artikel> Integratie legt druk op informele sfeer

Campus Groep T: De lookalike van het Guggenheim

Het Groep T gebouw barst uit zijn voegen. Studenten moeten uitwijken naar een nieuwe aula en KU Leuvengebouwen, al komt zo de gezellige ons-kent-ons-sfeer in het gedrang.

ID-kaart

  • 1834, waarvan 330 internationale studenten
  • BA en MA Industriële Wetenschappen
  • Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen
  • Academisch beheerder: Frank Baert


Campus Groep T is aande binnenkant een lookalike van het Guggenheim in New York. De industrieel ingenieurs hebben er voorlopig nog allemaal samen les, al komt daar veranderingin. “Het gebouw barst uit zijn voegen,” vertelt voorzitter van de studentenraadHenk Lietaert. “Er wordt een nieuwe aula gebouwd en we zitten voor een aantallabo’s al in de gebouwen van de KU Leuven.”

Het aantal studentenis sinds de integratie van de campus in de KU Leuven fors toegenomen. “Er komenelk jaar 15 procent studenten bij,” vertelt Yves Persoons, communicatiemanagervan de campus. “De stijging is groter bij internationale studenten en ooksterker dan op andere campussen. Het KU Leuven-effect werkt hier wel,” aldusPersoons.

Die uitbreiding weegtechter op de typerende informele sfeer. Industriapreses Senne Vanstraelen vertelt: “De KU Leuven heeft nieuwe professoren aangeworven en met hen is het contact duidelijkformeler. Ik vind het jammer, want ik heb de oude tijd gekend. We gingen toenwel eens met de proffen op café, maar dat is nu zeldzaam geworden bij de KU Leuven.”

“De informele sfeer is inderdaad moeilijker,” beaamt ook Persoons.“Vroeger zaten 20 studenten in een seminarie, nu zijn dat er 40.”

Dat die informelesfeer verdwijnt blijkt niet alleen uit de relatie tussen professoren enstudenten. Ook het organiseren van evenementen wordt volgens de preses minderevident. “Vroeger moesten wij gewoon even naar het decanaat om een lokaal te reserveren. Nu moet dat via de Dienst Lokalenreservering van de KU Leuven. Bij grote activiteiten moeten we ook altijd toestemming krijgen van ons campusbestuur en van de KU Leuven zelf,” vult Vanstraelen aan.

Humane wetenschappers

De FaculteitIndustriële Ingenieurswetenschappen zit verspreid over verschillende campussenin heel Vlaanderen. De voeling met die multi-campusfaculteit lijkt nog niet televen onder de studenten: “Studenten doen nog niet veel samen. Dat is bijonderzoekers meer het geval,” aldus Persoons.

Al zorgt de ligging van de faculteit in centrum Leuven wel voor heel wat contacten met de humane wetenschappers: “In onze cafetaria komen bijvoorbeeld heel wat psychologen over de vloer. Er is dus wel een open blik onder onze studenten,” argumenteert Persoons.

Die nauwe contacten leidden dit academiejaar tot de opening van de gezamenlijk fakbar de Recup. “Dat is anders voor de ingenieurs die allemaal bij elkaar zitten in Arenberg,” vindt Persoons.

Volgens Persoons is er geen niveauverschil tussen een burgerlijk ingenieur en een industrieel ingenieur: “De burgerlijk ingenieurs moeten misschien meer blokken, bij industriële ingenieurs moet je meer kunnen toepassen. Er zijn verschillende soorten van intelligentie. Het zijn twee aparte profielen en dat weten de bedrijven en de industrie ook. Wij zijn dus geen concurrenten van elkaar.”

Al is de vertegenwoordiging wel verschillend van die van VTK. De studentenkring Industria bestaat namelijk los van de studentenraad van de campus. “Onderwijsvertegenwoordiging is al sinds het einde van de jaren ‘90 losgekoppeld van Industria,” licht Lietaert toe. “Wij doen momenteel met 22 studenten aan onderwijsvertegenwoordiging, waar dat voor andere kringen vaak twee of drie studenten zijn. Ik ga niet zeggen dat wij het beter doen, maar wij spreiden de werklast wel beter,” besluit Lietaert.

Powered by Labrador CMS