NIEUWS UANTWERPEN
Nieuwe leerstoel moet rouwen meer bespreekbaar maken
De UAntwerpen wil met een nieuwe leerstoel het taboe op rouwen doorbreken. Maar is er in onze samenleving wel zo'n taboe rond de dood? 'Dit toont juist hoeveel debat er is om op zoek te gaan naar zo'n antwoorden.'
Vorige week, op de vooravond van Allerheiligen, kondigde de Antwerpse universiteit aan dat ze een nieuwe leerstoel installeert die zich zal focussen op rouwen. 'We willen het onderwerp van het sterven voorbij het medische kader brengen en, op basis van deze samenwerking tussen de medische en humane wetenschappen, zorgverleners de tools aanreiken om over de dood te spreken', zegt Katrien Schaubroeck, professor filosofie en co-promotor van de leerstoel PHA Sociale Stervenszorg en Rouwkunde.
Zo'n leerstoel wordt meestal ingericht met middelen van een externe partner en is gewijd aan onderzoek binnen een bepaalde thematiek. De financiering komt deze keer van het centrum Palliatieve Hulpverlening Antwerpen (PHA), dat ook haar naam geeft aan de leerstoel.
Daarnaast wil de universiteit met deze leerstoel het taboe op de dood doorbreken, zegt Schaubroeck. 'In onze samenleving heerst er nog een soort van ontkenning van de dood, maar evengoed een van rouwen als deel van het leven. Rouwen wordt door de maatschappij beschouwd als iets waar je wel even tijd voor kunt hebben, maar dat toch best niet te lang duurt.'
Van fasen naar golven
'Vaak wordt er nog van uitgegaan dat rouwen in vijf fasen verloopt', legt Schaubroeck uit. 'Maar dat model wordt door specialisten steeds meer losgelaten, en vervangen door het idee dat rouwen een proces is dat een leven lang doorgaat. Daarbij neemt verdriet een andere vorm aan, naarmate de jaren vorderen.'
'Je kan zelfs spreken van een revival of death'
Jan Bleyen, historicus (KU Leuven)
Dat rouw ook in de praktijk een taboe is, erkent Ann Verscuren, die als rouwbegeleider bij de Universitaire Parochie werkt. 'Als ik met studenten of medewerkers van de KU Leuven praat, ervaren ze vaak een erg grote kloof tussen zichzelf en anderen. De omgeving bedoelt het wel goed, maar gaat uit onmacht soms het rouwende uit de weg.'
'Onze maatschappij is erg oplossingsgericht', zegt Verscuren, 'waardoor het bijna in ons DNA zit om te denken dat mensen met verdriet in een rechte lijn weer 'beter' zullen zijn, en zich zoals vanouds zullen gedragen. Extra kennisvergaring rond het onderwerp is dus zeer welkom.'
Taboe
Toch was er altijd al een taboe rond de dood en rouw, weet historicus Jan Bleyen (KU Leuven), die onderzoek doet naar de omgang met de dood in Vlaanderen. 'Een taboe is in de antropologie een moeilijk te vatten grenssituatie. Voor elke samenleving is de dood dan ook een symbolisch probleem dat vraagt om culturele antwoorden.'
'Nieuwe initiatieven zoals de leerstoel tonen juist hoeveel debat er vandaag is om op zoek te gaan naar zo'n antwoorden', zegt Bleyen. 'Je kan zelfs spreken van een revival of death. Het idee dat er een tijd is geweest zonder taboe klopt dus eigenlijk niet.'
'Autonomie en zelfexpressie zijn nu belangrijke waarden geworden, die verklaren waarom we niet langer rouwkledij dragen, met vaste regels waarbij je als individu weinig vrijheid kreeg', aldus Bleyen. 'Vandaag horen we via zelfhulpboeken en media hoe we onze gevoelens "een plaats moeten geven" en liefst zo persoonlijk mogelijk, maar dat zijn evengoed sociale bevelen.'
Dat onderzoekers vandaag de dood vooral als een rouwproces willen bekijken, kadert volgens Bleyen in de 'psychologisering' van onze samenleving. 'We leggen steeds vaker belangrijke momenten in onze levens in de handen van professionals. Tot enkele decennia kregen we van de pastoor advies over het goede leven, maar nu neemt de psycholoog zijn rol over. We gaan te rade bij therapeuten, die als de huidige experten van rouw fungeren.'