recensie> Een verslag van de voorrondes van de InterFacultaire Rockrally
Vrouwenstemmen boven (en een wilde improvisatiesessie)
Twee weken geleden kruisten 9 bands de figuurlijke degens (of zeggen we misschien beter de gitaren?) om een plaats in de finale van de InterFacultaire Rockrally (IFR) te bemachtigen.
Dit jaar zijn we ondertussen al aan de 34e editie gekomen van de jaarlijkse IFR die wordt georganiseerd door de Landbouwkring (LBK) en Vlaamse Technische Kring (VTK). Op maandag 27 en dinsdag 28 november kwamen 9 bands strijden om een plaats in de finale op de planken van Het Depot. De jury verkondigde na twee dagen de vijf bands die door gingen. Wij brengen u een uitgebreide analyse.
Het duo
De dames én heren van Isadore (Medica) zijn inmiddels al ervaren rotten binnen het IFR-circuit: vorig jaar namen enkel de twee frontvrouwen deel en schopten ze het tot in de finale. Geroezemoes uit de zaal sneeuwde Isadores set toen voor een flink stuk onder. De dames hebben ondertussen hun huiswerk gedaan: de rangen worden vanaf dit jaar versterkt met een gitarist en een drummer. ‘Nu met nog meer testosteron!’ kondigde de presentator aan, maar het was vooral de originele bezetting die het meest imponeerde. Van de strakke riffs tot het imposante stemgeluid van de zangeressen: het geroezemoes werd vroegtijdig de kop ingedrukt.
Het enthousiasme
Ook die andere winnaar van de avond, Tea With Tigers (VRG), werd geleid door een frontvrouw die met haar ongebreideld enthousiasme zonder schroom de zaal inpakte. Tea with Tigers bracht een gevarieerde set ten berde: waar het eerste nummer nog pop-punky aandeed, sloten ze hun optreden af met een nummer dat eerder aan Intergalactic Lovers (nu met nog meer gitaar!) deed denken. Eén klein puntje van kritiek: de – weliswaar aanstekelijk gebrachte – cover van Seven Nation Army is even origineel als kalkoen serveren op Kerstmis: weinig tot niet.
De stem
Rooskleurige boem paf paukeslag. Zo noemt She Bad (Politika) zichzelf. Waar die rooskleurigheid vandaan komt, vragen we ons af, want deze band is 100% luide gitaarrock. Noem het Gossip on steroids. Zelfs de stem van de frontvrouw, die eerst wat schuchter leek maar uiteindelijk ten onder ging aan een wilde rock vibe, kan tippen aan die van Beth Ditto. Ze brachten muziek die afwisselde tussen interessante breakdowns en goed getimede halftime beats - waar het publiek smullend mee op aan het headbangen was. En heb je ooit al een rockversie gehoord van Ed Sheerans Shape of You? Nee? Luister dan naar deze band en je bent het origineel snel vergeten. Om het met de woorden van Billy Turner te zeggen: ‘Fucking badass gewoon.’
De cleanste
Insanity. (LBK) bracht een sound die ergens de maat hield tussen het poppy gehalte van Florence + The Machine en de decibels van The Killers. Alles wat ze deden was clean: riffs waren on point, de opbouw van de liedjes zat strak, de tekst was braaf, herkenbaar en bevatte de nodige aantal oooh oooh’s. Klinkt het wat generisch? Misschien wel, ja. Is het goed afgewerkt? Zeker. Hun cover van Chris Isaaks Blue Hotel onderstreepte hun sound nog maar eens. Ook deze band kon rekenen op een frontvrouw die een aanstekelijk enthousiasme naar voor kon brengen. Met haar rapgedeelte uit hun originele song Recharge kreeg ze zelfs een spontaan applaus uit de zaal.
De improvisatie
‘We gaan een beetje jammen, hé jongens? 1, 2, 3, 4.’ En vertrokken waren ze, het trio van Billy Turner & the Fortune Tellers (Musicologica). De instrumentale improvisatieband kwam er ook gewoon doen wat ze graag deden: jammen met twee gitaren en een drummer die voor een keer niet in de achtergrond verdween. We vingen toetsen op van Rage Against the Machine, The Black Keys en Equal Idiots. Bij wijze van cover brachten ze een ode aan Jimi Hendrix, volgens hen de beste gitarist ooit. De enige tekst die we kregen te horen was de frontman die de liedjes op een losse manier aan elkaar praatte, alsof hij in zijn living stond en een grapje maakte over de vorige track. De stem van het publiek kregen ze niet, maar de jury zag de intelligentie van deze band en gaf ze toch nog de wild card van de voorrondes.
Close, but no cigar
Dat de lat hoog lag, bewezen ook de bands die uit de boot vielen.
Jars (VTK) haalde twee jaar geleden als jonkies de finale en zijn er sindsdien demonstratief alleen maar op vooruit gegaan. Dit was dé band die het best op elkaar afgestemd was, de vettigste licks uit hun snaarinstrumenten wisten te toveren en met de meest volwassen sound voor de dag… euh, nacht kwamen. Waarschijnlijk afgekeurd door hun te grote gelijkenis met Pearl Jam. Maar hey, als je al kunt tippen aan Pearl Jam, dan ben je toch goed bezig.
Duo Denali Wrench (Babylon) – gitarist Gustav Leo is ancien en deed vorig jaar mee met de Interfacultaire Rockrally – liet ook een sterke indruk na. Denk Archy Marshall meets Tom Misch meets… Denali Wrench had veruit de meest originele sound van de twee avonden en dat ze de ballen hadden om een cover te brengen van hun eigenste Gustav Leo, bij wijze van slinks het systeem onderuit te halen, doet hen enkel in onze achting stijgen.
De jongens van Chimney (Cluster) mikten net naast de publieksprijs van de tweede avond, waarschijnlijk door hun start in de line-up. Ze brachten een cluster (pun intended) aan genres: van funky rock tot intieme downbeat. Het klonk alsof Girls in Hawaii een compositie van Snarky Puppy in handen had gekregen. Met een cover van The Beatles - I Am the Walrus toonden ze ook meteen dat ze niet voor een goedkope sound gingen.
Tragic Eyes (Fenix) klonken dan weer te goedkoop. Ze hielden het clean en deden niet te veel speciaals. Dat is niet altijd slecht, maar hun lange set deed het als langdradige muziek zonder nieuwigheden klinken. De frontman kon het publiek ook weinig strikken door zijn vrij hoge cringe gehalte. Zet die fedora af, jongen, je zult al veel verder komen.
Als laatste kunnen we ook de geluidsman niet vergeten. Alle gitaren waren perfect gemasterd, de stemmen waren verstaanbaar en de drums waren vooral niet te luid. Hij gaf er zijn eigen toets aan door op gepaste momenten de reverb op de stemmen aan te passen en echo’s ertussen te steken. De live tracks waren met momenten beter gemasterd dan op de records van de bands zelf. Zonder deze man was het geluid nooit zo goed geweest - zeker niet in zo’n kleine zalen.
Als het van ons afhangt, moet de finale zelfs al niet meer gespeeld worden. She Bad stak met kop en schouders uit boven de andere bands en kon het publiek strikken met een spectaculaire live performance vol energie. Nu ja, uiteindelijk moet je ons ook niet altijd geloven, aangezien we er 100% van overtuigd waren dat Jars het tot de finale ging schoppen. Ook benieuwd? Kom het allemaal zelf meemaken in Het Depot op 28 februari en wie weet wint jouw favoriete band of kring deze rally wel!