DE LEGENDE BART KERREMANS

'Ik schreef mijn pennenzak vol met namen van politieke partijen'

Overdag een bom aan enthousiasme in de aula, 's avonds de rustige academicus op tv. Professor internationale politiek Bart Kerremans is het allebei.

Gepubliceerd Laatst geüpdatet

Reeks: De legende

Er komt een moment waarop je reputatie zich gestaag en genadeloos verspreidt en zich aan je vast beitelt. Dat is het moment waarop je een legende wordt.

In deze reeks voelen we verschillende befaamde professoren aan de tand. Wie zijn ze? Wat doen ze? En wat drijft hen?

Professor, politicoloog en expert in handelsrelaties tussen de VS en de EU. Naast die lange aanspreking, staat Bart Kerremans bekend als energieke wervelwind. Terwijl hij behendig tussen de klapstoeltjes in de aula's slalomt en zijn stem in één grote crescendo toeneemt naarmate de les vordert, hangt menig student aan zijn lippen.

We ontmoeten hem in zijn kantoor. Kerremans waarschuwt ons dat hij stipt om 17u11 moet vertrekken. 'Ik word vanavond nog verwacht bij De Afspraak.' We praten met hem over zijn studententijd, zijn passie voor de Amerikaanse politiek, zijn rol aan de universiteit én over zijn verslaving aan rijsttaartjes.

We hernemen de reeks 'de legende', waarin we een prof die als legende wordt beschouwd een aantal vragen stellen. Vindt u dat een eer?
Bart Kerremans: 'Het is zeker een eer, maar ik zie mezelf niet als een legende. Voor mij zijn legendes verhalen die lang geleden gebeurd zijn. En aangezien ik Antwerpenaar ben, zou deel uitmaken van een legende mij een hand kunnen kosten. (Lacht)'

Bart Kerremans

  • Geboren in 1963 te Antwerpen.

  • Studeert aan de universiteit van Antwerpen en doctoreert er in de politieke en sociale wetenschappen.

  • Wordt in 1996 benoemd aan de KU Leuven en is hoogleraar internationale relaties en Amerikaanse politiek.

  • Doceert International Political Economics, Internationale Relaties: 1815-1945 en American Government and Politics.

  • Was decaan van de faculteit Sociale Wetenschappen van 2013- 2018.

U studeerde ook in Antwerpen. Hoe zou u uw studententijd daar omschrijven?
'Het was voor mij een tijd waarin ik vooral met mijn studies bezig was. En dat kan je wel verklaren door de omstandigheden: ik was toen al getrouwd. Af en toe ging ik wel eens naar fuiven, maar dan vooral met de nadruk op "af en toe". (Lacht)'

'Mijn vrouw en ik leidden een dubbel leven omdat we zowel studenten waren als mensen die al een stadium verder zaten in het leven. Mijn studies waren tegelijk mijn hobby en mijn passie. En dat is altijd zo geweest.'

U zegt dat politiek er al vroeg in zat. Kreeg u die interesse mee van thuis?
'Helemaal niet, ik kom uit een erg technisch aangelegde familie. En dat technische is een talent dat mij niet is meegegeven. Vandaag heb ik nog steeds twee linkerhanden. Het blijft voor mij een vraagteken waar precies mijn interesse voor politiek vandaan komt.'

'Het verhaal van de rijsttaartjes is aan zijn eind'

'Wat ik wel weet, is dat ik er al heel vroeg mee bezig was. Zo was ik in de lagere school al gefascineerd door de verkiezingscampagnes. Ik schreef mijn pennenzak vol met namen van politieke partijen.'

'Wat ik me ook nog goed herinner, is de gebeurtenis die mijn interesse voor de Amerikaanse politiek voorgoed aanwakkerde, namelijk het moment dat Richard Nixon na het Watergateschandaal ontslag nam. Dat vond ik heel bijzonder. Het feit dat een Amerikaanse president moest aftreden vond ik eigenaardig. De beeldfragmenten van die gebeurtenis zijn mij altijd bijgebleven.'

En nu zit u hier - zoveel jaar later - als professor politieke wetenschappen. U wordt door studenten omschreven als een energiebom in de les. Hoe bewust probeert u die energie mee te geven?
'Die energie komt automatisch, omdat ik onderwijs simpelweg mijn belangrijkste taak vind. Ik vind het enorm belangrijk om opgebouwde kennis over te dragen aan nieuwe generaties mensen. En die energie die ik dan zogezegd uitstraal, is oprecht onbewust. Ik moet wel toegeven dat ik vaak uitgeput ben na mijn lessen. Dat zou wel eens een indicatie kunnen zijn dat ik veel van mezelf geef. (Lacht)'

U hebt tijdens een van de eerste lessen een epos over uw rijsttaartjesverslaving uit de doeken gedaan. Hoe zit het daarmee?
(Heel serieus) 'Wel, ik heb een lactose-intolerantie ontwikkeld. (Lacht luid) Dus het verhaal van de rijsttaartjes is aan zijn einde. De taartjes die ik at, worden allemaal met koeienmelk gemaakt. Ik moet toegeven dat het nu gezonder is voor mij.'

