recensie> Verslag van de voorrondes van het IFR
De R van rally, maar niet altijd van rock
Op woensdag 28 en donderdag 29 november organiseerden VTK en LBK voor de 35e keer de Interfacultaire Rockrally. We kregen veel lawaai, maar jammer genoeg wat minder muziek.
Met elk een pintje in de hand stonden we klaar om omver geblazen te worden door de bands die de muzikale arena gingen betreden en elkaar als gladiatoren gewapend met gitaar en grote trom gingen bevechten. 11 kwamen, slechts 5 overwonnen. Een verslag.
Warm en zwoel
De eerste avond opende meteen gewaagd met een gitaarsolo van de hand van Papilloon (Docentica). De gitarist werd snel vervoegd door de andere leden van zijn zeskoppige band om ons op te warmen met stevige gitaren, elektronische synths en hier en daar ook een dansbaar staaltje tienerrock. Het herinnerde ons aan de muziek die we luisterden toen we 15 waren, een sound die onderstreept werd met hun cover van I Kissed a Girl. De zwakke zanger en de wat onsamenhangende stijl liet hen niet verder komen dan de voorrondes, maar opgewarmd waren we ondertussen wel.
Warm genoeg om te beginnen aan de jongens van Little Wolf (Industria). De zwoele boys maakten het ons met hun laid back vibe en sex appeal meteen nog een stukje warmer. De klank had iets weg van Girls in Hawaii. Ken je die niet? Dan noemen we ze graag Balthazar, maar minder zagerig. Of laat ons zeggen Bazart, maar dan goed. Om het geheel nog wat zwoeler te maken, brachten ze een cover van No Diggity. Dat ze de finale niet haalden is spijtig, maar misschien had het wel iets te maken met die gebroken snaar die niet vervangen kon worden. Press F to pay respects.
Waar is dat feestje?
Joe & the Llamas (Ekonomika) kregen dan weer geen F op hun rapport. Het publiek smaakte de ongegeneerde rock van de jonge economisten. Met een sound die ergens het midden hield tussen Rage Against the Machine en Pearl Jam pakten ze graag uit met luide gitaarrock met de nodige solo hier en daar geponeerd. Hun cover van Pearl Jam’s Alive bewees nog maar eens dat ze de techniek meester waren. Dat de zanger eerder op Eddie Vedder met een verkoudheid leek dan op Eddie Vedder zelf, nemen we er graag bij.
Nu we over een verkoudheid spreken, denken we meteen aan Wow Koala (Musicologica). De frontman klonk met zijn nasale stem een beetje als Philippe Geubels, maar gelukkig dan met wat meer haar om te showen. Die verkoudheid had hij waarschijnlijk opgedaan sinds hij met blote voeten optreedt, meteen ook de hippie vibe die over de hele band hing. Beetje luchtbelletjes blazen, een paar melodieuze riffs placeren en af en toe eens een Duits woordje droppen in de weinig inhoudelijke teksten. Het was genoeg om de jury te bekoren.
Afsluiten deden we met Sleep Deprivation Squad (Medica). Toepasselijk, want het werd al laat op de avond. De brave coverband had een zomerse en punky klankkleur die onderstreept werd door hun gebruik van saxofoon en ukulele. Met covers van onder meer Alt J’s Breezeblocks en de immer tienerklassieker Teenage Dirtbag brachten ze een wat onsamenhangend, doch entertainend samenraapsel van klanken. De frontzangeres werd jammer genoeg wat te vaak overstemd door de gitaren op de voorgrond. Misschien volgende jaar eens solo terugkeren met je ukulele?
Veel geblaat, weinig wol
De tweede avond vond plaats in de Baarr van LBK. Een kleinere zaal, die desalniettemin goed vol zat voor de openingsact. Het was ØNCE (VRG) die de spits mochten afbijten. Het viertal bracht degelijke rock waarbij het stemgeluid van de frontman ons nu eens deed denken aan Placebo, dan weer aan Arctic Monkeys. Voeg daarbij een Andrew Garfield-grijns en het is meteen duidelijk waarom het vrouwelijke publiek lustig los ging.
Daarna was het de beurt aan Bojan (NFK) om het beste van zichzelf te geven. Om een toeschouwer te citeren: ‘Je hebt noise en je hebt lawaai.’ Helaas vielen de twee boys van Bojan iets te vaak in die laatste kolom. Onder het motto ‘luider is niet per se beter’ – een kleine kritiek op het geluidsniveau van de hele avond trouwens – kon het tweetal niet echt overtuigen. Ook de weinig filosofische teksten konden ons niet echt bekoren. Terug wat herbronnen in de grot, jongens!
Stijgende lijn
De derde band speelde een thuiswedstrijd, want LBK vaardigde True Rose af. De band die de schone, Vlaamse boerendochter – we laten onze creatieve geest even op de loop – ondersteunt, kwijt zich prima van haar taak. Maar ook de zangeres, die tevens fijn pianowerk afleverde, gaf het beste van zichzelf. Hoewel het voornamelijk brave rock was die ze brachten, krikte haar zoetgevooisde stem het niveau van de avond wat omhoog. Het publiek nam het haar in dank af. Complimenten ook voor de snor van de drummer, trouwens.
Net over halfweg was het tijd voor de zegetocht van Rivals of Madtown (Politika). De initiële zenuwen die we opmerkten, waren volledig onterecht. Het trio bracht een set die strakker stond dan de kaaklijn van Alex Turner. Met jeugdig enthousiasme en onversneden plezier speelden ze riffs om duimen en snaren van af te licken. De Rivals of Madtown lieten de hele Baarr headbangen en maakten het onmogelijk om stil te staan. Ze vormen het bewijs dat een rockrally soms gewoon klassieke, harde rock nodig heeft, en zijn ook onze persoonlijke favoriet om volgend semester met de hoofdvogel te gaan lopen.
Hoogtepunt voorbij
New Related (VTK) leverde een meer dan behoorlijke set af, maar had de pech om net na Rivals of Madtown te moeten optreden. Technisch zat het allemaal goed wat de ingenieurs voorschotelden, maar het miste de punch die er bij de vorige band te over was. Daardoor is hun optreden wat uit ons geheugen vervaagd. Sorry boys.
De afsluiter van de avond luisterde naar de naam Dat Cookie Tho (Psychologische Kring). Een band met een vrij hoog rockgehalte, die aankondigde dat ze nog een feestje wilden bouwen – en dat onderstreepten door een doos ballonnen over het publiek uit te gieten. Kinderachtig willen we het niet noemen, maar dat doen we toch. Wel jammer dat de drummer er af en toe naast zat en de frontman het zingen vaak verving door schreeuwen of rappen. We blame the soundcloud rappers.