artikel> Wetenschap en Technologie doet het beter dan universitair gemiddelde
Vooral Humane Wetenschappen moet veel herinschrijvers weigeren
Niet alleen de Rechtsfaculteit ziet veel eerstejaars weinig studiepunten halen. Ook Letteren, Sociale Wetenschappen en Psychologie en Pedagogische Wetenschappen (PPW) hebben het moeilijk.
Voor Letterendecaan Jo Tollebeek is 33,0% geen verrassing. ‘Binnen de faculteit verschillen de resultaten sterk per opleiding en dat hadden we ook verwacht.’ Een eenduidige verklaring is er volgens Tollebeek niet. ‘Het is blijkbaar voor laatstejaars secundair relatief moeilijk goed te oriënteren op een Letterenstudie en een juist beeld te krijgen van de opleidingen.’
Het toont volgens de Tollebeek dat de kwestie van oriëntering voor de faculteit cruciaal is. ‘Wij willen graag een diepgaandere oriëntatie. Het LUCI-platform (online oriënteringsplatform van de KU Leuven, red.) en infomomenten op bijvoorbeeld SID-ins zijn voor ons te oppervlakkig en gelden bovendien nog te veel als rekruteringsinstrumenten.’ Tollebeek wil dan ook graag het Junior College-project uitbreiden, een initiatief dat laatstejaars secundair onderwijs een projectvak laat volgen om al even te proeven van de universiteit.
‘Aspirant-studenten moeten veel beter begrijpen wat een academische opleiding aan Letteren inhoudt’, is Tollebeek duidelijk. ‘Neem nu archeologie: er zijn nogal wat studenten die met een romantisch beeld starten aan die opleiding, terwijl die richting een zwaar wetenschappelijk karakter heeft.’
'De conclusie zou te bot zijn als je zegt: deze studenten horen niet thuis aan de universiteit'
Jo Tollebeek, decaan Letteren
Een betere oriëntering is één ding, een betere begeleiding is even cruciaal, stelt de decaan. ‘Het resultaat toont dat we moeten blijven inzetten op specifieke doelgroepen, zoals pioniersstudenten (studenten die voor het eerst hoger onderwijs volgen, red.) of studenten met een migratieachtergrond. Daar is duidelijk extra begeleiding nodig als je hen door het eerste jaar wil halen. Het is onze morele plicht om dat te doen, vind ik. De conclusie zou te bot zijn als je zegt: deze studenten horen niet thuis aan de universiteit.’
Ook Bart Kerremans, decaan van de faculteit Sociale Wetenschappen, wijst naar een verkeerde oriëntatie. ‘Bij een groot deel van de studenten én leerkrachten in het secundair heeft Sociale Wetenschappen nog steeds de reputatie gemakkelijk te zijn, wat absoluut niet zo is. Elk jaar zijn er veel eerstejaarsstudenten die zich compleet mispakken aan de opleiding.’
‘Op het vlak van oriëntering gaan we dus een tandje moeten bijsteken’, geeft Kerremans toe, ‘hoewel we daar al serieus mee bezig zijn. We hebben natuurlijk niet gewacht op deze resultaten.’ De faculteit zet volop in op heroriëntering na het eerste semester. Studenten die onder de 30% CSE scoren na januari, worden al op heroriëntatie gewezen in samenwerking met de hogescholen van de Associatie KU Leuven.’
'Elk jaar zijn er veel eerstejaarsstudenten die zich compleet mispakken aan de opleiding'
Bart Kerremans, decaan Sociale Wetenschappen
‘Als een student onder de 30% CSE haalt en geweigerd wordt, is dat heel pijnlijk voor die student’, besluit Kerremans. ‘Daarom moeten dat zo veel als mogelijk voorkomen en absoluut inzetten op oriëntering.’
