artikel> De verveling wegschrijven
Brieven in tijden van corona, deel 4
Verveling troef, nu het coronavirus door ons Belgenland waart. Ook voor Veto. Daarom kruipen twee redacteurs in de pen om elkaar afwisselend een digitale brief te schrijven.
Dag Arne, ouwe rakker
Ik kan enkel beamen wat je me voorzei: ten huize Debals is verveling een term die niet snel aan de oppervlakte komt. Mijn dagen zijn rijkelijk gevuld met blokken - want dat moet ook gebeuren - films kijken en Pokémon spelen. Ik heb vorige week een Nintendo 3DS met alle generaties Pokémon spelletjes op de kop kunnen tikken. Van mijn part mag de quarantaine nog een jaar duren. Misschien heb ik dan genoeg tijd to catch 'em all.
Ondertussen heb ik ook de tijd voorhanden om de 3000 puzzelstukjes die sinds januari op mijn aan puzzelen gewijde tafel liggen, verder in elkaar te zetten. Puzzelen is meditatie voor mij. Het brengt me in een trance van focus en geduld. Maar het doet me ook beseffen dat geduld een schone deugd is die dezer dagen danig op de proef wordt gesteld.
In tijden van instant gratification vind ik het een verademing om eens te moeten wachten op iets. Die cold ones waarmee ik tijdens deze mooie lentedagen met de boys mijn keel zou willen smeren, moeten maar op zich wachten. En nu ik weer thuis woon, moet ik ook wachten op mijn avondmaal. Honger om 18u of niet, de vis wordt hier pas gebakken om 19u30.
Maar ik moet toegeven dat het ook niet gemakkelijk is. Ik mis mijn wekelijkse XXL pizza van Domino's met de boys. Mij thuis zo overeten dat ik tot de volgende dag geen eten meer hoef zien, is toch net niet dat. Ik mis onze wekelijkse redactievergaderingen, waar Tijs weer wanhopig probeert twintig artikels uit te delen. En ik mis mijn vriendin. Boris de knuffelhond, mijn immer slaapcompagnon, is toch niet hetzelfde om mee te knuffelen als de warme borst van mijn partner in de liefde.
Maar laten we de raad van Parcels volgen. The one I need is tied up right now / So let's just wait a while. Wachten kan ik als de beste, want mijn Pokémons houden me gezelschap. Maar wanneer we elkaar eindelijk weer kunnen zien, zal mijn Rodenbach extra fruitig smaken, zal mijn pizza me nog meer bevredigen en zal de omhelzing des te warmer zijn. En dan is het zomer en kunnen onze biertjes elke dag klinken, tot we erbij neervallen.
Op het wachten.
Benno