voorbeschouwing> De menselijke Mohikaan
Campustoneel speelt 'RUR: Alleen maar robots'
Robots nemen de wereld over, of althans het STUK. Met 'RUR' dropt Campustoneel 96 jaar oud repertoiretheater in de 21ste eeuw.
Nog lang voor de R2-D2’s van deze wereld en zelfsnog lang voor Asimovs I, Robotbedacht de Tsjechische schrijver Karel Capek de term robot in zijn stuk RUR. Dat dateert uit 1920, maar pas nu valt het stuk te bewonderen op Belgische bodem. Wasgetekend: Campustoneel.
Vanaf de eerste secondenheerst de bevreemding in de Verbeeckzaal van het STUK. Harry Domin (Wauthier Jacquet), baas in robotfabriek RUR, betast ongegeneerd zijnsecretaresse Sulla (Flavie Lindemans), zij typt stoïcijns voort. Enkel haarlege, licht beangstigende glimlach en ietwat gemechaniseerde intonatie verraden dat ook zij een robotis. Wat haar menselijk maakt, maakt van Domin een gek en van ons voyeurs.
Toch blijf je kijken, ookal stelt de steeds vervagende grens tussen robots en mensen je allerminst gerust. We zijn een half uur ver wanneer Helena (Ruth Ieven), te gast in de fabriek, de mensen nog amper van de robots kan onderscheiden.Zij wil de robots redden, de directeurs van RUR lachen haar uit. Of robots dan een loon moeten krijgen, gooien ze schertsend op. Laat hen ineens stemmen! In 1920 ongetwijfeld een vrijblijvende grap,maar zijn 2016, het tijdperk van, ik zeg maar wat, de zelfrijdende auto, zeker niet.
De thematiek is actueel, maar de tekst is jammer genoeg ouderwets gehouden
De thematiek is dus actueel,maar de tekst is jammer genoeg ouderwets gehouden. De personages spreken nogsteeds over dubbeltjes en telegrammen. Sommige exposés zijn een tikje te langdradigof te moralistisch (“Zo staat het niet in de schoolboekjes!”), terwijl datvandaag net averechts werkt. Dat een robotbouwer God wil vervangen, zal hetpubliek een eeuw geleden geschokt hebben, maar wat betekent dat nog in onze geseculariseerde samenleving?
Structureel zit het stuk danweer wel sterk in elkaar. Regelmatig laten de personages een ballonnetje op datpas een uur later landt. De eerste tekenen van verzet, een revolver dat toevallig opduikt, papieren die met manisch gelach worden verbrand.
Übermensch
Na de pauze ziet het universum van RUR er helemaal anders uit. Het speelvlak is een burcht van kippengaas geworden, de robots houden roerloos de wacht. Op nauwelijks tien vierkante meter gaan zes acteurs compleet loos. Ze roepen en tieren, staan neus aan neus met elkaar en het publiek. Af en toe wordt het net iets te melodramatisch - waarom moest die sterke dialoog over de übermensch op zo'n cartooneske manier onderbroken worden? - of praten de acteurs te stil om het gekraak van de houten vloer te overstemmen. Dat ze vaak met hun rug naar het publiek moeten spelen - de toeschouwers zitten rond het speelvlak - helpt daar niet veel aan. Toch laat de cast ook regelmatig mooie dingen zien.
Als je toch één naam moet onthouden, laat het dan Joachim Deman zijn. Als de laatste Mohikaan van het mensenras tegen de oprukkende robots draagt hij het laatste halfuur van het stuk. Zijn marcelleke doordrenkt van het zweet en nepbloed, druppels parelend op zijn neus. Ook in het studententheater is men niet vies van een staaltje method acting.
Wat er overblijft is een schemerzone, gevat in kippengaas. Daar is het na drie uur theater nog steeds fijn toeven
Vernieuwende setting
RUR had slechte scifi kunnen zijn, het zoveelste robots-bedreigen-de-mensheidverhaal dat wordt weggeslikt met een slok cinemacola uit een belachelijk grote beker met veel te veel ijsblokjes. Dat dat het niet is geworden, heeft veel te maken met de visuele aanpak. Niet alleen is er het centrale speelvlak, dat op het einde perfect de chaos in het hoofd van de personages weergeeft, ook over het licht is nagedacht. Felle witte spots leiden je blik naar waar die moet zijn en dragen bij aan filmische beelden. Enkele extraatjes als een rode alarmlamp en een allergezelligst wit gloeilampje maken het lichtplan af.
Op het einde van drie uur toneel weet niemand het nog. De robotheeft lief, de mens absorbeert informatie. Wat er overblijft is eenschemerzone, gevat in kippengaas. Daar is het na drie uur theater - intensief om naar te kijken en te luisteren, ongetwijfeld nog veel intensiever om te spelen - nog steeds fijn toeven. De experimenten met het speelvlak en het licht draaien bijna allemaal goed uit, zodat RUR een klassiek stuk in een vernieuwende setting over universele problemen is, een oneindige lopende band van boeiende gedachten en sterke beelden waar je allerminst als een robot van afrolt.