analyse> Studentenjobs in de lift
Tot 600 uur belastingvrije studentenarbeid?
Studenten werken steeds meer en vaker tijdens het academiejaar. De roep weerklinkt om het aantal werkbare uren zonder bijkomende sociale lasten drastisch op te trekken. Dat stuit op protest.
Een Kortrijkse horeca-uitbater lanceerde deze zomer een oproep om het aantal uren die studenten kunnen werken te verhogen. Op dit moment kunnen studenten 475 uur per jaar werken, aan het voordelige tarief. Veel van de uitbaters jobstudenten werkten al het maximum van die uren en dreigen te moeten stoppen.
Open VLD en Unizo sprongen mee op de kar met een voorstel om studenten tot 600 uur te laten werken. 'Maar studenten kunnen nu al meer dan die 475 uur werken', aldus professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent). 'Ze moeten dan gewoon normale sociale lasten betalen.'
Federaal parlementslid Tania De Jonge (Open VLD) betoogt dat het huidige systeem te beperkend is. Volgens haar haken studenten af owmille van de sociale bijdragen. Dat ziet Koen Cabooter, adviseur sociale zaken bij Unizo, toch anders: 'We zien nu dat een substantieel deel van de studenten meer dan die 475 uur werkt. Die groep zouden we graag maximaal terug binnen dat statuut van studentenarbeid trekken.'
Stijgende lijn
Volgens een analyse van cijfer van de Rijksdienst Sociale Zekerheid door Unizo, is de populatie studenten met een studentenjob in stijgende lijn sinds 2012, met uitzondering van het coronajaar 2020. Het gemiddeld aantal werkuren van een student met een studentenjob is op vijf jaar tijd van 171 naar 207 gestegen. Bovendien werkt tien procent van de studentenpopulatie meer dan 475 uur.
Studenten werken dus meer dan enkele jaren geleden, maar ze doen dat ook vaker tijdens het jaar. Het aandeel studenten die alleen werken in de zomermaanden (juli, augustus en september) is tussen 2012 en 2021 afgenomen van 37.2% naar 20.3%.
'Omwille van de vrijheid die studenten kennen in het hoger onderwijs is de impact van een studentenjob op studies daar het meest aanwezig'
Stijn Baert, professor arbeidseconomie (UGent)
Voor een verklaring van de toenemende studentenarbeid, wordt al snel gekeken naar de krapte op de arbeidsmarkt. 'Dit lijkt de meest logische verklaring, maar er bestaat geen wetenschappelijk fundament voor', weet Baert. Maar het optrekken van het aantal uren is geen duurzame oplossing voor het tekort aan arbeidskrachten, geeft ook Open VLD aan. Zij hopen bedrijven in moeilijkheden daardoor operationeel te houden.
De socialistische vakbond ABVV en federaal minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) zien geen heil in dit reddingsmiddel. Voor de ABVV kan een tijdelijke oplossing geen structurele problemen wegwerken. Ook Dermagne is die mening toegedaan. Zij zetten zich daarom in voor degelijke lonen, goede werkomstandigheden en opleidingen in sectoren die kampen met een structureel tekort aan werkkrachten.
Focus scherpstellen
Het risico bestaat dat bij het optrekken van de uren de studievoortgang van de student in gevaar komt. Al stelt Open VLD dat het bewaken van een evenwicht de verantwoordelijkheid blijft van de student. Ook Cabooter vindt dat een balans vinden tussen de verschillende bezigheden (studeren, studentenjob, hobby's, …) een gezonde verantwoordelijkheid is die de gemiddelde student best kan dragen.
Volgens Baert hangt de impact van een studentenjob op de studievoortgang af van de primaire oriëntatie van studenten. Indien er sterk de focus wordt gelegd op de opleiding, heeft een studentenjob geen groot effect op de studievoortgang. Maar omgekeerd is dat wel het geval, als de student voornamelijk toegelegd is op de studentenjob.
Omwille van de vrijheid die studenten kennen in het hoger onderwijs, is de impact van een studentenjob op studies daar het meest aanwezig. 'Je kan in het hoger onderwijs lang uitstellen', aldus Baert. 'Maar ooit betaalt zich dat uit.'
Proeven van de arbeidsmarkt
Er zijn ook voordelen aan een studentenjob. Een pas afgestudeerde werkzoekende die op diens cv een studentenjob zet, geeft potentiële werkgevers een dieper inzicht in hun kunde, stelt Baert.
Een studentenjob straalt namelijk ambitie, motivatie en zelfstandigheid uit. Dat loopt echter niet evenredig op met het aantal gewerkte uren: meer uren werken levert in dat opzicht geen extra voordeel op, aldus Baert.
