ACHTERGROND CARTOONS

Cartoons staan steeds meer onder druk. Hoe ver reikt de censuur?

Cartoons in de publieke ruimte moeten kunnen, vond professor Europese politiek Steven Van Hecke. Daarop organiseerde hij een tentoonstelling vol met politieke cartoons. Al hebben die het steeds moeilijker. 'We zijn cartoons veel ernstiger gaan nemen.'

Maastricht, 29 april. Acht Europese kop­stukken – waaronder Commissie­voorzitter Ursula Von der Leyen – gaan in een zaal aan Het Vrijthof met elkaar in debat. Onder­tussen protesteren pro-Palestijnse demonstranten hevig tegen Von der Leyen. Maar tussen de concertzaal en de betoging in staat er een constructie opgesteld met verschillende politieke cartoons op. 

Het is een grappig voorbeeld van hoe cartoons onbedoeld in het midden van het politieke spel kunnen terechtkomen. Professor Europese politiek Steven Van Hecke (KU Leuven) haalde samen met het fonds InvolvEU veertien van die cartoons - allen genomineerd voor de European Cartoon Awards - naar België, voor een tentoonstelling in de inkomhal van bibliotheek Tweebronnen.

Buiten dat de standaarden misschien een beetje verschoven zijn, stelt Van Hecke opgelucht vast dat de cartoons nog niet zijn gevandaliseerd, wanneer hij de bibliotheek binnenwandelt voor ons gesprek. 'Ofwel is dit een teken dat mensen zich nog niet gekwetst hebben gevoeld door de cartoons, of nobody cares', lacht hij. 

Duizend woorden

Wie al eens in een les van Van Hecke heeft gezeten, zal merken dat hij die graag stoffeert met enkele cartoons. Zoals bijvoorbeeld met de cartoon van Lectrr die de dood van de Russische oppositieleider Navalny afbeeldt, en bovendien aan de haal ging met de Europese prijs. 'Dat wist ik natuurlijk nog niet op het moment dat we de cartoons selecteerden. Maar ik vind het zeker niet erg', grijnst hij. 

'Een cartoon is altijd gepast. Ik trek mij van niemand iets aan'

Lectrr, cartoonist De Standaard

'De cartoon verwoordt op een treffende manier hoe Navalny zowel letterlijk als figuur­lijk monddood werd gemaakt', zegt Van Hecke. 'Een geweldige vondst: je moet er maar opkomen. Het is een cliché, maar zo'n cartoon zegt inderdaad meer dan duizend woorden. Mochten beelden niet zo krachtig zijn, ging er ook niet zoveel aandacht naar.' 

Dat beaamt Lectrr ook zelf: 'Een boodschap waar een columnist een volledige A4 voor nodig heeft, kan ik brengen in één tekening. Een cartoon is daarom een heel machtig instrument, een waar in veel landen politici met veel argwaan naar kijken.'

Belangrijk instrument

Wat maakt een cartoon dan zo krachtig? Er schuilt altijd een zekere dubbelzinnigheid in, legt Baldwin Van Gorp, professor journalistiek aan de KU Leuven, uit. 'Je kan het op verschillende manieren interpreteren. Dat laat toe om kritiek op machthebbers niet direct te formuleren, maar indirect, en zo censuur te omzeilen. Het is daarom een belangrijk instrument voor creatievelingen en opposanten.' Toch lonkt het risico op censuur steeds om de hoek, óók in democratische samenlevingen.

Zo nam begin deze maand The Washington Post-cartooniste Ann Telnaes ontslag bij die krant nadat haar cartoon - die eigenaar Jeff Bezos bekritiseerde - werd geweigerd. 'Mijn krant (De Standaard, red.) heeft mij gelukkig nog nooit onder druk gezet, maar is helaas zelf wel al onder druk gezet geweest', zegt Lectrr. Zo werd de krant onder vuur genomen door de Chinese ambassade, na een cartoon van Lectrr over de uitbraak van het coronavirus. 

