CULTUREEL EETGOED IBITOKI

Bananen op Rwandese wijze om van te smullen

'Cultureel eetgoed' brengt gerechten van over heel de wereld naar je kotkeuken. Dit recept laat je proeven van de must-have van elk Rwandees familiefeest.

Laetitia Ufiteyezu

'De Rwandese keuken bestaat vooral uit veel kenmerkende ingrediënten', vertelt Laetitia Ufiteyezu. Een aantal belangrijke daarvan zijn bonen, bananen, zoete aardappel en maniok. Die keren ook terug in de typische gerechten zoals isombe, fijngestampte maniokbladeren, of ubugari, een deegbal van maniokbloem. Vlees wordt in Rwanda traditioneel niet zo veel gegeten, omdat het te duur is.

'De Rwandese keuken bestaat dus eigenlijk uit wat je op je eigen plantage kan kweken. Dat zijn meestal ingrediënten die rijk aan voedingsstoffen, maar wel erg droog zijn', legt Laetitia uit. Hoewel haar ouders meer dan tevreden zijn met simpelweg die gekookte groenten, voegt ze er zelf liever een saus aan toe om het eten wat minder droog te maken.

Op feesten worden al die verschillende ingrediënten klaargemaakt en gepresenteerd op een buffettafel. Ibitoki, hun geliefde bakbananen, mogen daarbij zeker niet ontbreken. 'Als er geen ibitoki is, is het feest niet geslaagd', lacht Laetitia. Hoe onmisbaar de bakbananen in Rwanda ook mogen zijn, in België zijn ze moeilijk te vinden. De ouders van Laetitia rijden regelmatig naar Brussel om een voorraad in te slaan.

Voor dit recept kan je bakbananen gaan zoeken in de Méditerranée in Kessel-Lo. Mocht je er toch geen op de kop kunnen tikken – of mocht je niet zoveel moeite willen doen – kan je de saus ook gewoon bij je rijst doen. De bakbananen zelf kan je dan vervangen door witte zoete aardappel, die je op dezelfde manier kan bereiden.

Ingrediënten

voor 5 personen

  • 5 bakbananen (groen + ingevroren)

  • een handvol spinaziebladeren met stengel

  • 1 paprika

  • 800g bruine bonen in blik

  • 2 potjes tomatenconcentraat van 70g

  • 400g tomatenblokjes

  • 2 grote eetlepels pindakaas

  • 380g rijst

  • chapati (Indiaas flatbread) (optioneel)

  • 5 teentjes look

  • 5 ajuinen

kruiden

  • 1 rode peper

  • peper, zout, paprikapoeder, chilipoeder, tijm en gemberpoeder naar smaak

Bereiding

Bereidingstijd: veertig minuten

  1. Vul een grote kookpot met water en zout. Zet de nog bevroren bakbanen in het water en breng aan de kook. De bananen zijn klaar wanneer de schil openspringt en je ze er makkelijk af kan halen. Ze mogen niet papperig zijn. Pel de bananen wanneer ze klaar zijn en leg deze even aan de kant.

  2. Snij twee ajuinen, de paprika, de spinaziebladeren en de look in kleine stukjes. Snij de overige drie ajuinen in reepjes.

  3. Kook de rijst volgens de instructies op de verpakking en zet hem daarna nog even opzij.

  4. Neem voor de saus een grote pot en bak de gesnipperde ajuinen glazig in een scheut olie.

  5. Voeg de pindakaas en het tomatenconcentraat toe en meng goed. Vul drie keer een leeg blikje tomatenconcentraat met water en verdun de saus ermee.

  6. Doe de tomatenblokjes, de spinazie en de paprika bij de saus. Voeg daarna de rode peper toe en kruid de saus naar smaak.

  7. Laat de saus even doorkoken. Roer regelmatig om.

  8. Fruit de reepjes ajuin glazig in een pan. Doe de uitgelekte bonen erbij en laat op een zacht vuur opwarmen.

  9. Voeg de bananen toe aan de saus wanneer die klaar is. Let erop dat je saus niet te lopend is. Laat nog even doorkoken.

  10. Neem een velletje chapati en bereid zoals aangegeven op de verpakking.

  11. Presenteer alles samen op een bord.

Powered by Labrador CMS