interview> Interview: Luc Sels
Luc Sels: 'Er zal ongetwijfeld kritiek zijn op hoe ik werk en wie ik ben'
'Four more years!', moest Sels hebben gedacht aan het begin van het nieuwe jaar. De huidige rector heeft naar eigen zeggen niet getwijfeld opnieuw op te komen. 'Ik heb nog veel plannen in mijn hoofd.'
Sels' plannen gaan om een mentaal en financieel herstel na de covidpandemie, maar hij zet ook de deur op een kier voor basisfinanciering. De huidige rector hoopt zijn beleidstermijn verder te zetten met meer van het vertrouwde: activerend onderwijs, digitalisering en een universiteit die het label truly international draagt.
Sels' bestuursperiode, met een covidpandemie, een reuzegomcrisis en een al-dan-niet bezetting van het rectoraat was volgens de rector 'wellicht de meest hectische en de moeilijkste' ooit. Toch lijkt Sels nog steeds de favoriet op 11 mei.
Was u verrast door de kandidatuur van professor Tytgat?
Luc Sels: 'Nee. Hij heeft het zo vaak gezegd de voorbije jaren.'
Dus ook in gesprekken met u?
'Ik ga nu af op wat er in de media werd gezegd. Als ik bijvoorbeeld in de studio van ROB-tv zat, heb ik toch al tweemaal meegemaakt dat hij dan met een stukje werd ingebracht om commentaar te geven op wat ik zei. Dat hoorde je dan ook wel vaak bij journalisten: "Uw toekomstige tegenkandidaat".'
U heeft lang getwijfeld om op te komen, toch?
'Nee, vanwaar komt dat verhaal? Ik ben wel iemand die heel sterk in voorwaarden of condities leeft. Mocht ik op een bepaald moment gevoeld hebben dat er geen draagvlak was voor een tweede termijn, dan zou ik daarover ook een grondige denkoefening hebben gedaan. Dat gevoel heb ik eigenlijk nooit gehad.'
'Waar ik wel naar heb gekeken, is hoe ver ik zou geraken in mijn Strategisch Plan. Dat is voor mij altijd een toetssteen geweest. Er liggen nog onwaarschijnlijk veel werven, en het boeiende van een campagne is dat die nu ook naar boven komen. Mensen uiten hun bezorgdheden en dat is leerrijk. Maar twijfel is er nooit geweest, daar was eigenlijk te veel steun voor.'
Zou u met de huidige bestuursploeg verdergaan?
'Er is een vicerector, Bart Raymaekers (vicerector Humane Wetenschappen, red.), die vervangen moet worden wegens emeritaat. Ik heb echt waar geen enkele naam in gedachten voor die functie, dat is werk voor na 11 mei.'
'Ik vind het goed dat er een tegenkandidaat is'
'Dat geldt ook voor de rest van het team. Jullie weten dat de cohesie binnen het team optimaal is. Ik denk vooral dat het werken met overlappende bevoegdheden heel goed werkt. Dat gezegd zijnde – en dat weten ze allemaal: ik heb niemand een continuering beloofd. Men weet dat, als ik verkozen word, ik aan zet ben na 11 mei en dat ik een team nodig heb dat bij het verkiezingsplan aansluit.'
Komt er opnieuw een bottom-upprocedure kijken bij de groepsvicerectoren?
'Mocht ik merken dat er binnen een groep geen draagvlak bestaat over een kandidaat, dan is dat een mogelijkheid. Die procedure van de vorige keer heeft eigenlijk heel veel inspanningen gevraagd en plaatste ons ook wat onder tijdsdruk. Ondertussen ken ik al die mensen al beter en kan je dat gesprek beter aangaan.'
'Er zal ongetwijfeld kritiek zijn op hoe ik werk en wie ik ben, dat is van alle tijden en daar kom ik niet onderuit. Maar ik denk wel dat iedereen mij kent als heel erg open. Al ben ik hier in alle eerlijkheid nog niet mee bezig, dat is voor na 11 mei.'
Er is wel wat debat over die vicerector personeel die uw tegenkandidaat voorstelt, hoe staat u daar zelf tegenover?
