artikel> Heropening van Leuvense BAC Atelier
BAC to the future
Na een brand twee jaar geleden en recente renovatiewerken aan het dak heropende het BAC Atelier voor de tweede maal. De geschiedenis en de toekomst van het voormalige Bacteriologisch Instituut.
Onder invloed van Louis Pasteur creëert de KU Leuven op het eind van de 19e eeuw een eigen ‘Institut de Bactériologie’ dat in 1899 zijn intrek neemt in een door Augustin Van Arenbergh ontworpen gebouw. Joseph Denys is voortrekker van dienst en doet er onder andere baanbrekend onderzoek naar tuberculoseserums. De wereldoorlogen zorgen voor een hiaat in het onderzoek en na ook een passage van het Universitair Gezondheidscentrum en het Instituut voor Land- en Waterbeheer komt het gebouw in 2008 uiteindelijk leeg te staan.
Nadat het gebouw in 2010 de status van beschermd monument krijgt van de Vlaamse overheid, blijft de vraag wat er met het gebouw kan gebeuren. Met het plan voor een universitaire ontmoetingsplaats tussen kunst en wetenschap wil toenmalige vicerector Cultuur Katlijn Malfliet het gebouw een tweede leven bezorgen. ‘Mijn inspiratiebronnen waren de ruimtes die in Centraal-Europa gebruikt worden door kunstenaars, die vaak vervallen gebouwen met een zekere uitstraling tot atelier nemen.’ Dat zorgt ervoor dat het wat afgeleefde Bacteriologische Instituut in haar ogen hervormd kon worden en een nieuwe bestemming kon krijgen. ‘Ik vond het belangrijk dat studenten naast hun studie ook met cultuur bezig waren.’
Veel variëteit
Ook Christina Seyfried, medewerker van de Dienst Cultuur van de KU Leuven, zette haar schouders mee onder dit project als verantwoordelijke voor het BAC Atelier. ‘We hebben het BAC Atelier als project gekregen en vanuit de Dienst Cultuur hebben we nagedacht op welke manier we het BAC Atelier konden invullen. Voor ons was het belangrijk dat het voor studenten en personeelsleden van de KU Leuven en de LUCA school of Arts, zodat we een brug konden slaan tussen die twee en die verbinding nog te versterken.’ Het BAC Atelier huist immers een aantal artiesten van verschillende disciplines die in hun projecten een intersectie maken tussen kunst en wetenschap. Niet per se de kwaliteit of de resultaten zijn daarbij van belang, maar wel het potentieel van de projecten. ‘Samen met de Commissie Actuele Kunst maken we een selectie tussen alle ingediende portfolio’s en kijken we daarbij ook dat er een grote variëteit is aan leeftijden, achtergronden en statuut,’ vertelt Seyfried ons. Die variatie zou moeten zorgen voor een interessante kruisbestuiving.
De brand lijkt geluk bij een ongeluk doordat de kunstenaars daarna ateliers deelden
Van een leien dakje liep het project evenwel niet. Op 2 januari 2017 wordt het nieuwe kunstencentrum opgeschrikt door een brand. Op dat moment is er gelukkig niemand in het gebouw en blijft het bij materiële schade. Meer nog, de brand blijkt een beetje een geluk bij een ongeluk doordat kunstenaars daarna ateliers deelden. ‘Wij hebben daar positieve reacties op gekregen en ik denk dat dat die samenwerking in het BAC Atelier mee ondersteund heeft’, liet Seyfried indertijd optekenen. Die materiële schade wordt op goede wijze aangepakt. ‘Ik heb ook heel veel te danken aan de Technische Diensten van de KU Leuven,’ laat Malfliet weten. ‘Ik denk dat die in het binnenste van hun hart aan het wachten waren op een dergelijk onverschrokken project, zodat ze zich helemaal konden bewijzen.’
Reading between the lines
De afgelopen acht maanden werd het BAC Atelier dan weer gesloten voor grondige renovatiewerken aan het dak en de buitenschrijnwerken. Op 24 en 25 april was er de feestelijke heropening waarbij bezoekers niet alleen een vernieuwd gebouw mochten bezoeken, maar ook kennis konden maken met de artiesten die voor een jaar zullen resideren in het gebouw, evenals met de iets bekendere artists-in-residence Gijs Van Vaerenbergh. Dat architectenduo maakt al even furore, met als bekendste werk Reading between the Lines – in de volksmond ook wel 'de doorkijkkerk van Borgloon' genoemd.
