ANALYSE KUNSTOPLEIDINGEN

'De wereld zit niet te wachten op kunstenaars, maar heeft ze wel nodig'

kunststudenten

Tachtig procent van de kunststudenten blijkt te geloven dat de maatschappij hun opleiding als minderwaardig ziet, blijkt uit een kleine enquête. Drie vierde vreest niet als kunstenaar aan de slag te kunnen.

Gepubliceerd Laatst geüpdatet

In Vlaanderen zijn er ongeveer 275.000 studenten in het hoger onderwijs, een kleine 8.000 daarvan volgt een kunstopleiding. Uit een indicatieve rondvraag van Veto bij tachtig kunststudenten blijkt dat tachtig procent onder hen het gevoel heeft dat de maatschappij hun opleiding als minderwaardig beschouwt. Eén op drie geeft aan soms zelf het gevoel te hebben dat de eigen opleiding onderdoet voor andere richtingen in het hoger onderwijs.

Simon Van Damme, algemeen directeur van LUCA School of Arts, begrijpt waar dat beeld vandaan komt: 'De maatschappij toont niet aan dat de kunsten veel prioriteit krijgen. Besparingen komen eerst terecht bij de kunsten en als er een pandemie is, worden de cultuurhuizen als eerste gesloten.'

Onderschat, ondergewaardeerd en onbemind

Ook Rudi Laermans, cultuursocioloog aan de KU Leuven, verklaart het gevoel van de studenten aan de hand van het overheidsbeleid: 'Subsidies lijken een zeker maatschappelijk belang aan te duiden en daarbij staan de kunsten niet bovenaan. Zo kan je indirect concluderen dat kunst niet in het centrum van de maatschappelijke appreciatie staat.'

Hoewel op vlak van subsidies de kunsten niet bovenaan lijken te staan, consumeren mensen dagelijks producten gemaakt door afgestudeerden van het hoger kunstonderwijs. Denk maar aan boeken, kleding, tv, foto's, grafisch ontwerp… 'De wereld zit niet te wachten op kunstenaars, maar heeft ze wel nodig. Je moet je plaats zelf creëren', vat Johan Pas, hoofd van Koninklijke Academie voor de Schone Kunsten Antwerpen, samen

'Er zijn weinig mensen die louter als praktiserend kunstenaar aan de slag kunnen gaan'

Simon Van Damme, algemeen directeur LUCA School of Arts

Een andere reden voor de negatieve perceptie die rond het kunstonderwijs hangt, schrijft Laermans toe aan de focus die de opleidingen zelf leggen. Alumni stromen vaak door naar de populaire en commerciële kunsten. Studenten uit drama-opleidingen komen regelmatig in de tv-wereld terecht, waar ze meespelen in series zoals Thuis die bij het grote publiek zeer geliefd zijn. Conservatoria leveren dan weer de componisten van je favoriete filmmuziek af en de academie voorziet de modeontwerpers van de toekomst.

'Dat "neveneffect" van kunstopleidingen is groter en maatschappelijk relevanter dan het bedoelde effect. Dat wordt echter niet gezien omdat de scholen vooral over de bedoelde effecten praten en die benadrukken', verklaart Laermans. Veel studenten beginnen wel met het doel om zelf in de 'hoge' kunsten als praktiserend kunstenaar aan de slag te gaan, maar in de loop van de studie en de rest van hun leven verschuift deze focus.

Mariella Devos, opleidingshoofd van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen, wijt de eerder negatieve perceptie van de kunsten dan weer aan de maatschappelijke focus op productiviteit. 'Een kunstenaar stopt nooit met werken. Als die niet actief bezig is, dan is die aan het verwerken, plannen, voelen, kijken. De maatschappij is sterk gefocust op productiviteit, maar wanneer die niet meetbaar is, wordt dat moeilijk. Veel werk dat kunstenaars uitvoeren wordt niet gezien.'

Verandering op til?

Ondanks het gevoel dat de kunststudenten hebben, merkt Pas een positieve evolutie op: 'Vroeger was het hoger kunstonderwijs zeker lager aangeschreven. Dat beeld is de laatste tien jaar zeer hard veranderd. Ouders zeggen niet meer systematisch dat de studenten eerst iets anders moeten gaan studeren.'