Volgens Cabooter is een student die een studentenjob heeft gedaan beter op de hoogte van de arbeidsmarkt. Dat zorgt voor minder onrealistische verwachtingen. Hij vraagt dan ook om de uitbreiding naar 600 uur in perspectief te plaatsen. 'Omgerekend naar dagen is dat zo'n 75 dagen werken, op een totaal van 250 werkbare dagen in een jaar. Dat is nog steeds een gezonde eerste werkervaring voor ons.'
De vraag is of dat ook aan het voordelig tarief moet, stelt Baert. Een uitbreiding van het aantal uren betekent immers ook minder inkomsten voor de staat. De socialistische vakbond maakt zich voornamelijk zorgen om de inkomsten voor de sociale zekerheid en de jobmogelijkheden van jong afgestudeerden. Cabooter meent echter dat het verlies aan inkomsten wel mee zal vallen, aangezien het om een beperkte ingreep zou gaan voor een beperkte groep.
Democratisering in gevaar?
Een uitbreiding van het aantal uren zou bovendien ook een welkome duw in de rug kunnen betekenen voor studenten in deze crisistijd. Veel studenten zien zich al genoodzaakt extra te werken om het hoofd boven water te houden. Dat haalde ook Stura-voorzitter Toon Robberechts aan in zijn speech tijdens de opening van het academiejaar.
'Maar een student moet een student blijven. Hun hoofdopdracht is het behalen van een diploma om vervolgens een duurzame bijdrage te leveren aan de maatschappij', zegt Isabelle Van Hiel (ABVV). Ook De Jonge maakt dat onderscheid: 'Voor studenten in een financieel precaire situatie bestaan er voldoende zorgmogelijkheden via andere kanalen. Dat staat voor ons los van een studentenjob.'
'Werkgevers verkiezen kortlopende contracten uit een vorm van zelfbescherming tegen de op- en neergang van de economie'
Stijn Baert, professor arbeidseconomie (UGent)
Die mening is ook Dermagne toebedeeld. De noodzakelijkheid van een studentenjob gaat in tegen de principes van het gedemocratiseerd onderwijs, benadrukt hij. Studenten moeten niet genoodzaakt zijn om een job te nemen om zo hun studies te kunnen voltooien.
De vitamientjes zitten in de schil
Volgens Van Hiel en minister Dermagne zou de uitbreiding van het aantal uren voor jobstudenten ook leiden tot jobvernietiging. In het bijzonder jobs voor vaak kortgeschoolde werknemers en deeltijds werkende werknemers. Cabooter haalt echter aan dat studenten in essentie flexibiliteit toevoegen binnen een (bijzonder) krappe arbeidsmarkt.
Studentenarbeid vormt zo een ideaal instrument om gewone, reguliere tewerkstelling aan te vullen, of een tijdelijk hogere werklast te counteren. 'Studentenarbeid stelt zich doorgaans niet of nauwelijks in de plaats van de reguliere tewerkstelling', stelt Cabooter. Dermagne betoogt echter dat studenten zo ook overuren en weekendwerk van andere werknemers afnemen.
Dat studenten voor werkvernietiging zorgen, nuanceert Baert: 'Studenten zijn wel een vorm van concurrentie voor reguliere werknemers, maar dat is niet uitsluitend. Werk creëert werk. Dat dit werkvernietigend zou zijn, is achterhaald en gebaseerd op de idee van een statische arbeidsmarkt.'
'Het kan niet de bedoeling zijn dat studentenarbeid als een businessmodel wordt aanzien'
Koen Cabooter (Unizo)
Baert treedt Cabooter bij, want volgens hem zorgen studenten voor een flexibel arbeidsreservoir. In onzekere tijden is er een grotere vraag naar flexibele arbeid. Werkgevers verkiezen kortlopende contracten uit een vorm van zelfbescherming tegen de op- en neergang van de economie, aldus Baert.
Businessmodel
Maar De Jonge vindt dat over de verhouding tussen studentenarbeid en regulier werk gewaakt moet worden. Ze ziet daar voornamelijk ook een rol weggelegd voor de werkgever. Ook Cabooter is geen voorstander van een ongebreidelde uitbreiding.
Werkgevers die zich bijna uitsluitend van jobstudenten bedienen vinden bij De Jonge en Cabooter dan ook geen steun. 'Ons uitgangspunt is dat studentenarbeid aanvult op reguliere arbeid', aldus Cabooter. 'Het kan niet de bedoeling zijn dat studentenarbeid als een businessmodel wordt aanzien.'
Op de vraag of dat bij de Kortrijkse horecaondernemer het geval was, reageert De Jonge dat het een 'grensgeval' is. Maar als een ondernemer bijna uitsluitend jobstudenten in dienst heeft is dat niet de bedoeling. Bij een uitbreiding van het aantal uren hoort volgens De Jonge dan ook een verscherping van het wetgevend kader.