'Ook inhoudelijk willen we het project dat Katlijn heeft opgestart verderzetten door te leren uit de dingen die we en route zijn tegengekomen'
Arnout Van Vaerenbergh
‘We hebben verschillende rollen in het project,’ laat Arnout Vanvaerenbergh ons weten. ‘Eentje daarvan is ook een soort permanentie. (lacht) Maar als werkplaats is het ook belangrijk dat zo’n project niet te institutioneel is, want dan verlies je het potentieel om samenwerkingen en ontmoetingen te organiseren.’ Voor die ontmoetingen is een gebouw dat verschillende disciplines huist een grote plus. ‘Een tiental jaar geleden was het creëren van zo’n kunstateliers heel formeel en tussen de plooien, zonder echte grote plaatsen om kunstenaars samen te zetten.’ Tegenwoordig komen die er meer en meer, waarvan ook het BAC Atelier dus een mooi voorbeeld is. Maar Gijs Van Vaerenbergh is meer dan louter de opzichter van het atelier. ‘We werken als aanspreekpunt tussen de artiesten en de Dienst Cultuur, maar ook inhoudelijk willen we het project dat Katlijn heeft opgestart verderzetten door te leren uit dingen die we en route zijn tegengekomen.’
Nuttig netwerk
Een van die artiesten is Sander Vloebergs, een doctoraatstudent aan de faculteit Theologie. Vanuit de theologie wil hij de dialoog aangaan met kunstenaars. Dat doet hij via het medium van de dans, waarbij hij soms met andere kunstenaars samenwerkt. Het grootste voordeel van een residentie in het BAC Atelier is volgens hem de locatie, maar ook het bijhorende netwerk is waardevol: ‘Het contact met de andere kunstenaars is heel belangrijk. Niet enkel met de directe collega-kunstenaars, maar ook via het atelier, de cultuurdienst en het al bestaande netwerk van de KU Leuven.’ Vloebergs kwam in contact via een open call, maar was eerder ook al de faculty star van de faculteit theologie.
'Ik moet zeggen dat de nieuwe vicerectoren dat spoor ook verderzetten en uitwerken'
Katlijn Malfliet, ex-vicerector Cultuurbeleid
Dido Woelders, kwam op een andere manier terecht bij het BAC Atelier. Deze Nederlandse kunstenares was de vierde winnaar van de jaarlijkse LUCA Showcase Award en verdiende daarmee een plaatsje als resident. Zij gebruikt haar atelier vooral om aan haar eigen werk te werken, maar ziet het vooral als een experiment. Haar kunst omschrijft ze zelf als ‘een grote verscheidenheid aan media, met als thema’s de kunstgeschiedenis, taal, waarheid, mystiek, spel, menselijke dwaasheid & schoonheid, en paradox.’ Vaak heeft die ook een licht absurde en zeer conceptuele aard. Ook zij vindt de verscheidenheid aan kunstvormen een groot voordeel van het BAC Atelier: ‘Ik vind het echt aangenaam om in een gebouw te zitten waar andere mensen ook creatief bezig zijn, waardoor je een kleine gemeenschap om je heen hebt.’
Na de tweede heropening lijkt het BAC Atelier dus helemaal klaar om zich volledig te ontplooien als het project dat ex-vicerector Malfliet voor ogen had. ‘Ik moet ook zeggen dat de nieuwe vicerectoren dat spoor ook voortzetten en uitwerken, dus dat is wel fantastisch.’ Ook Seyfried lijkt dat optimisme te delen: ‘We hebben nu gewerkt aan een visietekst samen met Gijs Van Vaerenbergh, en op de openingsavond waren er ook beelden te zien van het verleden, alsook van de toekomst in samenspraak met Gijs Van Vaerenbergh.’ Of zoals Arnout Van Vaerenbergh het zelf verwoordt: ‘We zijn van basically een ruïne met een zeil als dak, geëvolueerd naar een afgewerkte plaats die als ontmoetingsplaats kan dienen.’