Binnen Humane Wetenschappen scoren de eerstejaars aan de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen dan weer op het universitair gemiddelde. Aan de faculteit Theologie en Religiewetenschappen scoorden vorig jaar zelfs maar 10% van de studenten onder de 30% CSE. Het gaat hier echter om een bijzonder klein aantal nieuw ingeschreven (totaal 20), zodat harde conclusies moeilijk zijn en bijzonder afhankelijk zijn van een gevarieerde jaar-per-jaar instroom.
Decaan Mathijs Lamberigts denkt dat het hoog aantal geslaagden drie redenen heeft. ‘Onze generatiestudenten zijn meestal serieus gemotiveerd. Het is niet evident om aan deze faculteit te gaan studeren in de nadagen van bijvoorbeeld het Vangheluwe-schandaal en de wijze waarop de Kerk jaren negatief in het nieuws is geweest. Je moet al 300% overtuigd zijn dat dit de juiste richting is. Bovendien zijn de selectiecriteria voor internationale studenten behoorlijk streng en is de kwaliteit van onze zij-instromers hoog.’
Sterke W&T
Opvallend is dat het gemiddelde resultaat van de groep Wetenschap en Technologie een stuk onder het universitair gemiddelde ligt. Speelt de niet-verplichte en niet-bindende ijkingstoets daarin een rol?
Aan de faculteit Ingenieurswetenschappen haalt bijvoorbeeld ‘slechts’ 19,2% van de eerstejaars de 30% CSE niet. ‘Vermoedelijk doordat we volop inzetten op ijkingstoetsen, heroriëntatie na de proefexamens en goede begeleiding van de studenten door het monitoraat’, meent decaan Michiel Steyaert. ‘We kunnen enkel hopen dat andere universiteiten in Vlaanderen de ingevoerde maatregel volgen.’
'Vermoedelijk scoren we goed doordat we volop inzetten op ijkingstoetsen'
Michiel Steyaert, decaan Ingenieurswetenschappen
De ijkingstoets lijkt er inderdaad voor iets tussen te zitten. Die toets is een handig en specifiek oriënteringsinstrument voor studenten. Voor echt harde conclusies is het echter te vroeg.
Dat blijkt uit de reactie van Nadine Buys, decaan van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Die faculteit scoort met 19,2% serieus onder het universitair gemiddelde. ‘Ik sluit het effect van de ijkingstoets niet uit, maar we hebben er niet direct aanwijzingen voor aangezien tot en met vorig academiejaar het aantal studenten dat deelnam aan de ijkingstoets vrij laag was. Bijgevolg kon ook niet echt een verband aangetoond worden met de slaagcijfers.’
De faculteit Architectuur zit maar aan 14,1% geweigerden. 'De situatie aan de faculteit is complex', licht decaan Dag Boutsen toen. 'Enerzijds rekruteren wij uit een heel divers publiek, uit aso maar ook uit tso en kso. Sommigen van hen hebben een aanpassingsperiode nodig.’
Anderzijds suggereert Boutsen dat de cijfers misschien zelf té laag liggen. ‘Het is zo dat het studiefalen bij ons jammer genoeg meer gespreid is over de bachelor, door de combinatie van drie sterk uiteenlopende pijlers in de curricula (ontwerpen, geschiedenis en theorie, bouwtechnieken, red.). We zouden strenger moeten zijn in het eerste jaar. We hebben daar al actiepunten rond opgezet en zijn benieuwd naar het resultaat.'
De groep Biomedische Wetenschappen duikt net als W&T ook onder het universitair gemiddelde. Vooral de faculteit Geneeskunde duwt het gemiddelde naar omlaag, met 19,8%. Decaan Paul Herijgers laat weten dat het nog te vroeg is voor conclusies, gezien de cijfers van de opleidingen biomedische wetenschappen en logopedische en audiologische wetenschappen nog niet gekend zijn. Voor de opleiding geneeskunde en tandheelkunde geldt namelijk een strenge toelatingsproef, die de groep studenten die onder de 30% CSE scoort, serieus verkleint.