analyse> Dekolonisatie in de cinema
De balans na 25 jaar Afrika Filmfestival
Vooroordelen blijven onze culturele blik nog steeds beperken en dat maakt het Afrika Filmfestival na 25 jaar nog pijnlijk relevant.
Tijdens Vierkant voor Afrika, een bijeenkomst van ngo's in 1996, merkte historicus Guido Convents op hoe ze over Afrikaanse problemen spraken en pretendeerden oplossingen in pacht te hebben. 'Terwijl ze niet eens aan de aanwezige Afrikanen vroegen of dat effectief de problemen waren die moesten opgelost worden. Zij zaten er voor spek en bonen bij.'
Met dat welwillende paternalisme van die organisaties en een ontbrekende Afrikaanse stem in het achterhoofd, stampten hij en wijlen Guido Huysmans het Afrika Filmfestival (AFF) uit de grond. Een 'artistieke, sociale en educatieve organisatie', aldus Convents. Vandaag, 25 jaar later, is het festival een van de grootste in Europa dat Afrikaanse films in de kijker zet.
Het dekolonisatiedebat
Het Afrika Filmfestival probeert het wij-versus-zij-verhaal te doorbreken door verhalen uit Afrika naar het publiek te brengen in de vorm van films die een authentiek beeld weergeven. Geen achterhaalde verhalen over het Afrika van op televisie, een continent van armoede en miserie, maar verhalen van een Afrika waarin we onszelf als mens kunnen herkennen met thema's als transgenderschap en familiegeheimen.
'Als je je bezighield met kritiek op het koloniale systeem, was je communist'
Guido Convents, oprichter AFF
Het AFF kan echter niet genieten van grote media-aandacht of van resonantie bij een breder publiek. 'Als je je vroeger bezig hield met kritiek hebben op het koloniale systeem, dan was je een communist en werd je gemeden. Vandaag is er gewoon desinteresse terwijl de samenleving nog doordrongen is van een koloniale cultuur', aldus Convents.
Voor Filip De Boeck, professor antropologie aan de KU Leuven, is het kolonialisme eveneens geen verleden tijd: 'Het is formeel misschien een afgesloten periode, maar op vele manieren leven koloniale denkbeelden vandaag nog heel erg sterk verder.'
Waar blijft de student?
Het bereiken van mainstream media en de pers blijkt niet gemakkelijk. Kunnen studenten dan een mogelijk publiek zijn? Volgens Convents stond die groep vroeger meer open voor films vanuit verschillende hoeken. 'Vroeger was er een stormloop naar Poolse, Russische en Argentijnse films.'
Moderne trends en de komst van sociale media zorgen echter voor een verandering in ons kijkgedrag. 'Nu kan je allemaal films vinden op Netflix, maar je gaat er geen Poolse bekijken: je kijkt wat gekend is. Dat verengt je blik', verduidelijkt Convents. Dat leidt ertoe dat ook studenten moeilijker in het verhaal van AFF mee te krijgen zijn, maar de laatste jaren komen er gelukkig meer en meer studenten.
'In naam van Afrika'?
Ondanks welgemeende intenties blijft het AFF niet gespaard van kritiek. Het team bestaat uit witte mannen en vrouwen met slechts één Afrikaanse collega.
Ook De Boeck wordt daar als professor mee geconfronteerd: 'Ik ben zestig, wit en een man - ik merk zelf dat spanningsveld, maar tegelijk denk ik dat dat nu eenmaal een onderdeel is van een evolutie die onomkeerbaar is. Mensen kunnen nu wel uiting geven aan hun agency; het is hun moment om gehoord te worden. Dat is gewoon juist, ook al is dat soms vervelend. Ik denk dat dat een heel terechte evolutie is.'
'Ik werk al jaren met Afrikaanse locals en nu gaan ze je ondervragen als filmmaker'
Ike Bertels, cineast
Het roept actuele vragen op: kan je als witte persoon nog zo'n diversiteitsplatform opstarten en in welke mate is een niet-Afrikaanse regisseur in staat om een authentieke weergave te geven van het continent? Cineast Ike Bertels stelt die tendens in vraag: 'Ik werk al jaren met Afrikaanse, lokale mensen. Nu gaan ze je ondervragen als filmmaker. Het is zo rigide toegepast zonder te begrijpen waar het over gaat.'
Convents is alvast stellig: 'Als Ousmane Sembene, de vader van de Afrikaanse cinema, 10.000 dollar krijgt van Harvard en gratis naar Leuven komt om mijn boek voor te stellen, dan denk ik niet dat het festival verkeerd bezig is. Dat is geen pretentie hebben.'
'Het betekent wel dat het festival naar Afrikanen luistert om de wijze waarop zij de werkelijkheid ervaren te kunnen bevatten. Dat is met alles zo. Het vraagt inzet, nieuwsgierigheid en openheid', besluit Convents.