'Je hebt acht posities van vicerectoren die je kan vullen, dus je moet heel goed kijken wat je dan laat vallen. Ik zie telkens een verlies in andere domeinen. Alternatief is dat je het als tweede bevoegdheid geeft aan een vicerector. Dat wil ik gerust bekijken, omdat ik zelf met de twijfel zit waar ik als rector mijn eigen klemtoon leg: campussen of personeel. Die knoop zal ik doorhakken na 11 mei.'
Zijn er ergens punten uit Jan Tytgats programma waarvan u dacht: 'Was ik daar maar op gekomen'?
(aarzelt) 'Ik ben niet echt de man om over het programma van een ander te spreken. Je zal mij ook niet snel betrappen op woorden van kritiek. Ik vind het goed dat er een tegenkandidaat is. Wat hij doet, is een diagnose scherp naar boven brengen. Of zijn oplossingen ook de juiste zijn, is een andere zaak.'
'Werkdruk, bijvoorbeeld, is al sinds ik werk aan de KU Leuven een probleem. Dat zeg ik niet om het weg te schuiven - het is goed dat het thema in zijn diagnose naar boven komt. Het helpt mij om te kijken wat er niet gebeurd is en waar er vooruitgang kan worden gemaakt.'
'Ook dat voorstel van een vicerector personeelsbeleid, bijvoorbeeld, dat opent wel de vraag naar welke bevoegdheden ik opneem. Zonder zijn stap in de ring zou ik die reflectie niet gemaakt hebben.'
U keek tijdens het Stura-debat wel regelmatig gek op bij enkele stellingen van professor Tytgat. 'Als ik hem hoor zeggen wat hij allemaal wil uitgeven, dan vraag ik me af met welk geld we dat gaan betalen. Hij verwijst zelf naar onze reserves. Je hoeft geen topexpert in bedrijfseconomie te zijn om te beseffen dat als je een reserve gaat inzetten voor recurrente kosten die elk jaar terugkomen, het niet lang zal duren vooraleer die reserve op is. En wat gaan we dan doen?'
'Waar hij ook niet bij stilstaat, is dat die reserve niet bij de universiteit zit, maar bij mij en bij alle professoren van de KU Leuven. Dat zijn de middelen die de universiteit in beheer heeft voor projectmaanden die er nog aankomen, dat gaat om weddes die nog betaald moeten worden de komende jaren.'
'Ik zie nu een middelenbegroting voor volgend jaar die schommelt tussen zwart en rood; we zitten heel erg krap door ambitieuze plannen die geld kosten. Daar nog vanalles bovenop doen? Ik zie niet hoe je dat kan financieren.'
'Ik ben een grote voorstander van basisfinanciering, ik denk dat iedereen dat ook wel weet'
'Laat mij duidelijk zijn: werknemers verdienen wat Jan belooft wel. De vraag naar maaltijdcheques is heel legitiem. Ik zal de fietsvergoeding invoeren. Maar dat vind ik duurzame oplossingen. Als we alles invoeren wat hij aanhaalt, gaan we naar bedragen die we simpelweg niet kunnen behappen.'
'Ik wil geen kritiek geven, maar dat is een punt waar ik me zorgen over maak. Wat is het financiële plan en hoe doe je dat zonder de universiteit in een risicozone te brengen?
En basisfinanciering. Bent u zelf een voorstander van dat idee?
'Ik ben een grote voorstander, ik denk dat iedereen dat ook wel weet. Er zijn alleen tientallen varianten van basisfinanciering mogelijk. Het is goed dat hij het thema zo scherp op tafel brengt, het help mij ook die zaak te bespoedigen. Maar het voorstel dat hij naar voren brengt, iedereen 50.000 euro, dat ga ik niet doen.'
