recensie> Dansrecensie
Radical Light: een vat vol onvoltooide vormen
In het abstracte dansuniversum van Salva Sanchis bewerken vijf dansers een instrumentale hartslag van 120 beats per minuut tot een uur hypnose. Alles vloeit in het strakke, zinderende ‘Radical Light’.
De dansers wekken een schijn van oneindigheid, alsof deze ervaring nooit begonnen is en nooit stopt. Al wanneer je de zaal in STUK binnenkomt en het licht nog niet radicaal lijkt maar een gewoon zaallicht, wentelen de dansers van Salva Sanchis zich in bizarre, moeilijk definieerbare, onvoltooide bewegingen. Wat doen ze, wil je vragen.
Pure beweging
Dat blijft zo. De Spaanse Brusselaar, die al samenwerkte met Anne Teresa De Keersmaeker en nu met Marc Vanrunxt de dansorganisatie Kunst/werk vormt, zweert bij pure beweging zonder conceptuele zwaarte. Om beurten begeven zijn dansers zich weifelend naar het midden van het podium, waar ze enkel hun eigen interne logica gehoorzamen. De anderen verbergen zich in de schaduw, als schuchtere feestgangers die zich in een nachtclub aan het begin van de avond nog angstvallig aan een glas bier vastklampen.
‘Hier volgen de schijnbare pogingen tot dans elkaar zo gezwind op dat ze vanzelfsprekendheden worden’
In het begin bevatten hun bewegingen nog een vrij hoog ‘dat-kan-ik-ook’-gehalte. We zouden ze thuis kunnen uitvoeren, in onze waan van onbekekenheid. Maar hier sluipt er een vloeiende naturel in die schijnbare pogingen tot dans, die elkaar zo gezwind opvolgen dat ze vanzelfsprekendheden worden.
Elke beweging ontdoet zich van een nieuwe vraag. Zo zul je nooit te weten komen wat voorbereid is of ter plekke verzonnen. Soms, wanneer de dansers synchroon rond de eigen as draaien, is de choreografie te interactief om uit de duim gezogen te zijn. Op andere momenten kijk je naar bewegende moleculen in een te klein vat, die geïmproviseerde sprongen maken zonder duidelijke richting. Die hypnotische opeenvolging is de sterkte van deze voorstelling.
Eigen wereld
Denk daar de ontzettend knappe techno-soundscape van het Belgische dj-collectief Discodesafinado bij, die de dansers een voortdurend keurslijf van 120 beats per minuut oplegt. Het muziekstuk manifesteert zich als een dichte klanksmog van ambient maar vervelt steeds nadrukkelijker tot bezwerende elektronica, tot in de finale de beats uit de boxen gutsen en de lichamen in meer complexe, uitbundige moves uiteenspatten. Geen vragen meer. Het glas bier uit de nachtclub heeft zijn werk gedaan.
Vanaf dan stevent Radical Light af op een logische zege. Dansers die naast elkaar, door elkaar, soms bijna met elkaar kronkelen en springen. Dansers rond dezelfde hartslag, maar toch in hun eigen wereld, enkel flirtend met de fysieke aanraking. Wat ze delen is de wil om te bewegen, de ruimte met handen, voeten en romp af te tasten en te doorgronden.
‘In Radical Light worden de bewegingen zelf de boodschap’
Heeft het überhaupt iets te betekenen? De dansers in Radical Light houden de abstractie tot het einde vol met zo’n onverstoorbare normaliteit dat de bewegingen zelf de boodschap worden.
Het doet er niet toe of je nu denkt te kijken naar een waterdichte choreografie dan wel naar een geïmproviseerd geheel van bewegingen. Het blijkt irrelevant waar de nachtclub in een hedendaags danspodium overgaat, waar de ene beweging stopt en de andere begint. Stelselmatig hebben de dansers alle vraagtekens uit zich geschud en staat Radical Light op het podium als een onontkoombare vaststelling.