recensie> Concertrecensie
'Carmina Burana' van LUK doorstaat de hittetest
Het huis is letterlijk te klein voor de eerste opvoering van de befaamde Carmina Burana door het Leuvens Universitair Koor (LUK).
Dat mag een compliment heten, maar wijst toch vooral op een schromelijk gebrek aan ruimte in het gebouw van de geloofsgemeenschap van Sint-Jacob. Waar het publiek al van in het begin zit te puffen, moet het voor het enorme koor nog een heel stuk warmer geweest zijn. We betrappen ons op de gedachte dat het maar goed is dat de twee andere voorstellingen in het Lemmensinstituut plaatsvinden – jammer, in zekere zin, dat dit een zorg moet zijn.
Gelukkig maakt het concert zelf de ongelukkige locatie meer dan goed. Waar het eerste deel van het concert, met stukken van componist Jules Van Nuffel, ons nog niet helemaal omverblaast, is het kroonstuk van de avond, Carl Orffs Carmina Burana, daar des te meer toe in staat. De zangers van het LUK zingen net als bij het kerstconcert eind vorig jaar heel goed, en worden sterk aangevuld door de wat meer mature koorstemmen van Tourdion. Ook visueel geeft het een mooi beeld – jong en oud gaan onder, boven en naast elkaar staan en zorgen voor een mooi collectief.
Ook kinderkoor Clari Cantuli verdient alle lof, niet alleen voor hun zuivere lied, maar ook voor het geduld dat ze moeten opbrengen tijdens het concert. Netjes staan wachten en er staan op het juiste moment, het is toch een hele opgave voor kinderen vanaf zeven jaar oud.
Rondvliegende ellebogen
Het samenspel met het Vlaams-Brabants Symfonie Orkest verloopt dan weer stroever dan vooraf gehoopt. Vooral op ritmisch vlak is het soms moeilijk om koor en orkest op dezelfde lijn te krijgen, hetgeen gelukkig voor een groot deel gemaskeerd wordt door het aanwezige slagwerk. Nochtans toont het orkest wel dat het technisch heel sterk is – net de lastigere stukken verlopen verrassend vlot, het potentieel is er dus. Het gaat dan ook vooral om afleidende slordigheidsfoutjes, die vermeden hadden kunnen worden door net wat meer samen te repeteren (toegegeven, een logistieke nachtmerrie). Al kunnen we ons ook voorstellen dat de locatie, en dan vooral de temperatuur, hun invloed hebben op de instrumenten.
Het concert wordt afwisselend geleid door dirigenten Koen Vits en Rik Ghesquière. Vaste LUK-dirigent Vits neemt de composities van Van Nuffel voor zijn rekening en doet meteen een gooi naar de prijs voor de meeste overgave. Hij moet op dat vlak in het tweede deel echter zijn meerdere erkennen in Ghesquière, die prompt zijn dirigeerstokje het orkest in zwiert en dan maar enkele minuten verder gaat met de uitgestoken wijsvinger. Ook de solisten, die naast Ghesquière zitten, moeten af en toe wegduiken voor een expressief rondvliegende elleboog.
Maar goed, die Carmina Burana komt er dan ook wel stevig in. Voor de gelegenheid zijn ook drie solisten opgetrommeld, die een echte meerwaarde zijn voor het geheel. Bariton Ivan Thirion galmt door de zaal en scoort ook punten met zijn gezichtsuitdrukkingen. Het wordt al helemaal leuk wanneer Thirion even zijn startmoment vergeet, aangepord wordt door de dirigent en er dan maar een luchtig toneelstukje bovenop doet. Sopraan Esther Kouwenhoven vormt een gepast, killer tegengewicht, al leek ze soms wat verveeld toen ze niet aan het zingen was. Als surprise du chef krijgen we ook tenor Denzil Delaere te horen, die tussen de rest van het koor heeft plaatsgenomen. Ook van op relatief grote afstand vult Delaere op zijn eentje de hele zaal – klasse.
Overigens is de Carmina Burana niet alleen iconisch, maar ook best wel grappig. Seks, drank en verleiding zijn onverwacht komische thema’s, die het extra leuk maken om actief mee te volgen. Zo'n programmaboekje wordt dan een troef.
We vergeven het LUK dan ook met plezier de hitte en het aanschuiven in de nauwe gang van het gebouw. Het was genieten, zowel van het stuk als van de opvoering. Zo simpel kan een slotconclusie soms zijn.