'We moeten naar een verdere vorm van basisfinanciering gaan, dat zit ook in de planning. Alleen zijn we daar nu absoluut niet klaar voor, dat zegt de DOOM-werkgroep (een universiteitsbrede werkgroep die basisfinanciering onderzoekt, red.) ook. Wat DOOM zelf voorstelt is om te differentiëren tussen disciplines. In het voorstel van Tytgat verdwijnt dat helemaal. De kostprijsverschillen tussen disciplines zijn gigantisch; je kan je al voorstellen wat dat debat gaat geven. Dat probleem even omzeilen door iedereen 50.000 euro te geven vind ik net iets te gemakkelijk.'
Een soort middenweg dus?
'Dat heeft ook te maken met specifieke categorieën medewerkers en hun eigen toekomst. Je krijgt bijvoorbeeld geen postdoctoraal mandaat gefinancierd met 50.000 euro. Die afweging moeten we categorie per categorie maken. Als we iedereen 50.000 euro geven, dan komen we niet toe met de middelen die we hebben, tenzij we alles schrappen. Dat vind ik nu eens echt een debat waard dat net iets meer tijd vraagt dan drie weken verkiezingscampagne.'
U blijft in uw programma opnieuw stil over cultuur. Waarom?
'Ik vind dat eigenlijk niet waar, er is een volledig hoofdstuk met realisaties rond cultuurbeleid en -beleving in mijn programma. De cultuurkaart staat in mei ook op de agenda, met wat vertraging door de pandemie. We gaan de kaart beschikbaar maken voor KU Leuven-studenten aan alle campussen, en we plannen het aanbod op die campussen ook uit te breiden.'
'De vraag is of dat gratis moet zijn. Ik heb het toch wel gehad met dat woord: gratis bestaat niet. Gratis betekent dat je het op rekening moet nemen van een begroting. Dat komt dan bij studentenvoorzieningen en daar zitten we nu al met 62% middelen die we extra inpompen vanuit de universiteit. Gaan we dat nog verhogen? Het klinkt erg aantrekkelijk en zodra de middelen er zijn, wil ik dat zeker bespreken, maar dat moet voortdurend worden afgewogen met andere investeringen die je doet.'
Een intern rapport van Metaforum uit 2013 beloofde nog een koolstofvrije universiteit tegen 2030. U legt het doel nu meteen 20 jaar verder, in 2050. Is dat niet te weinig ambitieus?
'Ik vind die data bij momenten … (aarzelt) een beetje een loze discussie, omdat we de technologie van over tien jaar nu niet kennen. Dus als dat op een bepaald moment 2040 kan worden, dan ben ik graag bereid om dat te doen. Voor alle duidelijkheid: onze duurzaamheidsraad is het eens met 2050 als datum en daar zitten de experten. Maar het volledig koolstofvrij maken van de universiteit, dat gaat ver hoor.'
De Europese Commissie stelt voor heel Europa 2050 voor. Moet een toonaangevende universiteit daar niet onder mikken?
'Ik wil ons spectaculaire tempo aanhouden. We zitten nu op 60% reductie van CO2-uitstoot sinds 2006, ondanks een onwaarschijnlijk tempo in nieuwbouw. We zetten nu al onze nieuwe gebouwen volledig fossielvrij. Qua zonnepanelen hebben wij het equivalent van 240 gezinnen op jaarbasis.'
'Ik heb nu 2050 opgenomen in het plan omdat dat realistisch is. Maar pin me niet vast op die datum. Als het sneller kan, dan zal het sneller gaan. Maar onderschat dat ook niet: wij investeren nu bijvoorbeeld een half miljoen euro per jaar in de vervanging van enkel glas door dubbel glas. Aan dat tempo zijn we nog elf tot twaalf jaar bezig voordat al het enkel glas is vervangen. Dat geeft aan hoe groot de uitdaging is.'
Uw vorige bestuursperiode werd sterk gekenmerkt door onderwijsdiscussies, met meteen de academische kalender en daarna de mijlpaal. Staat een volgende termijn in het teken van onderzoeksbeleid?
'Nee, de thema's zullen allemaal in hetzelfde evenwicht aan bod blijven komen. Onderwijsbeleid zal zeker even prominent op de agenda blijven staan. We hebben een instellingsreview bij wijze van spreken overmorgen. En door de pandemie hebben we heel wat lessen te leren voor het onderwijs van de toekomst.'
