artikel> Recensie
Campustoneel speelt Boeren Sterven
Drie boerenkinderen trekken naar de stad voor een beter leven. Campustoneel schetst in Boeren Sterven op ingrijpende wijze het verval van dit drietal. Een abstract stuk vol tragiek, leed en afzien.
Drie naamloze kinderen - twee broers en een zus - gaan gebukt onder de miserie op het platteland. Hun vader, een boer die bloed spuwt, terroriseert het huishouden en het eten is op. Nadat grootmoeder sterft en de zus een miskraam baart van haar seksueel misbruikende vader, verlaten de drie het ouderlijk huis op zoek naar een betere toekomst. Ze trekken naar de stad.
Een rij donkere gestalten wacht hen op. ‘De stad heeft niets voor jullie.’ Niet geïntimideerd trekt de oudste broer eropuit om brood op de plank te krijgen. Dat, terwijl de andersbegaafde jongere broer en de zus thuisblijven. Maar de stad geeft hen niets. Terwijl teleurstelling groeit en hoop wegebt begint de oudste broer zich steeds meer als zijn vader te gedragen. Zijn abusieve incestueuze gedrag ten opzichte van zijn zus legt een nog donkerdere schaduw over het drietal, de jongste broer probeert het allemaal niet te zien.
Door de stad gebroken gaat de oudste broer op zoek naar restjes aarde, hij strooit ze over het asfalt maar niets wil groeien. Ook de zus gaat aan het leven in de stad ten onder, ze vlucht in de drank en prostitutie en legt zich in een goot om te sterven. Uiteindelijk keert het drietal terug naar hun ouderlijk huis. Van hoop of vreugde is geen sprake meer.
Naturalistisch drama van het donkerste soort
Voor Boeren Sterven neemt Campustoneel ons mee naar een verlaten Carwash op de oude Stelplaats van de Lijn. Een gewaagde locatie die zich uitstekend leent tot een naturalistisch drama van het donkerste soort. ‘Het kan zijn dat de plon uitvalt, maar dan schijn je gewoon met je gsm op de scènes die je graag wilt zien’, worden we op voorhand gewaarschuwd. Gelukkig blijft de stroomuitval beperkt tot enkele sporadische flitsen van duister.
Het stuk van Duitse schrijver Franz Xaver Kroetz werd voor deze voorstelling op ingenieuze wijze herwerkt door Yentl Gijbels. Vooral de abstracte vormgeving en het ruimtegebruik zijn goed doordacht, wat tot visueel zeer sterke scènes leidt. Een groeiende teleurstelling in de stad laat zich bijvoorbeeld blijken uit de verhuis van meubelstukken, wat met steeds minder en minder fut gebeurt.
Het decor geeft blijk van een creatief gebruik van de locatie. Zo kruipt de zus na haar teloorgang letterlijk onder de grond, gevangen onder een rooster in wat in vroegere tijden wellicht een reparatiegeul was. Het ruimtegebruik blijft ook niet beperkt tot de scène, soms roept een acteur van tot wel dertig meter buiten de zaal.
Overtuigende confrontatie
De kraaknette regie is troef. De scènes zijn helder opgebouwd en lopen naadloos in elkaar over. De plot is gemakkelijk te volgen maar biedt door de abstracte vormgeving toch nog ruimte voor interpretatie. Het stuk schuwt expliciete scènes noch fysieke confrontaties en is daardoor nogal confronterend.
De ijzersterke expressie van de twee hoofdpersonages trekt de toeschouwer volledig het stuk in. Levi Deblauwe schildert in zijn rol als oudste broer overtuigend de aftakeling van een boze maar hoopvolle jongeman. Zijn verval tot een gedesillusioneerde, abusieve en gewelddadige partner op het randje van de waanzin treft de kijker, en hard. Ook Laura Fonteyn bezit als ‘zus’ een uitgebreid palet aan emoties. Wanneer ze een miskraam heeft en zich van haar ongeboren kind moet ontdoen, is haar pijn uiterst tastbaar. Ook van haar wanhoop, angst en woede kan ze het publiek steeds overtuigen. De fysieke confrontatie tussen deze twee acteurs, tenslotte, is er één van zeer hoog niveau.
Herauten van de dood
Tegen deze krachtige expressie steekt de tekst van het stuk hier en daar wat af. Dialogen missen inhoud en de ruzies en roeptirades bevatten veel herhalingen. Het zorgt ervoor dat de acteurs af en toe vervallen in een wat kinderlijk welles-nietes. Ook de opbouw van emotie doorheen het stuk doet wat repetitief aan. In vele scènes bouwt de woede op dezelfde manier op om dan in een scheldtirade of vechtpartij te pieken, wat tot een opeenvolging van gelijkaardige uitbarstingen leidt.
De acteurs zijn stuk voor stuk goed in hun rol ingewerkt. Zo weet Joachim Deman, als tirannieke vader van het gezin, ons met één rochel al te overtuigen dat van deze man weglopen geen slecht idee is. Senne Cambré versterkt als jongste broer en onschuldig slachtoffer niet alleen de tragiek, maar zorgt ook voor de weinige ademmomenten in wat gerust een zwaar stuk genoemd kan worden. Ook de figuranten blijken een grote meerwaarde, als herauten van de dood schuifelen ze over het podium, kondigen het noodlot dat in de stad wacht aan en bieden rijke mogelijkheden tot symbolische interpretatie.
Naast het creatieve decor en ruimtegebruik is ook de rest van de vormgeving on point. Zowel kostuums als rekwisieten spreken tot de verbeelding en maken dat we de rauwheid concreter beleven. Een muzikant begeleidt de voorstelling live met gitaar, zang en soundscapes, een ietwat onorthodox repertoire dat de sfeer van het stuk precies weet te vatten en de spanning mee dirigeert.
Boeren Sterven is zonder twijfel een ijzersterk stuk, met een nauwgezette regie en toegewijde cast. Het weet ons, ondanks de wat repetitieve erupties, te overtuigen en mee te slepen in zijn miserie. En daarin zit de kracht van het stuk. We worden ondergedompeld in teleurstelling, pijn en tragiek, zonder ophouden. Het raakt diep. Er is geen hoop in Boeren Sterven en maar goed ook.