recensie> Filmrecensie: If Beale Street Could Talk

Als clichéstraat kon praten

Met If Beale Street Could Talk is Barry Jenkins na Moonlight aan zijn tweede langspeler aangekomen. Al is die niet zo’n doorslaand succes als de Oscarwinnende voorganger.

If Beale Street Could Talk is een interessante film, omdat het zowel buiten als binnen zijn context kan worden geplaatst. Mensen die If Beale Street Could Talk zien buiten de algemene context, zien een ontroerend verhaal over familie, hoop en liefde. Mensen die het binnen zijn context zien, kunnen daar ook een redelijk scherpe kritiek op racisme, classicisme en zwarten-haat in de VS van de vroege jaren zeventig aan toevoegen. Spijtig genoeg is juist dat tweede deel het grote minpunt van de film.

Een goed begin…

Wanneer het aankomt op de pure romantiek is If Beale Street Could Talk een fantastische film. Het moeizame liefdesverhaal van de 22-jarige Alfonzo “Fonny” Hunt en de 19-jarige Clementine “Trish” Rivers is fantastisch neergezet op het grote scherm met warme, levende kleuren en een prachtige jazz-soundtrack. Tevens is het ook een van de mooiste afbeeldingen van New York in de jaren zeventig die ooit op het witte doek zijn verschenen.

Wanneer het aankomt op de pure romantiek is If Beale street Could Talk een fantastische film

De acteurs die de hoofd- en bijrollen spelen, doen dat glorieus; hun worsteling wordt levensecht neergezet en de kijker leeft mee met hun emoties, problemen en hoe ver sommigen van hen moeten gaan ter oplossing van die problemen. De atmosfeer van de film ademt uit elk kader en elk frame. De toeschouwer wordt letterlijk meegesleurd in de tijdsgeest van de film, waarin de arme, zwarte buurt levensecht wordt neergezet. Jenkins heeft een nagenoeg perfect beeld gecreëerd van een ander New York, een New York dat allang verdwenen is, gevuld met door graffiti volgespoten metro’s - zowel vanbinnen als vanbuiten - een duister, crimineel en vies Haarlem, niet de moderne toeristische trekpleister, en een Bronx die vol staat met leegstaande appartementsblokken en afgeleefde fabrieken.

… is maar het halve werk

Maar daar stoppen de sterktes van de film. Wat een ijzersterk commentaar kon worden op het systeemracisme in de jaren zeventig in New York valt plat op zijn gezicht wanneer het aankomt op thema’s als onderdrukking, discriminatie en seksisme. De hele film wordt er gepraat over de baby die op de komst is, gecombineerd met quotes uit het boek. Het kan een minder (of misschien juist meer) geïnteresseerde kijker doen geloven dat die baby op een bepaald moment een belangrijke, actieve rol zal spelen in wat er gebeurt op het scherm en dat diens ervaringen ook voor een deel het plot zullen bepalen.

Jenkins heeft een nagenoeg perfect beeld gecreëerd van een ander New York, een New York dat allang verdwenen is

Dat zou – theoretisch gezien – een veel interessanter drama kunnen opleveren, met een sterkere focus op de ervaringen van de gemiddelde zwarte Amerikaan door de jaren heen in plaats van een focus op enkel de jaren zeventig, een van de meest banale en veelbesproken topics (naast de Slavernij misschien) wanneer het aankomt op de plicht van de Afro-Amerikaan. Het helpt ook niet dat de film zeer abrupt eindigt na de geboorte van de baby, wat een redelijk onafgewerkt gevoel oplevert.

Natuurlijk, iemand met een goede voorkennis zou zeggen dat, aangezien het originele boek uitgekomen is in de jaren zeventig, het logisch is dat het zich enkel in de jaren zeventig afspeelt. Als je het boek niet gelezen hebt, bestaat echter de kans dat je verwachtingen hoger liggen.

Dus, als je op zoek bent naar een goede romantische film gewoon een grote fan bent van de atmosfeer van de jaren zeventig is deze film zeker een aanrader. Diegenen die op zoek zijn naar een goede kritiek op de rasrelaties in een New York dat allang voorbijgevlogen is, zouden beter Do the Right Thing van Spike Lee uit 1989 kijken en deze film voorbij laten gaan.

Powered by Labrador CMS