'Nu zijn onze studenten en docenten, maar ook ik niet toe aan een nieuwe onderwijshervorming. Dat is een andere insteek. We moeten nu de rust gebruiken om stappen vooruit te zetten op het vlak van activerend onderwijs. We hebben nu met de mijlpaal een model dat we rustig moeten evalueren voor we volgende stappen zetten.'
'Deze beleidstermijn is wellicht de meest hectische en de moeilijkste geweest'
'Waar ik de grootste versnelling in zie, zijn de studentenvoorzieningen, eerder dan onderwijs- en onderzoeksbeleid. Omdat we daar met dertien campussen met een enorme uitdaging zitten. Dat is het thema waar ik mijn schouders onder wil zetten.'
Uw voorbije vier jaar kenden een aantal communicatieproblemen, denk aan de open brief over peuter Mawda of de vreemde passage in het kernenergiedebat, of zelfs breder, de communicatie in de zaak-Reuzegom. Ziet u zichzelf als een goede communicator?
'Dat is een heel faire vraag. Als ik kijk naar de huidige situatie, denk ik van wel. Dat is iets waarin je moet groeien. Ik ben daar nu mee in het reine, maar er zijn momenten geweest waarop elke communicatie – hoe ik ze ook gebracht zou hebben – tot controverse zou geleid hebben omdat het heel controversiële thema's waren. Op dat moment zwijgen, zou heel pijnlijk zijn geweest.'
'Je mag ook niet onderschatten over hoeveel verschillende thema's je moet kunnen communiceren. Maar daar groei je in. Ik vind dat dat nu beter in elkaar zit dan vier jaar geleden. Toen zou ik heel snel zelf gecommuniceerd hebben, terwijl ik nu het geduld heb om eerst even af te toetsen bij anderen.'
'Mijn ambitie was vooral om zelf wat minder als tafelspringer de media-aandacht op te eisen, en meer de universiteit aan het woord te laten. En als je kijkt naar de aanwezigheid van de KU Leuven in de pers, in vergelijking met de vorige termijn, dan zie je een duidelijke evolutie. We staan er meer in de breedte, dat vind ik belangrijk.'
'Ik denk dat iedereen erkent dat de lat qua communicatie heel hoog lag voor deze rector in deze termijn. Deze beleidstermijn is wellicht de meest hectische en de moeilijkste geweest.'
Er is wel wat kritiek over de lange mails.(fel) 'Is dat nu de basis waarop we een rector gaan verkiezen? Op basis van een mail van een pagina of een van drie pagina's? Is dat nu echt de toekomst van de KU Leuven?'
'Ik heb heel veel positieve reacties gekregen op mijn mails. Ik moet zeggen dat ik ook niet weet hoe ik dit jaar zou zijn doorgekomen als student. Dit moet loodzwaar zijn in de jaren van je leven waarin je de vrijheid echt ontdekt. De opoffering voor de volksgezondheid die het hoger onderwijs heeft gebracht, is gigantisch.'
'In mijn communicatie heb ik vooral geprobeerd duiding te geven bij beslissingen, en dat kan je niet doen in twee zinnen. Maar ik doe tegenwoordig wel mijn best om het korter te houden. (lacht) Ik denk dat ik ook best wel een vlotte pen heb. En ik sta erop om alles zelf te schrijven. Dus ik moet ook de verantwoordelijkheid ervoor opnemen.'
U klopt zichzelf vaak op de borst over de covidaanpak van de KU Leuven. Welke fouten wilt u zelf toegeven?'Op de borst kloppen, met die uitdrukking heb ik het moeilijk. Als ik zeg dat we het goed hebben aangepakt, doet dat eigenlijk niet langer ter zake, want het is kommer en kwel in de beleving van eenieder. Wat ik niet wil zeggen is dat we geen probleem hebben omdat we het goed hebben aangepakt. Integendeel, we hebben op het vlak van mentaal welbevinden een even groot probleem als alle vele anderen en iedereen is gewoon op.'
