RECENSIE BLOKPLATEN

Be-Bop-A-Lula: een supersonische koortsdroom met tedere ondertoon

De blok- en examenperiode zijn een intense rollercoaster. Met Be-Bop-A-Lula van Spinvis doe je daar nog een schepje bovenop. De ideale mix om te ontspannen, of naar hogere sferen op te stijgen.

Gepubliceerd

Blokplaten

Voor al wie door zijn eigen muziekvoorraad zit, raadt Veto tijdens de blok- en examenperiode wekelijks een recent uitgebracht album aan.

Het zijn multifunctionele platen: om mee te studeren, mee te ontspannen of troost in te vinden.

Hier vind je ze allemaal.

Erik De Jong, alias Spinvis, is ondertussen al aan zijn zevende studioalbum toe. Met Be-Bop-A-Lula slaan De Jong en zijn begeleidend ensemble geen nieuwe wegen in. Ze trekken wel de kenmerkende features van Spinvis' discografie verder door, en dat in alle richtingen. Het resultaat is een gezonde mix van alles wat Spinvis typeert: van een experimentele, spacey sound, over gelaagde, zweverige rijmen tot gevoelige ballades.

Een supersonische koortsdroom

Het album begint sterk met Tingeltangelhersenpan. Het nummer is in een stream of consciousness-stijl geschreven en voorzien van een stevige punch. Een lichtjes andere versie van dit lied verscheen al in 2021 op de ep Sunon.

Het hevige gitaarspel uit het origineel is hier ingeruild voor een ingetogen, maar experimentelere, elektronische klank. Het schijnbaar willekeurige woordenspel, dat alsnog in een vloeiend ritme wordt gebracht, maakt van het lied de ideale aftrap voor zijn nieuwe album.

Met verheven koorgezang trekt Spinvis je mee naar hogere sferen

Dat strakke tempo contrasteert meteen met dat van Wie zag het licht. Daar opteert Spinvis voor een gelijkmatiger ritme, met een uitdagende percussie-ondertoon. Met zijn slepende, trage stem rijgt hij de mysterieuze tekst aaneen.

Het is niet meteen duidelijk waarover er wordt gezongen, zoals we al gewoon zijn van Spinvis. De noodlottige vragen die het nummer doorspekken – 'Wie zag het licht?' 'Wie was een vriend?' 'Wie ging weer terug naar het begin?' – hebben een haast apocalyptische bijklank. Het is samen met het vorige een van de sterkere nummers op de plaat. Een leuke kers op de taart is het koorgezang waarmee het lied afsluit en Spinvis je meetrekt naar hogere sferen.

Met tedere ondertoon

Met Portugal zet hij de luisteraar weer met beide voeten op de grond. In de tedere, ingetogen tekst en dankzij de melancholische begeleiding staan heimwee en gemis centraal. De toon en klank van het nummer doen denken aan Spinvis' eerdere album Trein, Vuur, Dageraad. Treurige violen bouwen geleidelijk aan op, terwijl een eenzame elektrische gitaar weergalmt vanuit de verte. Om stil van te worden.

Die stilte wordt doorbroken door de enthousiaste gitaarlijnen in Lente '22. Daarmee herbegint de koortsdroom die door Tingeltangelhersenpan werd ingeluid. Als single presteerde het nummer al goed op Spotify. Het is dan ook het meest toegankelijke nummer op de plaat, maar voor de rest doet het weinig nieuws. Toch sluit het lied met haar raadselachtige inhoud vlot aan bij de rest van het album.

Te dicht bij de zon komt Spinvis nooit, maar triomfantelijk zweven doet hij des te meer

'Gaat alles nog volgens plan?', vraagt De Jong halverwege het album in Weg zijn doet geen pijn. Het melancholische, kalme nummer last een rustig reflectiemoment in. Het belichaamt de tedere ondertoon die het hele album onderstreept.

Te dicht bij de zon?

De tweede helft van het album is minder memorabel, maar enkele nummers zijn toch het vermelden waard. Paradijs is een toegankelijk, funky lied, maar valt niet zo op in vergelijking met de andere nummers. Lang zal hij leven biedt voor de afwisseling dan weer een fijne feelgood toets. Ook hier bonuspunten voor het gebruik van koorgezang – binnen Spinvis' oeuvre niet zo veel voorkomend, maar wel een kleine en welgekomen toevoeging.

Het hoogtepunt van de plaat is zonder twijfel Icarus. Het lied verscheen ook al eerder op de ep Sunon, maar de versie op dit album is kort gezegd beter. Met zijn milde stem, vergezeld van een warme gitaar, zachte pianotoetsen en bevlogen strijkers brengt De Jong met Icarus een muzikale ode aan de zon.

Be-Bop-A-Lula weet de beste eigenschappen van Spinvis samen te gieten

Het lied bouwt langzaam op, maar net wanneer het tempo al even op zwang is, schakelt het een versnelling lager – een zachte piano vangt die plotse remming op. In tegenstelling tot de mythologische Icarus, weet dit lied zo perfect de balans te houden. En in het korte, instrumentale Icarus II bolt het liedje uit. Te dicht bij de zon komt Spinvis nooit, maar triomfantelijk zweven doet hij hier des te meer.

En zo weet Be-Bop-A-Lula de beste eigenschappen van Spinvis samen te gieten in één veelzijdig album. Niet ieder nummer overtuigt evenveel, maar het geheel is een muzikale rollercoaster zoals we die van De Jong en co gewend zijn. Je vindt hier voor iedere stemming van de blok dus wel een toepasselijk nummer.

Powered by Labrador CMS