recensie> Filmrecensie: Darkest Hour
V is for victory, maar ook voor een verblindende vertolking
Met Dunkirk kregen we dit jaar al een bom van een film over de Tweede Wereldoorlog. Darkest Hour vertelt de andere kant van dat verhaal, met een geniale acteerprestatie van Gary Oldman als Churchill.
Terwijl Duitsland in mei 1940 Nederland, België en Frankrijk binnenviel, heerste er aan de overkant van het Kanaal een heel andere, politieke oorlog. Prime minister Chamberlain, leider van de conservatieven, moest noodgedwongen opstappen na het publieke verlies in vertrouwen door zijn onkunde om de Duitse opmars tegen te houden. Winston Churchill, een excentrieke non-appeaser, moest zijn plaats innemen, maar deed dit niet zonder moeite. Achter de schermen bleef Chamberlain nog altijd de conservatieve leider en moest Churchill een maand lang vechten tegen de onwil van zijn oorlogskabinet om zijn commando’s te erkennen. Deze film vertelt het verhaal van die cruciale maand, die uiteindelijk een belangrijke factor zal blijken in het voorkomen van de Duitse overwinning.
Elk jaar lijken we wel een film te krijgen over de Tweede Wereldoorlog. Dit jaar hadden we al Dunkirk, vorig jaar hadden we Hacksaw Ridge, en films als Schindler’s List, Saving Private Ryan, Der Untergang, Inglorious Bastards… zijn allemaal niet weg te denken uit het collectief geheugen. Dan moeten we toch wel eventjes ons petje afnemen voor regisseur Joe Wright, die een film heeft gemaakt die er toch weer tussenuit springt.
Waar de meeste films focussen op de actie en de soldaten van de oorlog, zien we hier de diplomatieke strijd achter de schermen. We zien hoe een excentrieke, olijke dikzak probeert zijn oorlogskabinet te overtuigen van een frontale aanval in plaats van vredesonderhandelingen. We zien hoe een man zo overtuigd kan zijn van zichzelf dat hij pas na een maand toegeeft aan de druk van de Britse koning zelve, om vervolgens toch zijn eigen weg te gaan. Maar vooral zien we een perfect tegengestelde van Der Untergang: waar de ene leider aan het einde van zijn loopbaan alle vertrouwen is verloren, wint de andere er dag op dag, om uiteindelijk uit te groeien tot een van de meest gewaardeerde Britten aller tijden.
He mobilised the English language and sent it into battle.
Edward R. Murrow
We krijgen een mooie film te zien over hoe krachtig de stem van Churchill is en hoe apart hij omging met politiek. ‘He mobilised the English language and sent it into battle.’ Met deze quote eindigt de film en daarmee wordt een sterk punt gemaakt. Gedurende de film zelf zagen we al sterke speeches - met onder meer de beroemde ‘I have nothing to offer but blood, toil, tears and sweat.’ In zijn verdere loopbaan bleek hij zelfs zo’n goede spreker dat hij er een Nobelprijs voor gewonnen heeft. Maar ook als politicus was hij apart: hij deed gewoon lekker zijn eigen dingetje. Op een bepaald moment in deze film springt hij uit een taxi om zichzelf in de metro te vinden, waar hij even polst naar de publieke opinie over de oorlog. Mogelijks de beste scène dit hele jaar in eender welke film. Zeg dat Veto het gezegd heeft.
Oscars, here we come
Dat Gary Oldman een klassebak is, wisten we ondertussen al. Iconische rollen als Sirius Black in de Harry Potter films of commissioner Gordon in de Dark Knight trilogie vertolkt hij als geen ander. Is het dan echt een wonder dat Oldman wederom een vlekkeloze prestatie neerzet? De Golden Globe voor beste acteur in een drama heeft hij al, de Oscar komt er - als er enige rechtvaardigheid bestaat in deze wereld - ongetwijfeld ook. De iconische, meedogenloze Churchill wordt op zo’n menselijke manier vertolkt dat je haast zou kunnen geloven dat hij je grootvader is. Maar niet alles van die vertolking hebben we aan Oldman alleen te danken. De make-up in deze film is zo uitmuntend dat Oldman haast niet meer te herkennen valt - buiten zijn blinkende oogjes dan. De 200 uren in de make-upstoel hebben duidelijk hun vruchten afgeworpen: de oscarnominatie voor make-up is binnen en zal zonder twijfel verzilverd worden, zo niet terechter dan die voor Oldman.
Een acteur is maar zo goed als zijn mede-acteurs, wordt vaak gezegd. Dan is deze film toch wel de uitzondering op die regel. Hoe uitmuntend de prestatie van Oldman ook mag zijn, geen enkel acteur in deze film komt maar op de helft van zijn niveau. Ronald Pickup speelt een Chamberlain die neerbuigend zou moeten lijken, maar eerder lijkt op een bange dwerg. Lily James speelt een bange secretaresse - hoeveel keer hebben we dat al gezien? Ondertussen speelt Ben Mendelsohn een King George VI die stijver is dan een hark en een accent heeft dat zo mogelijk nog bekakter is dan wanneer James Franco in het karakter van Tommy Wiseau een archaïsch Brits accent probeert na te spelen. Ja, zo absurd is het.
Churchill wordt op zo’n menselijke manier vertolkt dat je haast zou kunnen geloven dat hij je grootvader is.
Ook op het vlak van regie en scenario loopt niet alles even vlot en moeten we ons petje, dat we eerder hebben afgenomen voor Wright, terug opzetten. Het mag dan wel een donkere tijd zijn, dat betekent niet dat er geen kleur in de film mag zitten, Joe. Sommige scènes zijn zo overbodig dat als je 5 minuutjes in slaap zou vallen, je nog altijd niets van de film gemist zou hebben. En er worden verhaallijnen opgezet die uiteindelijk nergens toe leiden of zelfs nooit beantwoord worden. Maar langs de andere kant krijgen we dan een van de beste scènes en enkele van de beste monologen van het jaar, dus klagen zullen we niet direct doen.
Deze film is duidelijk op maat gemaakt voor de Oscars, met 6 nominaties als gevolg. Een biopic van een wereldman uit de Tweede Wereldoorlog, heel toevallig uitgebracht in december/januari dan nog. De nominatie voor beste film is zonde van een aantal andere films, maar onverdiend is die ook niet meteen. Wij duimen alvast voor Oldman als beste acteur en zien jullie graag volgend jaar terug, wanneer we de zoveelste oorlogsfilm uit de periode 1940-1945 recenseren.