Maar het kan ook dramatischer aflopen. Tien jaar geleden vielen twee geradicaliseerde islamisten de redactie van het satirische blad Charlie Hebdo in Parijs binnen en vermoord­den ze het hele team tijdens de ochtend­vergadering, nadat het blad een cartoon die Mohammed afbeeldde had gepubliceerd. Voor Lectrr luidde de aanslag op Charlie Hebdo en de (eerste) verkiezing van Donald Trump tot Amerikaans president een nieuw tijdperk in, maar dan in negatieve zin. 

Boven de radar

'Cartoonisten zijn veel zichtbaarder geworden, terwijl ze vroeger meer onder de radar zaten', zegt Lectrr. 'Sinds Charlie Hebdo krijg ik ongeveer wekelijks drie doods­bedreigingen of anonieme stalk­telefoons, terwijl dat daarvoor nooit voor­kwam. In 2020 werd er een laster­campagne, waar het 't Scheldt en het Vlaams Belang aan meewerkten, opgezet om mij te laten ontslaan.' 

'We zien de maatschappelijke rol van humor niet meer'

Baldwin Van Gorp, professor journalistiek (KU Leuven)

'We leven niet in een totalitair regime, maar toch staan cartoons en tekenaars steeds meer onder druk', stelt Van Gorp vast. Hij wijst ook nog naar The New York Times die in 2019 al haar 53 cartoonisten – onder wie Lectrr – ontsloeg na een kritische cartoon over Donald Trump en Benjamin Netan­yahu. 'Ik had er jaren naar gestreefd om binnen te raken, en dan wordt je plots voor niets buiten gezet', zucht Lectrr. 

Het is voor Van Gorp een voorbeeld van hoe het genre onder vuur ligt. 'Vandaag leven we in een tijd waarin de tolerantie naar andere meningen beperkt is. Een politieke cartoon is als een speldenprik. Het zegt veel dat we die zo ernstig zijn gaan nemen: we zien de maatschappelijke rol van humor niet meer. Het is een onschuldig, maar heel belangrijk genre, dat op een andere manier naar de actualiteit kijkt en er luchtigheid in brengt.' 

Hofnar

Lectrr vergelijkt zijn werk met dat van een hofnar: 'Heel weinig mensen konden effectief vrijuit spreken, maar een hofnar kon als buitenstaander toch via een humoris­tische omweg een kritische noot geven.' 

Het risico bestaat dat een hofnar zichzelf censureert, uit voorzorg. 'In principe zou dat niet mogen, maar het kan gebeuren voor je het zelf weet', zegt Van Hecke. 'Er zelf bewust van zijn is daarom een belangrijke eerste stap. Daarom was wat Ann Telnaes deed zo moedig: ze werd in de steek gelaten door haar krant, maar hield de eer aan zichzelf door ontslag te nemen. Daardoor tekent ze nog steeds wat ze gepubliceerd wil zien.' 

Toch mogen we niet te zwart-wit denken over zelfcensuur, vindt Van Hecke. 'Het is niet omdat het toegelaten is, dat je het ook moet doen. Een zekere vorm van terug­houdend­heid kan ook getuigen van respect, om niemand nodeloos te kwetsen. Maar wat een toonbeeld van hoffelijkheid kan zijn, wordt door anderen toch afgedaan als zelfcensuur.' 

Wanneer is een cartoon dan gepast, en wanneer gaat hij te ver? 'Een cartoon is altijd gepast', zegt Lectrr. 'Ik trek mij van niemand iets aan, ook niet of mensen zich erdoor gekwetst zouden voelen. Ik schop wel altijd naar boven, nooit naar beneden. Maar het belangrijkste is nog steeds: een cartoon moet grappig zijn.'

De tentoonstelling loopt nog tot 29 januari in de inkomhal van bibliotheek Tweebronnen. 

Powered by Labrador CMS