'Hier, in deze parel van een studentenstad, naar online onderwijs gaan? Dat zou wel heel erg zonde zijn'
'Maar je moet de succesvolle aanpak van deze crisis bij herhaling communiceren omdat je zo een psychologisch gevoel van veiligheid creëert. Dat heb je nodig om het personeel aan te zetten om het contactonderwijs te organiseren en om studenten aan te zetten om de kansen te grijpen die ze krijgen.'
'Ik ben wel heel trots op onze aanpak. Dat was een tour de force, op deze verdieping ontwikkeld en in goede handen van onze diensten, faculteiten en departementen. Zij hebben mirakels verricht. De kostprijs van de testsite in de Zeelstraat is gigantisch, maar dat was wel de juiste keuze. Dit is op dit moment de meest performante contacttracing van België. Ik vind het nog altijd niet kunnen dat dat model niet overal geïmplementeerd is. Ik vind dat schuldig verzuim.'
Tijdens de vorige campagne was uw openingsschot dat de KU Leuven 'te arrogant' was geworden. In dit nieuwe plan maakt u zich geen zorgen over gevoeligheden van collega-universiteiten, denk bijvoorbeeld aan de term 'KU Leuven campus Gent' of de nieuwe campus in Antwerpen. Dreigt u niet uw werk van de voorbije jaren in de Vlir ongedaan te maken?
'Integendeel. De vijf rectoren zijn het erover eens dat deze groep van vijf moet samenblijven. De collegialiteit is ongelooflijk sterk. Tegelijkertijd weet je dat je de grootste speler bent en dat iedereen je taart aanvalt. Ik kijk vooral naar wat we samen gerealiseerd hebben. Ik kan mij geen enkel dossier herinneren waarin we niet tot een vergelijk zijn gekomen. Die sfeer bepaalt ook de impact op de politiek.'
'Wat betreft de campus in Antwerpen: dat was op voorhand met Herman Van Goethem en Bart De Wever doorgesproken. Maar Herman kan niet anders dan in de pers te zeggen dat dat niet fijn is voor de UA. Hij kan niet anders ten aanzien van zijn eigen collega's, maar dat geldt ook voor mij: ik moet denken aan de belangen van onze medewerkers en studenten in Antwerpen.'
'Er zal ook altijd een gezonde concurrentie bestaan tussen mezelf en Rik Van de Walle, maar we lachen daar vooral veel om. Ik denk dat er veel nijd is en zal blijven voor de gigantische groei en ambitie van de KU Leuven. Tegelijkertijd is er ook veel erkentelijkheid voor wat ik de afgelopen jaren heb gedaan voor de vijf universiteiten samen.'
De universiteit zette grote stappen inzake digitalisering. Wat doen we daarmee na de pandemie?
'Die digitalisering blijft heel hoog op de agenda staan, maar ik wil absoluut terug naar contactonderwijs in onze auditoria. Dat sociaal contact is cruciaal.'
'Mijn excuses voor alle andere campussen die me even nauw aan het hart liggen. Maar hier, in deze parel van een studentenstad, een van de mooiste van Europa, naar online onderwijs gaan? Dat zou wel heel erg zonde zijn. Dat studentenleven moeten we terugbrengen, en daar hoort contactonderwijs bij. Maar we houden de digitale tools ter beschikking van de docenten om dat contactonderwijs verder te versterken. Dat kan meer activerend onderwijs meebrengen.'
Wat staat er op uw agenda voor 12 mei?
(kijkt in zijn agenda) 'Ik ben benieuwd of ze mij gespaard hebben die dag. Beleggingscomité van de KU Leuven en daarna raad van bestuur bij de VLHUR. De namiddag is momenteel nog vrij.'
En als u niet wordt verkozen?
'Dan doe ik dat ook allemaal. Maar met een bitter gevoel, dat geef ik toe. Ik zal ook in dat geval tot 31 juli dit mandaat blijven doen, en de nieuwe rector betrekken bij het beleid vanaf 12 mei zodat die ingewerkt geraakt. Zo zit ik in elkaar. Maar ik hoop dit mandaat te kunnen voortzetten. Ik heb nog veel plannen in mijn hoofd.'
Dit interview werd afgenomen op donderdag 29 april