recensie> Michael De Cock brengt 'Dood van een handelsreiziger'

De handelsreiziger draait zich om in zijn graf

Michael De Cock brengt een Vlaamse "Dood van een handelsreiziger". Een oud stuk dat niet aan relevantie verliest. Toch lijkt de handelsreiziger wel erg dood in deze uitvoering.

Een stuk geschreven in 1949. "Dood van een handelsreiziger van Arthur Miller behoort in het theater tot het oerrepertoire,” vertelt Michael de Cock, regisseur van de voorstelling. “Als je dit stuk brengt, voeg je jezelf toe aan een lange lijst.” De toneeltekst Death of a salesman, zoals het origineel van Miller heet, is inderdaad een meesterwerk.

Het stuk toont een momentopname uit het leven van Willy Looman, handelsreiziger en vader. Doorheen de meeslepende dialogen wordt het duidelijk dat elk personage zichzelf en anderen, bloedverwant of niet, reduceert tot zijn succes of gebrek daaraan. Onrealistische ambities verzanden in pijnlijke teleurstellingen.

Willy Looman is een personage geworden dat de grenzen van het individu overstijgt. Zijn frustraties, en hoe die langzaam zijn gezond verstand doen wankelen, zouden iets intrinsiek menselijks ontbloten. De handelsreiziger, vaak (terecht) met Hamlet vergeleken, toont een man die het slachtoffer wordt van zijn eigen (materialitische) dromen. Een thematiek die akelig naadloos zijn plaats vindt in de 21ste eeuw.

Geforceerd

De zaal is klein, heel klein. Het publiek zit net iets te dicht tegen elkaar aan en men kan bijna de warme en beheerste ademhaling van de acteurs horen. De scène is minimalistisch. Enkel een groot scherm, bestaande uit opeengestapelde woorden, breekt het podium op in een voor- en achtergrond. Die imposante muur is opgebouwd uit metalen dreigementen die de woorden ‘promotie’, ‘opzegtermijn’, ‘slaagkans’ en andere spellen.

Die tweedelige enscenering zorgt doorheen het stuk voor een goed functionerend beeldenspel. Figuren bewegen zich in en uit het licht maar worden nooit volledig onzichtbaar. De elegante opstelling, waar een coulisse opvallend ontbreekt, lijkt veelbelovend en passend bij de rauwe directheid van Miller’s tekst.

Helaas weerspiegelt het spel die subtiliteit niet. Geforceerde gezichtsuitdrukkingen zorgen ervoor dat elke emotionele scène zijn doel mist. De ontroering blijft oppervlakkig en de spanning oplosbaar. De acteerprestaties zijn luid en bombastisch, maar missen de finesse en beheersing die de personages tot hun recht zouden laten komen.

Even later, wanneer Willy lijkt in te storten en bijna mechanisch de naam van zijn oudste zoon begint te roepen houdt het publiek zijn adem in. “Biff, Biff, Biff,” klinkt het hypnotiserend. Duizelig werd echter niemand door het zuurstoftekort, aangezien het aangrijpende moment weer razendsnel voorbij was.

Kitsch

Dialogen bestaan uit heen en weer flitsende zinnen die de complexe relaties tussen de personages overstemmen. Introspectieve momenten die Willy Looman zijn mythische proporties geven, zijn in een vingerknip voorbij. Een stuk dat normaal gezien meer dan twee uur duurt, is plots na iets meer dan één uur gedaan. Ook een tekst die een Pulitzer won, heeft af en toe nood aan stiltes.

De regie lijkt geen duidelijk doel voor ogen te hebben. De onhandig toegevoegde mopjes lokken enkel ongemakkelijk gelach uit. Beroemde scènes, zoals de begrafenis die het einde van het stuk inluidt, zijn geschrapt waardoor veel van Millers finesse verloren gaat.

Je zou wensen dat dit een bewuste verkitsching is, die Millers aanklacht tegen het kapitalisme extra in de verf probeert te zetten. Helaas lijken alle overbodige gimmicks (denk maar aan een onnodig muzikaal intermezzo, de flitsende lichten en de musicalmicrofoons) er eerder ingesukkeld dan een strategische keuze.
Zoals De Cock zelf aangeeft, voeg je jezelf toe aan een lange lijst wanneer je dit stuk heropvoert. Toch was de lijst beter even lang gebleven. Het woord toevoegen impliceert een meerwaarde, en die was helaas niet te vinden.

Powered by Labrador CMS