ESSAY 505-CONCERTEN

De tragedie van muzikaal activisme

U2-frontman Bono met voormalig Amerikaans president Barack Obama in 2006.

Artiesten zullen de politiek nooit hun geliefde kant op kunnen sturen, schrijft cultuur­redacteur Elias Fret. 'Wel zullen ze volop gebruikt worden door politici: om brede steun te veinzen voor hun programma of om zich af te kunnen zetten tegen de progressief-culturele wereld.'

Gepubliceerd Laatst geüpdatet

Artiesten hebben vaak weinig andere keuze dan de teloorgang, of – iets minder vaak – de bloei van de wereld te aanschouwen. Dat is voor sommige artiesten vaak moeilijker dan je zou denken. Zo keek ex-Beatle John Lennon met een weemoedige, ietwat wazige hippiebril naar de wereld(politiek), wat ervoor zorgde dat hij de wereld met een naïef perspectief analyseerde in Imagine (1971), een van zijn grootste hits. 

Het liefst van al leek iedereen zo veel mogelijk op elkaar, dat zou de wereld toch wat makkelijker maken, redeneerde Lennon. 'Imagine there's no countries', horen we, even later gevolgd door 'imagine no possessions' en 'I hope someday you'll join us / and the world will live as one.' 

Bruce Springsteen hield het tien jaar later wat gevatter in superhit Born in the U.S.A. met zijn striemende kritiek op de Vietnamoorlog, gevoerd onder presidenten Lyndon B. Johnson en Richard Nixon. 'So they put a rifle in my hands / send me off to a foreign land / to go and kill the yellow man', zingt Springsteen onder de aanstekelijke melodie van het nummer uit 1984. 

Ook U2 – voorlopig nog steeds de grootste rockband aller tijden – spaarde haar kritiek op het buitenlands beleid van de Verenigde Staten niet. Nadat frontman Bono en gitarist The Edge afreisden naar Nicaragua, zagen ze de gevolgen van het buitenlands beleid van Reagan. Dat beleid gaf steun aan de rechts-extremistische en gewapende groepering de Contra’s. 

'And I can see those fighter planes / across the mud huts where the children sleep', klinkt het schrijnend in Bullet The Blue Sky uit U2's succesalbum The Joshua Tree. Of nog: 'Across the field you see the sky ripped open / see the rain through a gaping wound / pounding on the women and children / who run into the arms of America'. 

Ambitieus

Progressieve artiesten als Bono claimen daarmee hun bescheiden bijdrage te leveren aan het maatschappelijke debat, maar zijn daarbij juist koren op de molen van de politici en beleidsmakers waartegen ze zich afzetten.

Hoewel Springsteen zich bijvoorbeeld uitdrukkelijk afzette tegen Reagan, verklaarde die laatste opportunistisch een 'enorme fan' te zijn. Het noopte Springsteen zich tijdens een concert publiekelijk te distantiëren van de Republikeinse president en hem belachelijk te maken: 'The President was mentioning my name the other day, and I kinda got to wondering what his favorite album musta been', lachte hij.

Hoewel de artiesten tijdens de 0110-concerten ongetwijfeld de pannen van verschillende daken speelden, droeg het weinig bij tot 'een meer verdraagzame samenleving'

Toch verkoos het Amerikaanse volk in 1988 Reagans vicepresident George Bush Sr. tot hun nieuwe president, waarmee Reagans beleid de facto werd verdergezet. Dertig jaar later gebruikte Donald Trump zowel in zijn campagnes van 2016 en 2020 bij de regelmaat van de klok Springsteens muziek. Springsteen zette zich vervolgens in het rijtje met muzikanten die zich (tervergeefs) verzetten tegen het spelen van hun muziek op Trumps rally's, naast Adele, The Smiths-gitarist Johnny Marr, Rihanna en The Rolling Stones.

Fuiven tegen extreemrechts

Het kan natuurlijk ook andersom. In 2006, enkele weken voor de gemeenteraadsverkiezingen, organiseerde dEUS-frontman Tom Barman de 0110-concerten. Barman verenigde verschillende Belgische artiesten, die vervolgens in verschillende steden optraden, 'voor verdraagzaamheid, tegen racisme, tegen extremisme, tegen zinloos geweld', aldus de organisatie. 

De timing was niet toevallig, aangezien Vlaams Belang in Antwerpen toen op stevige winst stond in de peilingen. Hoewel de artiesten ongetwijfeld de pannen van verschillende daken speelden, droeg het weinig bij tot 'een meer verdraagzame samenleving'. 

Dat de organisatie van de 505-concerten het onomwonden heeft over maatschappelijke uitdagingen als de klimaatopwarming, doet het initiatief een stuk minder universeel uitschijnen

Vlaams Belang rolde zich toen in een slachtofferrol: toenmalig voorzitter Frank Vanhecke sprak van een samenzwering door de culturele wereld: 'Het hele Belgische establishment spant paniekerig tegen ons samen omdat wij aan het winnen zijn', zo zei hij. Het Vlaams Belang ging er bij die verkiezingen in 2006 ook met een halve procent op vooruit, en brak ook in verschillende landelijke gemeenten voor het eerst door. 

'Verdraagzaamheid'

Dinsdag werden ook de 505-concerten aangekondigd, die op 5 mei zullen plaatsvinden in Antwerpen, op initiatief van Balthazar-gitarist Tijs Delbeke, influencer Elisabeth Van Lierop en 11.11.11-directeur Els Hertogen. Ook nu weer is de timing niet toevallig: op amper een maand van de moeder der verkiezingen op 9 juni 2024 willen de 505-concerten Vlamingen verenigen 'die opkomen voor een wereld waarin iedereen een eerlijke kans krijgt op een goed leven; een wereld waarin we iedereen als mens zien en waarin we zorgen voor elkaar en onze planeet.' 

Dat de organisatie het onomwonden heeft over maatschappelijke uitdagingen als de klimaatopwarming of het conflict in Gaza, doet het initiatief een stuk minder universeel uitschijnen dan het geval was bij de 0110-concerten, nu bijna twintig jaar geleden. 

Dat was – in de woorden van Tom Barman – een collectieve 'fuif tegen het Vlaams Belang', terwijl het nu wellicht zal gaan om een groep van progressieve mensen die het ongetwijfeld volledig eens met elkaar zullen zijn en zich achteraf gezamenlijk zullen afvragen waarom de mensen nu toch op extreemrechtse partijen zouden stemmen.

Hoewel het initiatief ongetwijfeld goedbedoeld is, zullen rechtse partijen dit eens te meer framen als 'een aanval vanuit de culturele elite', en misschien nog wat sneller besparen op de cultuursubsidies in de volgende legislatuur.

Of ze het nu willen of niet, politici zullen artiesten en hun muziek altijd gebruiken. Dat doen ze om brede steun te veinzen voor hun programma, of om zich op dramatische wijze af te kunnen zetten tegen de progressieve, culturele – of zo je wil – woke wereld. En de muzikanten staan voor kijk.

Powered by Labrador CMS