Staat die energieke, goedlachse professor voor studenten sterk in contrast met de man die strak in het pak in debatten op televisie verschijnt?
'In televisiestudio's en wanneer ik te maken krijg met media bevind ik mij inderdaad in een heel andere situatie. Daar draait het rond in weinig zinnen een duidelijke analyse te brengen over een onderwerp waar ik expertise in heb.'

'In de lessen is er een heel andere dynamiek. Ik heb dan ook de neiging om grappen te maken, hoewel ze - toegegeven - meestal flauw zijn. Op radio, televisie of interviews heb ik dat nooit, omdat ik in een andere focus zit.'

Dat u zo enthousiast les kan geven heeft natuurlijk ook te maken met uw fascinatie voor de Amerikaanse politiek. Werd uw vroege interesse daarin bevestigd toen u uw studie aanvatte?
'Mijn studies waren zeker een bevestiging dat ik mij verder wilde specialiseren in politieke wetenschappen. Toen ik in 1996 in Leuven belandde, mocht ik verder aan de slag gaan met mijn interesse in de Amerikaanse politiek. Ik heb dan onverwacht de bevestiging gekregen om een vak over de politiek van de Verenigde Staten te mogen geven en dat was werkelijk fantastisch.'

'Jonge mensen moeten vergissingen kunnen maken'

Was dan de benoeming tot decaan een even verwonderlijke voortzetting van die droom?
(Twijfelt) 'Als ik nu terugblik op mijn loopbaan vind ik dat zeker een hoogtepunt. Ik was heel graag met academisch werk bezig, maar tegelijk had ik de behoefte om bezig te zijn met beleid en de directe effecten daarvan. Dan kwam die functie open op exact het juiste moment voor mij. Ik heb gekandideerd en mij er echt op gegooid.'

'Ik deed het heel graag, maar na een tijd begon het door te wegen. Dat was om verschillende redenen zo, maar vooral omdat ik een perfectionist ben. In zo'n functie moet je wel kunnen aanvaarden dat bepaalde zaken niet verlopen zoals je zou willen.'

In vergelijking met sommige andere proffen zoekt u veel interactie op met studenten tijdens de les. Is dat iets dat in Vlaanderen mag veranderen aan de traditionele manier van lesgeven?
'Ik merk bij mezelf dat interactief onderwijs gemakkelijker is wanneer je te maken hebt met een groep internationals. Dat komt omdat je studenten hebt die vanuit tradities komen waarin interactief onderwijs centraal staat. Zij twijfelen minder om te antwoorden en doen heel snel actief mee in gesprekken. Dat heeft een positief effect op Vlaamse studenten.'

'Ik check graag of de dingen die ik vertel ook daadwerkelijk binnenkomen bij de studenten. Ik sta in de aula om iets over te brengen aan anderen, niet aan mezelf. Want als ik mezelf wil onderwijzen kan ik dat 's ochtends in mijn badkamer doen. (Lacht) Ik sta altijd letterlijk tussen de studenten: ik ga de trappen op, ik zet mij soms naast studenten op een stoeltje. Ik wil absoluut vermijden dat ik daar vanvoor op een andere planeet sta.'

U bent duidelijk een grote fan van het traditionele college. Dat model staat echter onder druk, getuige de discussie rond lesopnames. Welke houding neemt u daarin?
'Ik ben een tegenstander van lesopnames. Voor mij is het voordeel van lesopnames verbieden heel duidelijk: studenten komen meer naar de les. En wat er in die lessen gebeurt, is belangrijk en zelfs essentieel.'

'Soms komen er heel onverwachte vragen uit de aula, dat ik denk, "potverdomme dat is wel een interessante opmerking die wordt gemaakt". Daar heeft iedereen iets aan. Hoe minder mensen in de aula aanwezig zijn, des te minder zulke opmerkingen en feedback je krijgt. Dat ondermijnt in mijn ogen de kwaliteit van het potentieel van de collegezaal.'

Om deze eerste editie af te sluiten willen we u graag nog vragen wat uw wens voor de huidige generatie studenten is.
'Ik wens elke generatie studenten het recht op haar eigen ontdekkingen en het recht op zijn eigen vergissingen toe. Het ergste wat wij als minder jonge mensen kunnen doen, is tegen jongeren zeggen wanneer ze met een idee afkomen: “Niet doen. Wij hebben dit al eens geprobeerd en het lukte niet.” Je kan mensen wel advies geven, maar je mag ze niet ontmoedigen.'

Powered by Labrador CMS