recensie> Recensie: At Eternity’s Gate
‘A grain of madness is the best of art’
Genialiteit en waanzin gaan in artistieke milieus vaak hand in hand. In At Eternity’s Gate zien we dat ook Vincent van Gogh te kampen had met die ironische speling der natuur.
Ironisch of niet: boeiende verhalen levert het doorgaans wel op. Die kronkel moet ook in de hersenpan van Julian Schnabel hebben gewroet. Met At Eternity’s Gate doet de Amerikaanse regisseur een poging om de laatste jaren van de Nederlandse postimpressionist Vincent van Gogh, die hij doorbracht in Frankrijk, op het witte doek te borstelen. Schnabel is naast filmmaker ook - houd u vast - fotograaf, muzikant, schrijver én kunstschilder. De geknipte man om van Goghs verhaal te verfilmen, quoi.
At Eternity’s Gate (Op de drempel van de eeuwigheid) verwijst naar het gelijknamige schilderij dat Vincent van Gogh in 1890 afwerkte, twee maanden voor zijn dood. Het schilderij is exemplarisch voor de schaduw van depressie die over van Goghs leven hing. Van Gogh was geniaal, ongrijpbaar en droef van geest. Drie karakteristieken die Schnabel zocht en vond in Willem Dafoe: de rol van van Gogh zit de Amerikaanse rot in het vak als gegoten. Dafoe sleepte er - terecht - een Academy Awards-nominatie voor Beste Acteur mee in de wacht. Je zou voor minder, met zo’n doorwinterde karakterkop.
Schnabel maakt lustig - en misschien soms iets té lustig - gebruik van POV-shots om ons in de huid van Vincent van Gogh te laten kruipen. Filters, verbrede perspectieven en een laag van waas leveren een aantal prachtige, kleurrijke scènes op, en zijn bedoeld om een licht te werpen op de briljante, maar minstens even getroebleerde geest van de linkeroorloze Nederlander. ‘If I couldn't paint, I would murder someone.’ Het lijkt voor van Gogh schilderen of verzuipen.
Op aanraden van collega-schilder Paul Gauguin (vertolkt door een innemende Oscar Isaac) trekt Vincent van Gogh zuidwaarts naar het pittoreske Arles, waar hij zich laat opslorpen en inspireren door de luisterrijke Zuid-Franse natuur. Omdat noch Dafoe noch Schnabel de Franse taal meester is, besloot de regisseur om voor de meeste dialogen Engels als voertaal te gebruiken. Enkel in scènes waarin van Gogh beklemd wordt door angst krijgen we Frans te horen, om Vincents gevoel van vervreemding van de mensen om hem heen te accentueren. Verhaaltechnisch een handige vondst, want van Gogh zelf werd vaak bespot omwille van zijn tekortschietende Frans. Frans met een oor af, zeg maar.
Ondertussen gaat het van kwaad naar erger met van Gogh, ondanks, en misschien wel mede door de aanwezigheid van boezemvriend Gauguin. Amnesie maakt zich bij vlagen meester van van Gogh, en dat valt van het gezicht van Dafoe af te lezen. Schnabel lijkt het aftakelingsproces verder te willen illustreren door de waas- en kleureffecten te intensifiëren en de film een viertal keer abrupt te onderbreken. Helaas viel met de soundtrack doorheen de film veel meer te doen; een scène die uitmondde in absolute stilte had misschien nog de meeste impact. Wat heb je aan prachtige shots als ze geflankeerd worden door fletse orkestmuziek?
At Eternity’s Gate schetst een ontroerend portret van een misbegrepen genie en is pure propaganda voor een voortreffelijke Willem Dafoe - die me dunkt nog lang niet is afgeschreven. Jammer genoeg houden de superlatieven daar ook op. Schnabel etaleert zijn esthetische en filmtechnische kunde, maar At Eternity’s Gate is geen film die nazindert. Hadden hier sterren gestaan, dan waren er van de vijf drie ingekleurd. Maar ach, van Gogh zal er zijn slaap niet meer om laten, en de karavaan trekt gewoon verder.
At Eternity's Gate loopt nog tot 14 mei in Cinema ZED Vesalius & STUK.