interview> Het Grote Vaartinterview
Acteur Koen Monserez dook in de Vaart: ‘Wij kunstenaars moeten buitenkomen’
Met het pas geopende Sluispark en het VAART Festival voor de deur bloeit de Vaartkom meer dan ooit te voren. In zijn project DUIK wil acteur Koen Monserez de mensen rond de Vaart verbinden.
De Leuvense ring is verdeeld in drie polen of ‘hubs’, merkt Monserez op: de gezondheidshub ligt in Gasthuisberg, die van techniek rond IMEC in Arenberg en de creativiteitshub aan de Vaartkom. Dat heeft het voor een groot deel te danken aan OPEK, waar tal van culturele organisaties huizen en op 11 en 12 mei het VAART festival plaatsvindt, waarin kunstenaars twee avonden lang hun artistieke talenten voorstellen.
Acteurs Koen Monserez en Steven Beersmans van theatergezelschap Max Last kijken verder dan OPEK alleen. Vorig jaar startten ze met DUIK, een project van twee jaar lang waarin ze de mensen rond de Vaart opzoeken om zich samen in de mythes en verhalen rond de Vaartkom vast te bijten. DUIK wil mensen verbinden, gaat zowel over OPEK als de Stella Artois-fabriek en plaatst het rijke Vaartverleden in één verhaal met de nieuwe zaakjes die er als paddenstoelen uit de grond rijzen. Niemand beter dan Koen Monserez dus om samen met ons de Vaart in te duiken.
Wat houdt DUIK juist in?
Koen Monserez: ‘Als theateracteurs voelden wij aan dat we niet meer binnen konden blijven en kunst moesten gaan maken in de stad. Als we enkel in de zalen blijven, zou de draagkracht voor de kunst stilaan verdwijnen.’
‘Een verre inspiratiebron is Lars van Triers miniserie The Kingdom (de Deense titel is ‘Riget’, red.). Daarin wordt een ziekenhuis gebouwd op een oude wolververij en beginnen spoken uit het verleden roet in het eten te gooien in dat ziekenhuis. Vrouwen bevallen van oudere mensen die Benjamin Button-gewijs jonger worden en er klinken kreten van misbruikte kinderen door de liftkoker.’
‘Zo’n hypermodern concept dat wordt ingehaald door de schimmen van het verleden kun je ook rond de Vaartkom zien: er is volop nieuwe stadsplanning maar het verleden blijft alomtegenwoordig in gebouwen zoals de Stella-fabriek. Wij gaan ‘duiken’ in de Vaart en zien wat eruit komt.’
‘Een meer letterlijke interpretatie van de titel grijpt terug naar het verleden: in de jaren 10 en 20, toen Leuven nog geen zwembad had, werden hier in de Vaartkom zwemwedstrijden gehouden. DUIK is dus ook een spook uit het verleden.’
‘In verschillende ‘afleveringen’ willen wij de buurt betrekken bij de vele mythes en verhalen die rond de Vaartkom hangen en een soort verbinding maken die sociaal, artistiek en economisch geïnspireerd is. We willen ervoor zorgen dat het middenveld, het sociale weefsel van wat mensen samen zijn, weer de plaats krijgt die het verdient. De samenleving wordt harder en de tegenstellingen groter en wij willen daar als kunstenaar iets tegen doen.’
Buiten de comfortzone
Is er dan een methode die jullie gebruiken tijdens het maakproces?
‘Met een soort van longlist van ideeën stappen wij op de partner af om iets concreets te kunnen voorleggen, maar we zijn bereid dat allemaal te laten transformeren tijdens de vergaderingen. De methode hangt af van de partners die we betrekken. In samenspraak met hen proberen we tot een gezamenlijk doel te komen. Het is een ‘duik’ in het onbekende, een verkenning buiten je comfortzone. Wij als kunstenaars proberen dan wel een soort artistieke norm te hanteren, een zekere eenheid in de veelheid te scheppen.’
‘Zo hebben we samengezeten met buurtcentrum Schorenshof in Wilsele, dat hoger en wat buiten de Vaartkom ligt. Daar is een vijver met een beeld van een vis uit de jaren 30. We wilden de vis van daar naar hier halen om hen te laten voelen dat ze hier ook wonen. Die was echter erg zwaar, dus we hebben ze uiteindelijk aan de Vaartkom nagebouwd. De schim uit het verleden is nu dus tegelijk kunstwerk als speeltuig voor kinderen geworden. Daarmee komen we ook tegemoet aan de noden van veel jonge gezinnen rond de Vaart, die speelruimte voor de kinderen wilden.’
