recensie> Recensie: DBDDBB - Hiatus/Daniel Linehan
DBDDBB mist een portie balorigheid
In DBDDBB laat Daniel Linehan klankpoëzie dialogeren met het constante marsritme van een groep dansers. Een poging om een nieuwe taalvorm te ontwikkelen gaat deels de mist in.
Onder een hemel van fijne zilverkleurige pijpjes en twintig zwevende sneakers zetten vijf dansers hun eerste danspassen op scène. Daarbij volgen ze allen de cadans van een zwevend spotlicht dat de maat aangeeft. Gedurende de hele voorstelling zullen de vijf een gelijkaardig danstempo aanhouden.
Georkestreerde chaos
Met de ogen dicht zou je denken dat ze dansen als een marcherende eenheid, maar dat doen ze allerminst. Hun tempo mag dan wel gelijkaardig zijn, de choreografische invulling kent een grote verscheidenheid. In een georkestreerde chaos zie je een aaneenschakeling van dansbewegingen die het volledige podium aandoen. Ieder danst zijn eigen partij binnen de geijkte ritmiek. Op die manier wil choreograaf Daniel Linehan de positie van een individu binnen de groep bevragen. Kan je als individu loskomen van de massa(beweging)?
Een ander element dat Linehan de voorstelling binnenbrengt, is klankpoëzie. Daarvoor vond hij inspiratie bij de nonsensgedichten van de dadaïsten, een culturele beweging ten tijde van Wereldoorlog I die heilige kunsthuisjes onderuit haalde. Dat verklaart ook de titel DBDDBB, wat sterk doet denken aan een rijmschema.
Voor Linehan is niet de inhoud van taal belangrijk, wel de fysieke resonantie ervan
Voor Linehan is niet de inhoud van taal belangrijk, wel de fysieke resonantie ervan. In relatie tot dans werkt het in twee richtingen. Enerzijds legt de taal een ritme op, anderzijds is het onderworpen aan de dans. Bij hoog tempo wordt spreken moeilijk en stokt de taal.
Denken in het ijle
Het is een insteek die bij aanvang van DBDDBB de zintuigen op scherp stelt. Je bent in extase door de prikkels die je overvallen, je zoekt naar signalen en wil vatten wat op scène gebeurt. Een natuurlijke reflex, extra versterkt door die vreemde taal die je niet kan thuisbrengen.
Tegelijk loopt het op dit punt redelijk snel mank in deze voorstelling. Ondanks de dansintensiteit en de indrukwekkende manier waarop de verzonnen taal wordt gebracht, vallen de twee nauwelijks met elkaar te rijmen. Al te vaak is het denken in het ijle en hopen op een vallend touwtje om ergens aan vast te knopen. Zijn de dansers uitgelaten van vreugde of woede? Moeilijk uit te maken, waardoor een onbehaaglijk gevoel van onbegrip groeit.
De voorstelling ontbeert expressieve radicaliteit, zowel op dans- als taalvlak, om in de ban te raken. De keuzes mogen scherper zijn, dat verstrekt het voordeel van duidelijkheid. Daarnaast maakt DBDDBB te weinig gebruik van de prachtige decorinstallatie op het podium - de eerder vermelde zilverkleurige pijpjes en sneakers, ontworpen door het duo Karel Burssens en Jeroen Verrecht.
De voorstelling ontbeert expressieve radicaliteit om in de ban te raken
Wanneer ze de installatie wel actief betrekken, kent de voorstelling een opleving en blijkt het potentieel dat schuilgaat in DBDDBB: ritselende pijpjes doen glitteringen ontstaan, een donker oranje gloed valt over het podium, dansers nemen plaats in een spirituele kring onder de hemel en religieus aandoende gezangen vatten aan. Hier kruipt de voorstelling onder de huid, en zegt één klank meer dan duizend woorden. Maar naar meer van zulke beklijvende momenten is het vergeefs zoeken.
Daniel Linehan maakt enkele interessante artistieke keuzes in DBDDBB, die echter niet allemaal even goed uit de verf komen. Het uitdagende idee om gebruik te maken van klankpoëzie mist de nodige dadaïstische balorigheid om krachtig uit de hoek te komen. Net als de zwakke link tussen taal en dans. Beiden weten elkaar te weinig te versterken. Wel geslaagd is de ingenieuze wijze waarop het constante marsritme behouden blijft doorheen de voorstelling, zonder daarbij in herhaling te vallen. En niet te vergeten, de concentratie waarmee het dansende vijftal de verzonnen taal brengt, van geen enkele 'spraak-tuimelperte' te beschuldigen.