artikel> Studenten, politie en experts gaan in dialoog
Alcoholdebat LOKO: "Als je zat wil zijn, is geld geen issue"
Vorige week debatteerden enkele experts rond alcoholgebruik bij studenten. De avond was het hoogtepunt van de Oktobercampagne. Het debat was bij momenten geanimeerd, maar miste harde feiten.
Voor een halfvolle Max Weberaula opende vicerector Studentenbeleid Rik Gosselink de avond. “Het wordt steeds moeilijker om overlast te vinden,” zei hij, “maar dit thema vinden wij heel belangrijk.” Hij benadrukte de rol van de universiteit als vormend instituut, niet alleen in maar ook buiten de aula.
In het vijfkoppige panel zaten twee studenten, Medicapreses Finn Segers en Jens Piedfort, verantwoordelijke van fakbar ’t ElixIr. Ook studenteninspecteur Rik De Langhe tekende present, net als Hilde Quintens, spoedarts in het Heilig Hartziekenhuis. “Ik ben spoedarts, dus ik zie wel wat dronken studenten,” viel ze meteen met de deur in huis.
En dan moest Michaël Niclaus nog komen, naar eigen zeggen ex-alcoholieker en alcoholconsulent. Bij de eerste vraag tackelde Niclaus meteen alle verbloemingen: “Studenten hebben massaal een alcoholprobleem. In de krant las ik nog dat de helft van de studenten alcoholieker is.”
DAGELIJKS
Een pijnlijk cijfer, maar het klopt wel, althans grotendeels. Uit onderzoek in 2013 op bijna 20.000 studenten blijkt dat 49,7% van hen een problematisch alcoholgebruik heeft. Los van het cijfer blijft de vraag open of er een verschil is tussen problematisch alcoholgebruik en een alcoholprobleem.
Helaas kregen de toeschouwers van het debat daar geen antwoord op. Sowieso gooiden de debaters weinig met cijfers, hoewel moderator Sam Rijnders dat op voorhand wel had beloofd. De zaal moest het doen met indicaties van een mogelijk alcoholprobleem.
“Dagelijks alcoholgebruik is problematisch,” zei Quintens. “Pas wanneer je in de problemen komt, wordt alcohol een probleem,” opperde Segers.
De sprekers gingen ook diep in op de rol van de fakbars. De studenten in het debat toonden zich bijzonder verantwoordelijk. “Aan stomdronken mensen geven we geen bier, we begeleiden hen naar huis,” zei Piedfort van ’t ElixIr.
NAAST ELKAAR
Wat nog sterker opviel, is dat de andere gesprekspartners het probleem niet bij de fakbars legden. “Als je zat wil worden, is geld geen issue,” zegt Niclaus. “2 euro per pint op de Oude Markt is nog steeds supergoedkoop.”
De debaters zien het alcoholmisbruik verschuiven van de cafés naar de koten. “Studenten drinken voor met sterkedrank op kot. Vervolgens komen ze bezopen bij ons toe,” zei fakbarbeheerder Piedfort.
Sterke uitspraken genoeg dus, die de afwezigheid van harde cijfers deels opvingen. Toch kende het gesprek af en toe een dipje, voornamelijk omdat de sprekers bij momenten naast elkaar praatten.
Niclaus deed dan vaak dienst als agent provocateur. Zijn raad voor de studenten? “Zet eens een verborgen camera op je cantus, bekijk de beelden de dag erna en vraag je af waarom je eigenlijk drinkt.”