Is dat niet de taak van de politiek?
‘We moeten oppassen voor politieke recuperatie. Projecten als deze mogen geen alibi zijn voor slecht functionerende politieke mechanismes. Er gebeuren erg goeie dingen in de stad, maar ook dingen die niet kloppen. Als kunstenaar moet ik onafhankelijk blijven. Politici moeten hun ding doen in de arena van de politiek, en ik in de arena van de kunst. Dat is zeker bij dit project een moeilijke grens.’
'Er is een mythe dat er een 'stoppeke' in de Vaart zit waarvan enkel de burgemeester de locatie kent. Dat spreekt tot de verbeelding van een kunstenaar'
Hoe gebruiken jullie de mythes rond de Vaartkom om mensen te verbinden?
‘De verhalen uit het verleden zijn een aanknopingspunt om met de mensen te gaan praten en over een betere toekomst na te denken. Ze dienen als een soort voedingsbron, een dramaturgische onderstroom om motivatie te behouden. Zo zou er een bierleiding van de Stella-fabriek naar café De Lantaarn zijn aangelegd, of werd het begin van een tunnel door de Keizersberg gebouwd om een treinspoor naar Wallonië te voorzien. Dat zijn mythes die doen nadenken over mobiliteit.’
‘Tijdens de oorlog zou een bom op het Entrepot zijn gevallen, waardoor de opgeslagen suiker karamelliseerde en in de Vaart uitliep. De hele Vaartkom zou naar karamel hebben geroken! Het verhaal gaat ook dat er ooit zelfs een kermis op de dichtgevroren Vaart heeft gestaan. Of er is een mythe dat er een stoppeke in de Vaart zit waarvan enkel de burgemeester de exacte locatie kent en waarmee de Vaart snel leeg kan worden getrokken in tijden van oorlog. Die dingen spreken tot de verbeelding van een kunstenaar.’
Hoe maken jullie het verschil met andere sociaal-artistieke projecten?
‘Door ook het economische aspect erbij te betrekken. De Vaartkom is nu eenmaal ontstaan dankzij de economie, zodat schepen en goederen tot hier konden geraken. Economie is niet zomaar de baarlijke duivel, ook daar zijn mensen met creatieve ideeën en initiatieven. Samenwerking met hen is echter niet altijd even gemakkelijk, aangezien men in de economie meteen resultaat verwacht.’
‘We gaan zeker samen zitten met werknemers en bedienden van AB Inbev, zij moeten zeker mee in het project zitten: 80% van de ontwikkeling van de Vaartkom is er dankzij de brouwerij. Misschien kunnen we een nieuw bier brouwen met een hopvariëteit van de Keizersberg.’
‘We hebben ook vergaderd met de werknemers van Albert Heijn en de inwoners van de woonblok Waterview. Daar wonen vooral oudere 50- en 60-jarigen die wel eens klagen dat er rond de Vaartkom veel activiteiten voor de jeugd zijn, maar minder voor oudere mensen. Uiteindelijk hebben we een dansfeest voor hen georganiseerd op de parking van Albert Heijn. Zo kregen we een mix van mensen die elkaar anders nooit zouden ontmoeten!’
Kunnen studenten ook deel worden van die mix?
‘Het zou jammer zijn mochten we geen studenten aanspreken. In dat geval zouden we de helft van de Leuvense bevolking niet bereiken. Studenten zijn dan wel de tijdelijke bevolking van Leuven, maar ook zij zijn bevolking. Ons project is gebaseerd op de ziekenhuisreeks The Kingdom en hét ziekenhuis is Gasthuisberg, dus misschien ligt daar een mogelijkheid om studenten te betrekken.’
'Dit project draait rond de mensen die aan de Vaart wonen en werken en niet rond ons als twee grappige lolbroeken'
Wat is jullie eigen rol tijdens die afleveringen? Zijn jullie nog steeds performers?
‘In The Kingdom werken twee mensen met het syndroom van Down in de keuken van het ziekenhuis, waar ze alles voorspellen. In aflevering 1 dachten we dat we het duo Beersmans en Monserez als gids of inleider konden uitspelen. We merkten dat dat niet klopte. We zaten gevangen tussen onze rol van gastheer of inspirator en gids.’
‘Tijdens een dansfeest op de parking van Albert Heijn openden we dan met een performance waarin zowel Compagnie Tartaren (het Leuvense sociaal-artistieke theaterhuis, red.) als een groep jongeren een ritueel uitvoerden en iedereen ‘duik’ scandeerde. Dat klopte meer. Het project draait immers rond hen en niet rond ons als twee grappige lolbroeken.’