan de hand van de moraliteit van de maker. Slaagt die niet voor de test, dan gooien we het kind met het badwater weg. Alsof de werken besmet zijn met de verdorvenheid van de maker - ook als die in de verste verte niets met de persoonlijke problematiek te maken hebben. Op die manier evolueert kunst tot een soort politiek spel waarbij het beleven van bepaalde kunstwerken an sich al het innemen van een standpunt inhoudt. Waarbij het bekijken van werk met Affleck of Spacey gelijkgesteld wordt met het goedkeuren van seksuele intimidatie en verkrachting. In dat opzicht is de fatwa - hoe verderfelijk ze ook is - die indertijd uitgesproken werd over Salman Rushdie op zijn minst wel consistent te noemen: de auteur werd aangepakt vanwege zijn werk.

Cancel culture is louter politiek en heeft met kunst niets van doen. We willen slechte personen niet financieel steunen, hoe geniaal, vernieuwend en ongelooflijk schoon hun kunst ook zijn mag. De keuze een werk te boycotten houdt geen esthetisch oordeel in; kunst wordt volledig ondergeschikt gemaakt aan politiek. Naast het feit dat de beweging in praktijk hypocriet en inconsistent te werk gaat, situeert het belangrijkste pijnpunt zich op het niveau van de theorie. Er wordt geen afweging meer gemaakt. De ene waarde wordt genadeloos boven de andere geplaatst. Iedereen is het ermee eens dat een regisseur die seksueel misbruik maakt van zijn actrices ontslagen moet worden, hoe geniaal zijn films ook mogen zijn. Maar wat boeit het dat we blijven kijken naar American Beauty? Soms weegt esthetische waarde door op politieke waarde. Het schone is al honderden jaren het goede niet meer.

Powered by Labrador CMS