'Niet elke rechtenstudent wordt later advocaat, datzelfde principe geldt in de kunsten'

Mariella Devos, opleidingshoofd Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen

Dat blijkt ook uit de enquête. Slechts bij een enkeling waren de ouders tegen de studiekeuze. Drie vierde gaf zelfs aan dat hun ouders de keuze voor de richting volledig steunen. Van Damme bevestigt dat: 'De keuze voor de kunsten is evidenter geworden. In onzekere tijden volgen we dan toch ons hart.'

De laatste jaren is er bovendien zwaar ingezet op de onderzoekende kant van het hoger kunstonderwijs. Sinds kort is het mogelijk om te doctoreren in de kunsten. Dat onderzoek en de doctorandi dragen volgens Devos bij aan het positief evoluerende beeld.

Beroepsstress

Een tweede opvallende resultaat uit de enquête is dat drie vierde van de kunststudenten bang blijkt te zijn om niet als praktiserend kunstenaar aan de slag te kunnen of om niet aan een stabiel inkomen te geraken. Van Damme begrijpt die zorg: 'Er zijn weinig mensen die louter als praktiserend kunstenaar aan de slag gaan. Het traditionele werkveld is nu eenmaal beperkt. Net daarom leiden wij de studenten binnen het hoger kunstonderwijs van LUCA op voor een breder scala aan loopbaanperspectieven.'

Devos vindt dat relatief logisch. 'Niet elke rechtenstudent wordt later advocaat, dat is in de kunsten net zo.' Ze is van mening dat je studenten niet per se moet klaarstomen voor één vak. 'Je leert iemand om in het leven te staan met kunst en zichzelf uit te drukken. Die persoon doet daar dan iets mee, ook al gaat die uiteindelijk niet als kunstenaar aan de slag.'

'Het is niet de beste kunstenaar gegeven, maar de student die zich goed op de markt kan zetten'

Mariella Devos, opleidingshoofd Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen

Het verschil hierbij tussen de toegepaste kunsten en de vrije kunsten is wel groot. Als student grafische vormgeving of fotografie geraak je gemakkelijker aan werk binnen je domein dan als student beeldhouwkunst. 'Werk vinden is voor een vrije kunstenaar nooit evident geweest, ze moeten eerst een oeuvre uitbouwen vooraleer ze naar een galerij kunnen gaan', verklaart Pas.

Op zoek naar zekerheid

Studenten die wel echt als praktiserend kunstenaar aan de slag willen, zijn genoodzaakt om hun eigen zaak te voeren. Devos denkt dat de toekomst en de werkzekerheid van een student nauw samenhangen met diens talent om zichzelf op de markt te zetten. 'Je bent als jonge kunstenaar een kleine zelfstandige. Het is niet per se aan de allerbeste kunstenaar gegeven, eerder aan de student die zichzelf het beste kan commercialiseren.'

De verschillende opleidingen proberen hun studenten hier zo goed mogelijk op voor te bereiden en de alumni er verder bij te ondersteunen. In Antwerpen is dat systeem al goed uitgewerkt, in Leuven staat het nog in zijn kinderschoenen. Koninklijke Academie voor de Schone Kunsten Antwerpen organiseert bijvoorbeeld netwerkevenementen om (oud-)studenten in contact te brengen met mensen uit het werkveld.

Vaak wordt naar het onderwijs gekeken voor een stabiel inkomen

Bij onder andere drama, modeontwerp en grafisch design wordt vaak gevraagd om stages waarvan geweten is dat studenten regelmatig een contract aangeboden krijgen. In een uitzonderlijk geval begeleidt de school studenten bij het indienen van een (subsidie)dossier. Daarnaast verschijnt op steeds meer scholen een verplicht vak dat studenten moet klaarstomen voor het werkleven en de administratieve kant die daarbij komt kijken.

Om toch zeker te zijn van een stabiel inkomen wordt er vaak naar een job in het onderwijs gekeken. Vijftien procent van de respondenten vertrouwt erop dat ze als docent aan de slag zullen kunnen. Devos beaamt dat: 'Als je graag zekerheid wil en je hebt er de passie voor, moet je voor het onderwijs gaan.'

Powered by Labrador CMS