artikel> Een boekje en een wereld in één
Op zoek naar Utopia in het M-Museum
500 jaar geleden rolde de eerste versie van Thomas Mores Utopia van de drukpers. Het luidde de start in van een nieuw fenomeen en was de aanleiding voor de tentoonstelling 'Op zoek naar Utopia'.
Je kunt er niet omheen: 2016 is hét jaar van Thomas More en diens gouden boekje Utopia. Overal in de Leuvense binnenstad zie je verwijzingen naar de Engelse humanist die met zijn droomspiegeling over een ideale samenleving de wereld op zijn kop zette en de verbeelding van velen aansprak om onbekende horizonten te verkennen. Het utopische gedachtegoed verspreidde zich over verschillende domeinen en deed het idee van een maakbare wereld ontstaan. Over dat wereldbeeld gaat de tentoonstelling Op zoek naar Utopia in het M-Museum.
De kiem Utopia
Veertien jaar geleden, in 2002, legde de betreurde ex-curator van M-Museum, Veronique Vandekerckhove, de eerste kiem voor de tentoonstelling. Toch zou het pas tot 2009 duren tot het project concreet werd, en curator en KU Leuvenprofessor Jan Van der Stock op zoek ging naar werken die het wereldbeeld van Thomas Mores’ tijd belichamen. De grondige research leidde tot een uitgekiende expositie met zeldzame stukken en unieke combinaties van werken die voor het eerst in Leuven aanwezig zijn.
'Ik wilde stukken in de tentoonstelling die het verhaal zelf zijn'
Jan Van der Stock, curator Op zoek naar Utopia
Zelf noemt curator Van der Stock Op zoek naar Utopia een uitgepuurde tentoonstelling: ‘Ik ben begonnen met 1000 à 1500 objecten, en heb vervolgens gedownsized op basis van kwaliteit. Ik wilde geen stukken die een illustratie zijn bij het verhaal, maar die het verhaal zelf zijn. Neem één object weg en de tentoonstelling wordt gekwetst.’
Op zoek naar Utopia kan inderdaad worden opgevat als een puzzel waarin ieder stukje van essentieel belang is. Toch beperkt het geheel zich niet enkel tot uitvloeiingen van het werk Utopia. ‘De publicatie was de historische aanleiding voor het hele project, maar de tentoonstelling gaat verder. De focus ligt op 1400-1500, een periode waarin Amerika wordt ontdekt, wetenschappelijk onderzoek in zwang raakt en Jheronimus Bosch zijn fantasmen op de wereld loslaat.’
Zeldzame stukken en unieke combinaties
Via een vierledig opzet maken we kennis met Thomas More en het ontstaan van zijn gouden boekje, zien we lusthoven en vagevuren, varen we de wereld rond en reiken we het universum de hand. Die verbeeldingen worden gevat in vitrines met goud- en koperkleurige details en marmerachtige voetstukken. De warme kleuren van de tapijten ondersteunen de thematische opbouw en geven het geheel de koninklijke uitstraling die past bij de collectie. Koninklijk, want ook koningin Mathilde kwam al een kijkje nemen.
De eerste zaal is gewijd aan de omgeving van Thomas More en de publicatie van zijn iconische werk in 1516. We kunnen er een eerste drukversie van het kleinood bekijken, opengeslagen op een pagina waar het utopische alfabet wordt toegelicht aan de hand van een gedicht. Verder vinden we er de originele houtsnede Gezicht op Leuven terug, het breedste stadsgezicht uit het vroegmoderne Europa, en twee portretten van Mores vriend Erasmus, waarvan één afkomstig uit de privécollectie van koningin Elizabeth II.
We varen de wereld rond en reiken het universum de hand
We betreden vervolgens de voorportalen van hemel en hel. De Besloten Hofjes van Mechelen, retabelkasten, zijn gevuld met zijden bloemen, relieken van heilige plaatsen en souvenirs van pelgrimstochten. De hofjes werden speciaal voor deze gelegenheid geconserveerd. Alles samen staan de bijna 400 kleine objecten, waaruit elke kast bestaat, symbool voor de onbereikbaarheid van de ideale wereld.
Als toeschouwer word je eerst tegengehouden door de afstand in de tijd tot de makers van de hofjes, dan door het beschermende glas en uiteindelijk door de zorgvuldig gevlochten tuinhekken. We kunnen ons ook nog voorstellen dat de altaarstukken in het dagelijks gebruik vaak gesloten waren. De beslotenheid van de geïdealiseerde hofjes komt zo op alle niveaus terug, terwijl ze ons met alle macht aantrekken door het fijne handwerk en het subtiele materiaalgebruik.
Een ander opvallend werk in dit deel van de tentoonstelling is Het Schuttersfeest. Op het schilderij zien we de uitgelaten Antwerpse schuttersgilde afgebeeld die zich vermaakt met brood en spelen, maar nemen we ook buitenstaanders waar wie, door zo’n zelfde tuinhek als bij de hofjes, de toegang tot het feestgedruis wordt ontzegd. Het ambigue tafereel doet denken aan de huidige vluchtelingencrisis in ‘fort’ Europa.
Eén van de portretten komt uit de privécollectie van koningin Elzabeth II van Engeland
Als we het hebben opgegeven om de zestiende-eeuwse hoven binnen te dringen en de hel links hebben laten liggen, zetten we koers richting onontgonnen contreien. De onstuitbare nieuwsgierigheid van de mens wordt volgens curator Van der Stock sprekend voorgesteld door Pierre Desceliers’ Mappa Mundi en de Vedermozaïek met de aanbidding van de koningen van een anonieme Nieuw-Spaanse kunstenaar.
‘Desceliers’ handschriftelijke wereldkaart, die trouwens Londen voor de eerste maal verlaat, geeft de kennis van de wereld weer rond 1550. De contouren van de continenten zijn al vrij accuraat, maar de binnenlanden zijn nog onbekend en werden ingevuld met fantasie en utopieën.’
De Vedermozaïek waar de curator ons op wijst is een Zuid-Amerikaanse variant van het ‘aanbidding der koningen’-motief dat velen van ons vooral zullen kennen van kerst. De beeltenis is opgebouwd uit honderden, misschien wel duizenden, veertjes. Hun natuurlijke glans en de kleurschakeringen maken van dit werk een echte parel voor liefhebbers van detail.
Architecten maken EUtopia
We ontstijgen het verleden in de laatste zaal, op de bovenste verdieping van het M-Museum. Vier architectenbureaus hebben zich laten inspireren door het boekje van Thomas More, met als resultaat de tentoonstelling EUtopia.
Eén van de architectenteams die hierin aan bod komt is noAarchitecten, zij bouwden met Een huis om te sterven het eerste palliatieve centrum van het land dat niet gelegen is binnen de kille muren van een ziekenhuis. Een treffend toonbeeld van het kritisch vermogen van utopisch denken en haar hedendaagse relevantie. Als we naar buiten kijken, staan we oog in oog met de daken van Leuven en de Centrale Bibliotheek als bolwerk van de universiteit. Een blik op de echte toekomst, zullen we maar zeggen.