ERASMUSCOLUMN PARIJS
Mag het wat minder serieus zijn?
Pieterjan Douchy is voor een semester op uitwisseling in Parijs. In zijn 'Erasmuscolumn' werpt hij een blik op het unieke studentenleven in de Franse hoofdstad. Deze keer omvat die blik ook een boodschap: 'we zijn het "fantasie-element" in ons kwijt.'
Afgelopen vrijdagnamiddag bracht ik met een vriend uit mijn residentie een bezoek aan de bombastische Fondation Louis Vuitton. Dat architecturale pareltje is gelegen in wat die vriend de 'rijke tata-buurt' van Parijs noemt, het zestiende arrondissement. Het is de enige plaats waar de Fransen niet voorbij het rood licht wandelen: een Lamborghini oogt gevaarlijker dan een Golf.
In de Fondation Louis Vuitton vind je geen collecties van het luxemerk, maar wel meerdere expositieruimtes voor hedendaagse kunst. Omdat de kunstenaar wiens werk er tegenwoordig hangt, Tom Wesselman, een ongelofelijke voetfetish had en wij het na tien werken met wat tenen, lippen en borsten op een vierkante meter wel hadden gezien, besloten we een metro naar het Louvre te nemen. Daar kan je als student gratis binnen, leve de Europese Unie!
Karel
Na enkele keren onverbiddelijk verkeerd te zijn gelopen - het Louvre is een doolhof voor wie meer dan enkel de Mona Lisa wil zien - kwamen we aan in de appartementen van Karel Lodewijk Napoleon III. Een 'echte' Parijzenaar had ons dat op Instagram in het Engels aangeraden - verdacht, want Parijzenaars kunnen doorgaans geen Engels - en wij hadden hersenloos dat advies gevolgd.
Voor de balustrades van het salon stonden meerdere zelfverklaarde modellen die in alle mogelijke hoeken poseerden voor hun honderd volgers op Instagram. Ze liepen voorbij aan de machtige kroonluchters, de beschildering op het plafond of de buste van Napoleon. Want die herkenden ze niet. Nu waren ze fotorobots zonder aandacht, later zouden ze op hun gsm bekijken welke kunst ze die dag in het echt hadden kunnen zien.
Mona
Omdat het aan het thuisfront moeilijk uit te leggen zou vallen dat we meermaals het Louvre hadden bezocht zonder langs de zaal met de Mona Lisa te passeren, zetten we het op een drafje naar zaal 711. De hele eerste verdieping hangt vol met wegwijzers naar de Italiaanse schoonheid, maar toch konden we ze niet vinden. Niet verwonderlijk, we waren een verdieping te laag op zoektocht.
We zijn het 'fantasie-element' in ons kwijt
Een verdieping hoger kwamen we in de zaal terecht waar dagelijks honderden museumgangers een selfie willen met de Mona Lisa. Mijn compagnon daagde me uit om mee op de foto te gaan met een van die selfiemormels, om die te photobomben. Dat deed ik bij een dertig jaar ogende toerist, en die kon daar in de verste verte niet mee lachen. Zijn ogen spuwden vuur en staan nog steeds in mijn netvlies gebrand. Zoals de Mona Lisa. Die blijft je aankijken, waar je ook gaat of staat.
Iets gelijkaardigs beleefde ik eerder in Musée d'Orsay. Ik probeerde een toerist wijs te maken dat ik een Britse kunstkenner was met een al even Brits egocentrisme als accent. Ik vertelde hem over de schaduwcomposities op een werk van een kunstenaar over wie ik nog nooit had gehoord. Ook de ogen van die toerist solliciteerden voor Mona Lisa.
Johan
Dat brengt me tot mijn punt. De vorige alinea's zijn waargebeurd, maar evengoed complete nonsens. Toch wijzen ze op een groot pijnpunt in onze maatschappij. Johan Huizinga zei het al in 1938: we zijn het 'fantasie-element' in ons kwijt. Het moet niet allemaal zo serieus zijn, we zijn dat al genoeg.
Dus. Als je de moed vindt, wals dan wat vaker als moppentapper door het leven en ga vol voor een wereldgoal bij een humoristische voorzet. Begrijp dat er al genoeg serieus volk op de wereld rondloopt, keer je er tegen af, en geef Huizinga eindelijk ongelijk. Zoek het 'fantasie-element' dat we diep van binnen kwijt zijn en photobomb de toeristen bij hun selfie in het Louvre.